De werkelijkheid heeft geen boodschap aan de waarheid

Wanhopig roepen weldenkenden de politiek en het volk op om in godsnaam de waarheid te respecteren in het debat. Maar er is niet één waarheid over complexe zaken als arbeidsmarkt of vrijhandel. Met dogmatische eenzijdigheid is ons aangepraat dat die er wel is, met veel ellende tot gevolg. De sociale wetenschappen hebben het aan zichzelf te danken dat inmiddels zo’n beetje álles ter discussie wordt gesteld.

Ken je dit? Je staat voor een belangrijke beslissing waar je maar niet uitkomt. Je ligt er van wakker, je zoekt raad bij vrienden, maar iedereen zegt iets anders dus dat helpt je niet verder. Weet je wat? Een lijstje met plussen en minnen, dat moet uitkomst bieden! En dan ga je die plussen en minnen tegen elkaar afwegen, en kom je automatisch tot een weloverwogen, rationele keuze.

Of dit ook werkt? Bij mij meestal niet. Uiteindelijk kies je toch op gevoel. Het lijkt wel eens of wie je echt bent, eerder het gevolg is van keuzes die al voor een belangrijk deel vast stonden dan het tegendeel: dat jij als rationeel individu met een vaste identiteit bewust keuzes maakt. Zo is het denk ik ook. Lijstjes om beslissingen te rationaliseren zijn eigenlijk een laffe manier om te vluchten voor die ene grote vraag: wat wil je nou écht?

Volgens mij geldt dat ook voor collectieve beslissingen. Natuurlijk, feiten zijn feiten en analyseren is goed, maar uiteindelijk komt het vooral neer op de vraag wat we nou eigenlijk willen met z’n allen. En ja, dan doet gevoel er ook toe. Het is letterlijk onmenselijk om te doen of gevoelens, sentimenten, woede, wensen er niet zijn of niet mogen zijn. Sommigen zijn daar echter heel bang voor. Ze menen dat er maar één echte waarheid is en dat je die verstandelijk kunt duiden. Ze spreken vol afschuw van post truth politics. Maar daarmee miskennen ze volgens mij de menselijke aard. De beroemde filosoof Karl Popper leerde ons al dat mentale processen, ervaringen en emoties óók onderdeel zijn van de realiteit.

Maar er is meer.

Handelsverdrag is je reinste bedrog

In 2000 trad het associatieverdrag tussen de EU en Marokko in werking. Dat verdrag wil een ’geschikt raamwerk’ leveren voor de dialoog tussen de betreffende partijen en spreekt van liberalisatie van de handel in goederen, diensten en kapitaal, en van het bevorderen van de welvaart in Marokko. Het verdrag is een echt handelsverdrag.

Het woord ’militair’ komt in ondergeschikte zin één keer voor als er gesproken wordt over belemmeringen ten aanzien van wapenproductie. Het is onzinnig om er meer in te lezen dan wat het wil zijn: het slechten van belemmeringen ten aanzien van handel en industrie.

In het handelsverdrag van september 2014 tussen de EU en Canada komt het begrip ’militair’ enkele keren voor, maar net als in het verdrag met Marokko wordt het alleen gebruikt als het gaat om het uitsluiten of insluiten van goederen die mogelijkerwijs militaire doeleinden hebben. Ook dit verdrag is een puur handelsverdrag.

Het handelsverdrag met Oekraïne ademt een andere sfeer. Artikel 1, getiteld ’De doelstellingen’, beweert dat dit verdrag ’een passend kader’ wil zijn ’voor een versterkte politieke dialoog (…) over alle zaken van wederzijds belang’. Dat zet de toon.

In Artikel 1C schrijven de opstellers van dit verdrag dat ze ’vrede en stabiliteit’ willen bevorderen. Dat is lief en daar kun je niets op tegen hebben.

En dan komt Artikel 1D. Dit artikel moet u echt even in zijn geheel lezen.

Artikel 1D zegt dat dit handelsverdrag ten doel heeft ’de voorwaarden te scheppen voor versterkte economische en handelsrelaties in het licht van de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU, onder meer door het opzetten van een diepe en brede vrijhandelsruimte als bepaald in titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze Overeenkomst, en de inspanningen van Oekraïne te ondersteunen om de overgang naar een goed functionerende markteconomie te voltooien, onder meer door de wetgeving geleidelijk af te stemmen op de EU-wetgeving’.

In de preambule van het verdrag, ofwel het voorwoord waarin de uitgangspunten worden omschreven, komt dat woord ’integratie’ ook al voor: ’Erkennend dat de politieke associatie en de economische integratie van Oekraïne in de Europese Unie zullen afhangen van de vooruitgang bij de uitvoering van deze overeenkomst en de mate waarin Oekraïne kan zorgen dat de gemeenschappelijke waarden worden gerespecteerd, en van de vooruitgang bij de afstemming op de EU op politiek, economisch en juridisch vlak.

Ons is door leden van allerlei elites – van de politiek, academia, media – verteld dat dit een alledaags handelsverdragje is. Maar ik verdraai niets, ik overdrijf niets, ik heb de tekst netjes geblokt en hier gedropt. Toch beweren de elites dat er niet staat wat er staat.

En er staat meer in dat ’handelsverdrag’.

Lees deze column van Leon de Winter verder op De Telegraaf

TTIP brengt publieke diensten in gevaar

Publieke diensten komen in gevaar door de internationale handels verdragen zoals TTIP en CETA, stellen vele maatschappelijke organisaties in een nieuw rapport. In het ergste geval worden onze overheden gedwongen om diensten als gezondheidszorg, onderwijs, water en energie te privatiseren.

Liberalisering van overheidsdiensten is een onderdeel van de TTIP onderhandelingen, maar er is tot nu toe weinig over bekend wat de vorderingen zijn. Volgens de Europese Commissie worden publieke diensten in TTIP beschermd en kunnen overheden niet gedwongen worden om diensten te privatiseren als ze dat niet willen. Er wordt een uitzonderingsbepaling in de verdragen opgenomen (‘carve-out’ bepaling) die er voor moeten zorgen dat diensten zoals water, energie en gezondheidszorg in publieke handen blijven.

Het al onderhandelde CETA-verdrag moet als voorbeeld dienen voor het handelsverdrag met de Verenigde Staten dat nog in de maak is. Volgens de maatschappelijke organisaties die het onderzoeksrapport ‘Public services under attack‘ (pdf) hebben opgesteld, laat CETA zien dat de uitzonderingspositie voor publieke diensten overheden onvoldoende beschermt. Alleen voor overheidsdiensten die voor de volle 100 procent publiek zijn wordt een uitzondering gemaakt. En de dienst mag niet tegen betaling worden geleverd of concurreren met een andere aanbieder.

Volgens Roeline Knottnerus van denktank TNI bestaan dit soort publieke diensten niet meer en wordt er vrijwel altijd samengewerkt met bedrijven. “Onder verdragen als TTIP mag je niet van commerciële aanbieders eisen dat ze iedereen bedienen. Op die manier wil je je postbezorging, onderwijs, gezondheidszorg of watervoorziening niet regelen. Maar door allerlei bepalingen in TTIP zal het heel moeilijk worden om diensten publiek te houden.

Lees dit artikel van Hella Hueck verder op RTLZ

Canada bezorgd om Europees protest tegen vrijhandel

‘We maken ons zorgen over het protest in Europa tegen vrijhandel.’ Dat zegt Jayson Myers, de voorzitter van de grootste Canadese werkgeversorganisatie.

De Europese ministers van Handel worden wat ongerust over het straatprotest tegen de vrijhandelsakkoorden met Canada en de VS. Dat bleek gisteren na een vergadering in Brussel. Uit een opiniepeiling van Pew Research bleek bijvoorbeeld dat slechts 41 procent van de Duitsers op dit moment een handelsverdrag tussen de EU en de VS een goede zaak vindt. Dat is 15 procentpunten minder dan een jaar geleden.

Een van de frustraties is dat de onderhandelingen over het handelsverdrag met de VS nog niet zo ver zijn opgeschoten dat de Europese Commissie al veel weerwerk kan bieden. Over veel punten zijn namelijk nog geen teksten, en dat blijft nog eventjes zo.

Maar ook over het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada groeit de bezorgdheid. Vorig jaar bereikten de Commissie en de Canadese regering na vijf jaar onderhandelen daarover een akkoord. Het was het laatste grote wapenfeit van Karel De Gucht als eurocommissaris van Handel. Maar nu moet dat akkoord nog groen licht krijgen in het Canadese parlement, het Europees Parlement en de parlementen van de lidstaten van de Europese Unie.

En daar wringt stilaan het schoentje. Ook de Canadezen zijn er niet helemaal gerust op, zegt Jayson Myers. Hij zit de grootste industriefederatie van het land voor – CMW, het Canadese Agoria – en is in ons land voor de European Business Summit.

Lees verder op De Tijd

EU zet handelsverdrag met Oekraïne door

Het handelsverdrag dat de EU heeft gesloten met Oekraïne wordt begin volgend jaar gewoon van kracht. Het wordt niet uitgesteld, zoals Rusland wil, zegt Cecilia Malmström, de Europees commissaris van Handel.

“Rusland gaat hier niet over”, zei Malmström tegen verslaggevers in Brussel. “Er ligt een duidelijke verklaring van de EU, van de lidstaten en van Oekraïne over de invoeringsdatum. En die is 1 januari 2016.”

Dat is al een jaar later dan de bedoeling was, omdat Rusland zich sterk verzet tegen handelsvoordelen voor Oekraïne. Voor veel producten uit Oekraïne hoeven straks geen invoerrechten meer te worden betaald. Moskou eist dat meer dan 2000 Oekraïense producten van die ‘belastingvrij-lijst’ worden geschrapt. Daarmee zou ongeveer een kwart van het handelsverdrag in de prullenbak verdwijnen.

Er is deze maand nog wel overleg tussen de EU, Rusland en Oekraïne, maar voor Malmström staat vast dat het verdrag op 1 januari 2016 van kracht wordt.

Lees verder op NOS

Investeringsarbitrage in EU-vrijhandelsverdragen onverenigbaar met rechtsstaat

De aanpassingen die sociaaldemocratische ministers uit zeven EU-landen willen aanbrengen in het ontwerp-vrijhandelsverdrag met Canada (CETA) zijn een wassen neus.

Dat stelt Pia Eberhardt van het Corporate Europe Observatory, een Brusselse actiegroep die een leidende rol vervult in het protest tegen investeringsbescherming in handelsverdragen met Canada en de VS.

Om de verdragen te redden en tegemoet te komen aan de bezwaren in met name Duitsland tegen de speciale regeling voor geschillen tussen investeerders en staten (ISDS), stellen de zeven ministers, onder wie Liliane Ploumen, onder meer een nieuw ‘mechanisme’ in het vooruitzicht in de vorm van een Handels- en Investeringshof met een permanent secretariaat.

Op die manier zou de transparantie worden vergroot en wordt het mogelijk om hogere integriteitseisen te stellen aan de rechters. Het huidige ontwerpakkoord met Canada, dat als model dient voor het nog te sluiten akkoord met de VS, voorziet in arbitrage door advocaten die per zaak worden aangewezen.

Dit arbitragesysteem, dat nu al bestaat in honderden bilaterale investeringsverdragen, roept veel weerstand op. Volgens vooral links georiënteerde partijen en lobbygroepen is de potentiële schade die overheden in de geschillenprocedures kunnen oplopen, zo groot, dat ze beleidsmaatregelen of wetgeving achterwege laten.

Volgens Eberhardt is er vooral sinds de eeuwwisseling sprake van een explosieve stijging van het aantal aangebrachte zaken. Uit cijfers van VN-organisatie Unctad blijkt dat er steeds meer zaken worden aangemeld. Er zijn inmiddels bijna 600 procedures bekend.

Hoewel Eberhardt de instelling van een internationaal hof in principe toejuicht, is het volgens haar oneigenlijk om dit te verkopen als oplossing voor de problemen rond CETA of TTIP, zoals het beoogde verdrag met de VS heet. ‘Dat is een rookgordijn. De oprichting van een internationaal gerechtshof regel je niet in een paar maanden. De Commissie en de Canadese regering zijn bezig met het ‘opschonen’ van de verdragsteksten, maar hebben al duidelijk gemaakt dat er geen wezenlijke veranderingen meer mogelijk zijn.’ Ze acht het ook uitgesloten dat dit nog in TTIP kan worden geregeld.

De Europese Commissie heeft de onderhandelingen met de VS over ISDS opgeschort in afwachting van de uitkomst van een consultatieronde, waarvan de resultaten onlangs naar buiten zijn gebracht. Een grote meerderheid van de reacties was afwijzend. EU-commissaris Cecilia Malmström (handel) moet nog officieel bekendmaken hoe en of de onderhandelingen met de VS op dit punt verder zullen gaan.

De liberale Zweedse staat daarbij onder curatele van eerste vicevoorzitter en sociaaldemocraat Frans Timmermans. Die heeft van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker de opdracht gekregen de tegensputterende S&D-fractie mee te krijgen. Het voorstel van de sociaaldemocratische ministers, met daarbij zwaargewichten als de Duitse vice-bondskanselier Sigmar Gabriel, de Française Nicole Bricq en de Italiaan Carlo Calenda, dient daarbij als voorzet.

Volgens de tegenstanders is investeringsarbitrage in zijn huidige vorm onverenigbaar met de rechtsstaat. ‘Wetgevers en rechters staan macht af aan geschillenbeslechters die daarvoor rijkelijk worden beloond en dus grote financiële belangen hebben bij het systeem. De geheimhouding maakt dat extra problematisch’, zegt Gus van Harten, een Canadese hoogleraar die zich heeft gespecialiseerd in investeringsrecht.

Lees dit artikel van Rik Winkel verder op het Financieele Dagblad

NB: Vandaag is door 375 maatschappelijke organisaties uit heel Europa een open brief verzonden naar europarlementsleden. Overigens zijn daar maar negen Nederlandse organisaties bij. De aandacht in ons land voor de vrijhandelsverdragen is betreurenswaardig. Te moeilijk waarschijnlijk, en ach, democratie, wat is dat ook weer?

Lees het hier op Corporate Europe Observatory

Vijf vragen over geheimzinnig ‘handelsverdrag’ TTIP

Heel af en toe komt het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringsakkoord (TTIP) in het nieuws. Waarom horen wij zo weinig over dit verdrag dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten?

1. Het TTIP?
Het TTIP staat voor het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringverdrag. Het is een beoogde verdergaande samenwerking tussen de Europese Unie (EU), de Verenigde Staten, Canada en nog een aantal andere landen die al jaren wordt voorbereid en waarover sinds vorig jaar wordt onderhandeld. Het TTIP wordt door beide partijen gepresenteerd als een handelsverdrag. Er is nu al veel economisch handelsverkeer tussen Europa en de Verenigde Staten, een vrije handelszone zou die economische samenwerking kunnen versterken. Zo kunnen Europa en de VS, dat is de gedachte, een sterker handelsblok vormen in een concurrerende wereldmarkt.

2. Puur een handelsverdrag dus?
Niet helemaal. De reden voor de oprichting van het TTIP is niet alleen om een economisch, maar ook een geopolitiek blok te vormen tegen steeds machtiger wordende jongens als China en Rusland. Het TTIP is gebaseerd op het vrije handelsprincipe, maar zeker ook op de politieke waarden die de EU en Amerika verenigen: een vrije democratie met westerse waarden en normen. Eurocommissaris en voormalig minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) zei het vorig jaar in een speech op de Johns Hopkins Universiteit in Washington als volgt: ‘Het is heel simpel, zo lang we TTIP kunnen zien zoals het is: niet een vrijhandelsakkoord. TTIP is een geostrategische overeenkomst. Het is geen politieke overeenkomst. Het moet niet worden overgelaten aan mensen die alles weten over de manier waarop je kippen slacht. Het is iets dat politieke leiders moeten oppakken en waarover ze snel moeten beslissen. Als we TTIP hebben opgetuigd, zal het de spelregels wereldwijd veranderen. Want dan bepalen de VS en Europa de regels van het spel, en anderen zullen volgen, inclusief China, Japan en anderen.’

3. Hebben we er iets over te zeggen?
Uit de woorden van Timmermans blijkt al dat het TTIP niet iets is voor eenvoudige burgers. Daarmee komen we aan bij het grote nadeel: de TTIP is een volstrekt ondemocratisch vehikel. Hoewel de gevolgen enorm kunnen zijn en TTIP landen als Rusland en China verder van ons af kunnen drijven, wordt de kiezer niet betrokken bij het proces. John Hilary, directeur van de actiegroep War on Want, verwoordt het nog stelliger: ‘Het is een aanslag op de Europese en Amerikaanse maatschappij door transnationale corporaties’. De manier waarop de onderhandelingen in Brussel en Washington worden gevoerd, zijn bijna geheimzinnig te noemen. Journalisten en het publiek moeten het vaak doen met gelekte teksten of nauwelijks vindbare websites. Zoals Timmermans het al zei: het is niet de bedoeling dat het publiek zich bemoeit met deze ingewikkelde zaak.

Lees dit artikel van Servaas van der Laan verder op Elsevier

Europese Nieuwspraak

EU Commissarissen Hill en Malmström kunnen wel roepen voor TTIP te zijn omdat vrijhandel tussen VS en EU vanzelfsprekend is, Ewald Engelen weet beter. Alsof niet de hele wereld naar de pijpen van de grootzakelijke lobby danst! ‘De tijd dat politici primair het publieke belang dienden, ligt definitief achter ons.’

Sinds het geniepige opzetje om de Europese arbeider via een vrijhandelsverdrag met het Amerikaanse neoliberale paradijs nog verder uit te knijpen publiek geheim is geworden, is de Europese Commissie een charme-offensief begonnen om de zielen en harten van de Europese burger alsnog te veroveren. Oftewel, de strijd om TTIP wordt niet langer uitsluitend in rokerige achterkamertjes tussen Europese en Amerikaanse juristen en lobbyisten gevoerd, maar speelt zich sinds kort ook op de opiniepagina’s van de grote Europese kranten af.

Een fraai staaltje daarvan was afgelopen maandag in The Guardian te lezen. Onder de agressieve titel: ‘>Don’t believe the anti-TTIP hype – free trade is a no-brainer’ publiceerden de Commissarissen Hill en Malmström daar hun argumenten om voor TTIP te zijn. Laat ik er niet om heen draaien: de honden lustten er geen droog brood van.

Leest u maar mee. Het gaat al mis in de eerste twee zinnen:

The European commission that took office at the beginning of November has two overriding priorities: jobs and growth. In pursuit of those goals, increased trade is a no-brainer.

Diezelfde Commissie is namelijk medeverantwoordelijk voor begrotinsgbeleid dat heeft geleid tot krimpende bestedingen, stijgende werkloosheid, toenemende faillissementen en stijgend deflatiegevaar als gevolg van afnemende vraag.

Vrijhandel is dan niets meer of minder dan een desparate, wanhopige vlucht naar voren. Of erger nog: de lamentabele economische toestand in de eurozone (2 procent onder 2008, terwijl VS en VK inmiddels al weer 6 en 4 procent groter zijn dan in 2008) wordt door H&M misbruikt om er een neoliberale marktharmonisatie-agenda door te drukken die de onderhandelingspositie van de factor arbeid en het mkb vis-à-vis het grootkapitaal alleen maar verder onderuit schoffelt.

Om te vervolgen:

The growth generated by growing trade requires no public money funded by higher taxes or borrowing, no risky or complex financial wizardry. Quite simply, by bringing down barriers to increased trade we enable businesses to find new markets for export and drive down prices for consumers.

Handel wordt hier voorgesteld als een win-win scenario. Alsof nieuwkomers op markten, zeker bij dalende of stationaire vraag, niet zittende producenten uit de markt drukken en de winst van de één dus niet het automatisch het verlies van de ander impliceert. En alsof lage(re) prijzen voor consumenten niet automatisch gepaard gaan met lage(re) lonen voor werknemers. En alsof consumenten niet altijd ook werknemers zijn. Oftewel, wie wordt hier wijzer van en wie armer? Hoe langer de Europese Commissie zijn onzalige begrotingstekortreductiefixatie vasthoudt hoe meer vrijhandel een nulsomspel zal zijn: de koek wordt niet groter maar alleen op een andere manier verdeeld.

Lees dit artikel van Ewald Engelen verder op Follow The Money