Ik heb me vorig jaar bewust afzijdig gehouden van de petitie tegen het associatieverdrag met Oekraïne. Mijn deelname in 2013 en 2014 aan het EU Burgerforum is mij door de babbelende kaste zwaar aangerekend. Bovendien kon ik om andere redenen publicitaire luwte goed gebruiken.
Maar ik zag ook de relevantie ervan niet zo. De Europese Unie heeft tientallen van dit soort verdragen. Met tal van landen. Van Algerije tot Syrië. Van IJsland tot Israël. En die zijn echt niet allemaal uit op EU-lidmaatschap. Wat makkelijker toegang tot elkaars markten, dat is het wel zo’n beetje. Waarom moest dit de Bastille worden waar de eurosceptische revolutie aan ging ontbranden?
Tot ik zondag Buitenhof zag en zowat van mijn stoel viel. Vanaf 32:15 legt Rutte uit waarom hij voor het verdrag is: ‘Het is gewoon een vrijhandelsverdrag. Dat is in ons belang. Wij zijn een handelsland. Het leidt tot meer groei, meer bedrijvigheid en meer banen.’ Het was de derde keer in een uur dat Rutte zich als de premier van, voor en door de exportsector etaleerde. Handelsland: als íets een vloek is voor Nederland, dan is dat het wel.
Niet alleen is de bijdrage van de exportsector aan de economie kleiner dan menigeen denkt (32 procent); is het merendeel ervan simpelweg te danken aan de geografische ligging van Nederland (tolpoort aan de monding van drie grote rivieren); draagt het bij aan de gigantische onevenwichtigheden die de eurocrisis hebben veroorzaakt (ons overschot is het Griekse tekort), maar ook staat het garant voor de buitenproportionele politieke invloed van de loonmatigingscoalitie van VVD en VNO/NCW.
En dat werd toevallig precies datzelfde weekend door Robert Went en Hella Hueck in een prachtig blog op de onvolprezen website van Follow the Money betoogd: export is nodig om je import te financieren, niet meer en niet minder. Wij hebben er een doel op zichzelf van gemaakt. Afgezet tegen de omvang van onze economie heeft Nederland het grootste handelsoverschot ter wereld. Stop met die exportobsessie en koester de binnenlandse markt.
Maar dat is niet waarom ik van mijn stoel viel. Dat kwam door Rutte’s projectie van het Nederlandse handelsbelang op zo’n quantité négligeable als Oekraïne. Met een bruto binnenlands product van honderd miljard euro is de Oekraïense economie precies even groot als die van Noord-Holland. Het is mij een raadsel hoe een vrijhandelsverdrag daarmee ‘tot meer groei, meer bedrijvigheid, meer banen’ in Nederland zou kunnen leiden. Zuid-Afrika ja, Brazilië oké, Rusland zeker. Maar Oekraïne? Ik kan er maar één woord voor bedenken: lulkoek.