In Memoriam: de Sociaaldemocratie

Afgelopen maart werd pijnlijk duidelijk wat vier jaar rechts beleid de PvdA had gebracht: de partij werd met de grond gelijk gemaakt. Ze is niet alleen: in heel Europa is de sociaaldemocratie op sterven na dood. Waar ging het mis?

Hoe rooskleurig zag de toekomst er midden jaren negentig voor de sociaaldemocraten uit. Onder leiding van charismatische aanvoerders als Tony Blair, Wim Kok en Gerhard Schröder onderging de beweging een ware moderniseringsgolf. ‘Neoliberalisme met een menselijk gelaat’, zo heette het project. Voor even leek het een (electoraal) niet te kloppen combinatie.

Twintig jaar later is van die onoverwinnelijkheid weinig overgebleven. Het grote verhaal van het voorbije verkiezingsseizoen is niet dat het politieke midden onverwacht weerbarstig bleek. Het is ook niet dat het ‘verkeerde soort populisme’ is afgestopt, of dat het politieke landschap desondanks almaar verder is versplinterd. Het echte verhaal is het dramatische verlies van de Europese sociaaldemocraten.

Een nieuwe coup

Ik weet niet of u het in de gaten heeft, maar achter uw rug is het establishment druk bezig met een nieuwe poging om een Europese federale staat op te tuigen. En het gaat weer als vanouds. Een faliekante mislukking is nooit een reden om te herbezinnen maar wordt juist gebruikt voor meer Europa. En natuurlijk speelt het zich allemaal weer af in wandelgangen, achterkamers en op internetsites waar burgers nimmer komen. De democratie heeft het nakijken. Zoals zo vaak in de geschiedenis van het Europese integratieproject.

Dat men in Brussel op dit soort plannetjes broedt, ligt voor de hand. Meer integratie betekent immers meer Brussel en dat is de enige manier om de existentiële leegte van de functionarissenziel te vullen. En dus scheidt de Europese Commissie sinds een jaar of twee het ene na het andere vergezicht af. Of publiceert zij krankjorume zelffelicitaties over de succesvolle beëindiging van de eurocrisis, ‘met dank aan doortastend handelen van de commissie’, heet het op haar website. Terwijl burgers nog altijd de wonden likken van het begrotingsbeleid dat zogenaamd nodig was om de euro te redden. Het is schaamteloze geschiedvervalsing.

Verbazender is het dat dit soort geluiden sinds kort ook uit Den Haag komen. Was Nederland niet een schoorvoetende Europeaan geworden? Had de Nederlandse kiezer in 2005 niet duidelijk laten weten geen trek te hebben in meer Europa? En had diezelfde kiezer dat met de afwijzing van het associatieverdrag met schurkenstaat Oekraïne niet eens te meer herhaald? Had de Nederlandse regering niet aangegeven dat het maar eens klaar moest zijn met die imperiale ambities uit Brussel?

Het blijken praatjes voor de vaak te zijn geweest.

De EU heeft de burger op schandalige wijze in de kou laten staan

Vandaag, op 9 augustus 2017, is exact tien jaar geleden dat de Franse megabank BNP Parisbas drie geldmarktfondsen op de eigen balans moest nemen omdat ze te veel verliezen hadden gelopen op de markt van verpakte Amerikaanse vastgoedhypotheken. Het was een van de luidste signalen dat de mondiale schuldenzeepbel op spatten stond.

Toch deden de meeste deskundigen alsof er niets aan de hand was. Toenmalig voorzitter van de Federal Reserve Ben Bernanke en voormalige ECB-voorzitter Jean-Claude Trichet slaakten zeven maanden later nog altijd geruststellende geluiden. Het risico was gespreid, het management professioneel, markten perfect en centrale banken hadden alles onder controle. ‘Gaat u rustig slapen’, klonk het geruststellend. En bankiers verontschuldigden zich met het laffe smoesje dat je nu eenmaal moet blijven dansen zolang de muziek klinkt. Tien jaar later weten we nog steeds niet of het nu stupiditeit of doortraptheid was.

Toen 15 september 2008 de Amerikaanse zakenbank onderuit ging, bleek dat Bernanke en Trichet er faliekant naast zaten.

F*ck Davos

Zelfgenoegzaam zwelgen in eigen zaligheid. Dat is het beeld dat opdoemt uit de commentaren van de babbelende kaste op het electorale succes van Donald Trump.

Laat er geen misverstand over bestaan: ook ik vind de man grof en abject. Ook mijn ziel krimpt ineen bij het beluisteren van zo veel racisme en seksisme. Maar de lachspiegel die hij ons voorhoudt toont het exacte tegendeel van de eigen voortreffelijkheid die de elite erin wil lezen. Trump demonstreert namelijk haarfijn het volstrekte electorale failliet van de neoliberale consensus. Kiezers hebben schoon genoeg van die technocratische ‘derde weg’ die ook bij ons nog altijd boven de politiek hangt. U weet wel: primaat van de markt; einde van de natiestaat; leve de Europese Unie; meer vrijhandel en globalisering; minder regels en bescherming; ‘einde van de geschiedenis’. Noem het de Davos-consensus, naar dat elitefeestje dat iedere winter in het gelijknamige bergdorpje wordt gehouden.

In 2005, vlak na de herverkiezing van George W. Bush, publiceerde de Amerikaanse journalist Thomas Frank zijn voortreffelijke What’s the Matter with Kansas?. Daarin beantwoordt hij de vraag waarom kwetsbare Amerikanen presidenten kiezen die hun klassenbelangen aan hun laars lappen. Het programma van Bush jr. beloofde immers belastingverlaging voor de rijken en meer ellende voor de armen. Het antwoord van Frank luidde kort en goed: ‘vals bewustzijn’. Verdoofd door de vermogensroes van stijgende huizenprijzen hebben conservatieve Amerikanen vijftien jaar lang immateriële kwesties – abortus, wapenbezit, migratie, homohuwelijk – laten prevaleren boven materiële.

Er was een financiële crisis voor nodig om deze post-historische illusie aan flarden te rijten. Waar Trump en Sanders elkaar raken is in hun keiharde kritiek op de Davos-consensus. En op het politieke establishment dat blij blozend het bergdorpje pleegt te frequenteren. Zowel de vastgoedtycoon als de zelfverklaarde socialist grossiert in uitspraken als ‘stop TTIP’, ‘verbied belastingontwijking’, ‘breek de banken op’, ‘draai de vrijhandelsverdragen terug’ en ‘snij de band tussen politiek en grootbedrijf door’. Ook Sarah Palin tamboereert op dit thema: f*ck Davos. Het zijn de politieke spiegelingen van een economische winter die zich dankzij de crisis niet langer laat verbergen.

Lees deze column van Ewald Engelen verder op De Groene Amsterdammer

Machteloos

De kogel is door de kerk. Op 23 juni gaan de Britten naar de stembus om voor of tegen de Brexit te stemmen. Cameron en de zijnen hebben op de kop af vier maanden om kiezers ervan te overtuigen dat de ‘new settlement’ die hij vorige week heeft binnengehaald voldoende is om door te gaan voor de ‘hervormingen’ die hij had beloofd. Of het gaat lukken is de vraag.

Niet alleen zijn de afspraken boterzacht en zijn er grote twijfels of ze ongeschonden door het Europees Hof komen. Ook is de verdeeldheid onder de conservatieven groot. Afgelopen zondag maakte kroonprins Boris Johnson bekend voor de Brexit te zullen stemmen. Het belooft een spannende lente te worden.

Ik kan niet verhelen stikjaloers te zijn. De Britten hebben gekregen wat ons altijd is onthouden: de kans om je per referendum uit te spreken over het lidmaatschap van de EU. In het paternalistische Nederland oordeelde het politieke establishment midden jaren negentig dat zelfs de beslissing om de monetaire soevereiniteit op te geven niet belangrijk genoeg was om aan de kiezer voor te leggen. Toen een decennium later diezelfde kiezer een referendum over de Europese grondwet wist af te dwingen, was het dan ook meteen raak: weg ermee. De kans is groot dat 6 april hetzelfde gebeurt met het Oekraïense associatieverdrag.

Mooi, maar ook een prulbeker voor verliezers. De grondwet werd er twee jaar later als Verdrag van Lissabon alsnog doorheen gejast. En het associatieverdrag is door vrijwel alle lidstaten allang geratificeerd. De Europese trein ga je er niet mee tegenhouden. En uitzonderingen voor Nederland kun je op je buik schrijven. Het komt door die vervloekte euro. Het maakt nogal wat uit of je alleen door de interne markt aan de Unie bent gebonden of dat je daarbovenop ook nog een munt met elkaar deelt. In dat laatste geval is het doel van een ‘steeds nauwere unie’ allesbehalve een ‘dead parrot’, zoals Rutte de Kamer vorige week wilde doen geloven. Lees het ‘vijf presidenten’-rapport. Om de monetaire unie te ‘vervolmaken’ is een bankenunie, kapitaalmarktunie, begrotingsunie en uiteindelijk een politieke unie nodig. Was getekend: Jeroen Dijsselbloem. En dan staat ook Rutte’s handtekening eronder.

Lees deze column van Ewald Engelen verder op FTM

De ombudsmannenklucht staat voor wat er mis is met Nederland

De ombudsmannenklucht is een pars pro toto voor wat er mis is met Nederland. Toondoof, zelfgenoegzaam, geprivilegieerd en immer wegduikend voor lastige burgers en journalisten in die vervloekte auto met chauffeur van ze. Waar hebben we het eerder gezien?

Mij schieten onmiddellijk de beelden van Louise Gunning in het Maagdenhuis van vorig jaar door het hoofd. Hetzelfde gekrenkte ongeloof over onderdanen die het wagen terug te praten. Het verschil tussen ‘dit is mijn gebouw’, ‘dit is mijn persoonlijke beslissing’ en ‘ze kunnen toch cake eten’ is verwaarloosbaar. Alledrie leggen in een simpel zinnetje de afgronddiepe kloof bloot, die gaapt tussen elite en demos.

Hofcultuur is het eerste woord dat bij me opkomt. Je merkt het meteen als je de square mile van het Binnenhof op loopt. Iedereen in diezelfde malle, te krappe jasjes. Allemaal een blauwe of rode stropdas met dubbele windsor. Allemaal diezelfde puntschoentjes. Allemaal die Gooise ‘r’. Allemaal wit. Allemaal academisch geschoold. Allemaal behorend tot de tien procent. Allemaal voor TTIP. Allemaal voor meer Europa. Allemaal babbelend over kenniseconomie, smart cities, start-ups en big data. En allemaal aanschurkend tegen de volgende ring van macht, met Torentje en Malietoren in het centrum, waar de Saurons van de Lage Landen huizen.

Gettocultuur is bij nader inzien een beter woord. Hooghartig neerkijkend op de xenofobe oprispingen van het hoi polloi bezondigt de bestuurlijke kaste zich aan precies hetzelfde. Pak praat met pak. Das met das. Puntschoen met puntschoen. En net als in de krochten van het internet weerklinkt in het getto van de bestuurlijke kaste alleen het eigen kleine gelijk. In onze zogenaamde open samenleving is de bandbreedte van geaccepteerde meningen namelijk angstwekkend smal. Wie onwelgevallige geluiden produceert wordt trefzeker buitengesloten. Alles wat met de kwast van ‘populisme’, ‘euroscepsis’ of ‘antiglobalisering’ kan worden geschilderd, verdwijnt in het politieke knekelhuis.

Lees deze column van Ewald Engelen verder op de Groene

Voor of tegen de kaste – dat is de vraag

Ik heb me vorig jaar bewust afzijdig gehouden van de petitie tegen het associatieverdrag met Oekraïne. Mijn deelname in 2013 en 2014 aan het EU Burgerforum is mij door de babbelende kaste zwaar aangerekend. Bovendien kon ik om andere redenen publicitaire luwte goed gebruiken.

Maar ik zag ook de relevantie ervan niet zo. De Europese Unie heeft tientallen van dit soort verdragen. Met tal van landen. Van Algerije tot Syrië. Van IJsland tot Israël. En die zijn echt niet allemaal uit op EU-lidmaatschap. Wat makkelijker toegang tot elkaars markten, dat is het wel zo’n beetje. Waarom moest dit de Bastille worden waar de eurosceptische revolutie aan ging ontbranden?

Tot ik zondag Buitenhof zag en zowat van mijn stoel viel. Vanaf 32:15 legt Rutte uit waarom hij voor het verdrag is: ‘Het is gewoon een vrijhandelsverdrag. Dat is in ons belang. Wij zijn een handelsland. Het leidt tot meer groei, meer bedrijvigheid en meer banen.’ Het was de derde keer in een uur dat Rutte zich als de premier van, voor en door de exportsector etaleerde. Handelsland: als íets een vloek is voor Nederland, dan is dat het wel.

Niet alleen is de bijdrage van de exportsector aan de economie kleiner dan menigeen denkt (32 procent); is het merendeel ervan simpelweg te danken aan de geografische ligging van Nederland (tolpoort aan de monding van drie grote rivieren); draagt het bij aan de gigantische onevenwichtigheden die de eurocrisis hebben veroorzaakt (ons overschot is het Griekse tekort), maar ook staat het garant voor de buitenproportionele politieke invloed van de loonmatigingscoalitie van VVD en VNO/NCW.

En dat werd toevallig precies datzelfde weekend door Robert Went en Hella Hueck in een prachtig blog op de onvolprezen website van Follow the Money betoogd: export is nodig om je import te financieren, niet meer en niet minder. Wij hebben er een doel op zichzelf van gemaakt. Afgezet tegen de omvang van onze economie heeft Nederland het grootste handels­overschot ter wereld. Stop met die exportobsessie en koester de binnenlandse markt.

Maar dat is niet waarom ik van mijn stoel viel. Dat kwam door Rutte’s projectie van het Nederlandse handelsbelang op zo’n quantité négligeable als Oekraïne. Met een bruto binnenlands product van honderd miljard euro is de Oekraïense economie precies even groot als die van Noord-Holland. Het is mij een raadsel hoe een vrijhandelsverdrag daarmee ‘tot meer groei, meer bedrijvigheid, meer banen’ in Nederland zou kunnen leiden. Zuid-Afrika ja, Brazilië oké, Rusland zeker. Maar Oekraïne? Ik kan er maar één woord voor bedenken: lulkoek.

Lees de column van Ewald Engelen verder op De Groene >>>

Sneven op Brusselse technocraten

De democratie in Europa wordt volgens Ewald Engelen al vele jaren met voeten getreden. Met de huidige Griekse crisis is een voorlopig dieptepunt bereikt en dat brengt de nodige risico’s met zich mee. ‘Voor je het weet creëer je martelaren van de democratie.’

Met het Dictaat van Athene bestaat er geen twijfel meer over het ware doel van het Europese project. De transformatie van nationale democratieën in oligarchische technocratieën, teneinde de neoliberale droom van de European Roundtable of Industrialists uit de vroege jaren tachtig eindelijk te kunnen voltooien: totale mobilisatie voor de export.

Argwanende zielen hadden het al eerder door. Begin jaren negentig bijvoorbeeld, met de introductie van de Interne Markt, die de Europese gemeenschap transformeerde tot een paradijs voor loonkostenarbitreurs en laagopgeleide Nederlanders voor het eerst confronteerde met wat het betekende om te moeten concurreren met veel goedkopere Grieken, Portugezen en Spanjaarden. Of eind jaren negentig, toen de Europese elite aanstuurde op een monetaire unie tussen landen met uiteenlopende verdiencapaciteiten, geschiedenissen en culturen. Of in 2005, toen het afgewezen gedrocht van een Europese Constititutie via de achterdeur alsnog werd ingevoerd.

Of in 2010, toen Merkel de Griekse en Italiaanse democratische mandaten met voeten trad door er twee meegaande vazallen te parachuteren, die moesten uitvoeren wat gekozen regeringen weigerden te doen: het afbreken van sociale grondrechten. Of in 2012, toen Brusselse technocraten in samenspraak met gekozen regeringsleiders buiten het zicht van nationale parlementen een begrotingsgevangenis optuigden die tekorten ongrondwettelijk maakte en daarmee de beleidsruimte voor toekomstige regeringen beperkte tot wat volgens de neoliberale leer acceptabel was.

Of in 2013 toen de Raad van State een onthutsende ‘Voorlichting’ publiceerde waarin dit gezaghebbende college van staat haar grote zorgen uitsprak over de gevolgen voor de Nederlandse beleidssoevereiniteit van het zogenaamde ‘Europese semester’, dat begin en eind van de Nederlandse begrotingscyclus naar Brussel verschoof – en waar in de Tweede Kamer vervolgens geen haan naar kraaide.

Werden de eerste stappen naar technocratië nog verguld met gloedvolle verhalen van voorspoed, vrede en democratie, sinds 2010 wordt de ene Ausnahmezustand aan de andere geregen om nieuwe schreden op het pad naar voltooiing van de Unie te kunnen zetten zonder te worden gedwarsboomd door onwillige kiezers, opgezweept door wat sinds de crisis populistische rattenvangers heten. Ik gebruik hier met opzet het Duits. Want wat er de afgelopen jaren in Brussel is gebeurd, lijkt zo van de nationaal-socialistische rechtsfilosoof Carl Schmitt te zijn afgekeken.

Lees deze column van Ewald Engelen verder op FTM >>>