Handelsakkoord tussen Canada en de EU geeft multinationals ongekende macht

Het nieuwe handelsakkoord tussen Canada en de EU geeft multinationals een ongekende macht om zich te verzetten tegen maatregelen die hen niet goed uitkomen. Dat blijkt uit het onderzoek Trading Away Democracy, in opdracht van een aantal Canadese en Europese ngo’s.

De onderhandelingen van het vrijhandelsverdrag, de Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA), zijn in september al afgerond, maar de uiteindelijke tekst moet nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de nationale parlementen.
Rechtszaken

Controversieel is vooral het mechanisme om investeringsgeschillen te beslechten (ISDS). Dat stelt buitenlandse bedrijven in staat om landen rechtstreeks aan te klagen bij een tribunaal en daar compensatie te eisen voor regels op het vlak van volksgezondheid, milieu en bijvoorbeeld financiële stabiliteit, als ze denken dat die hun winsten aantasten.

Wereldwijd vechten steeds meer investeerders wetten aan die gericht zijn op het beschermen van de volksgezondheid, zoals maatregelen tegen roken, een verbod op giftige stoffen in de mijnbouw, verplichte milieueffectrapportages of fiscaal beleid. De ervaring leert dat de wet dan bij voorkeur ten gunste van de investeerders wordt geïnterpreteerd.

Canada heeft al een vrijhandelsakkoord met de VS, de NAFTA. Onder dat akkoord is Canada al 35 keer aangeklaagd, waarbij intussen zes arbitragezaken zijn verloren of geschikt en Canada schadevergoedingen heeft moeten uitkeren aan buitenlandse investeerders ter waarde van meer dan 171 miljoen Canadese dollar (126 miljoen euro). Op dit moment lopen er nog zaken tegen bijvoorbeeld een moratorium op schaliegas en het intrekken van een farmaceutisch octrooi omdat het niet vernieuwend of nuttig genoeg zou zijn. Er staan nog schadeclaims tegen de Canadese overheid uit voor enkele miljarden dollars.

Onder het CETA-verdrag wordt de macht van de investeerders nog groter, zegt het onderzoek. Ze mogen niet alleen procederen als er geen “billijke of eerlijke behandeling” is maar ook als een wet ingaat tegen “gerechtvaardigde verwachtingen” van investeerders. Dat betekent dat aanscherping van wetten, bijvoorbeeld voor de financiële stabiliteit, door banken kan worden aangegrepen om te procederen.

Lees verder op Duurzaam Nieuws

Gevolgen TTIP nu al zichtbaar

In aanloop naar de onderhandelingen over TTIP, het vrijhandelsakkoord tussen VS en de EU, heeft de Europese Commissie uitvoerig overlegd met bedrijven. Parlementen, vakbonden en milieuorganisaties worden in het donker gehouden.

Minder regelgeving. Dat is volgens Nina Holland waarvoor grote multinationals in Brussel met name lobbyen. “Of als het niet gaat om minder regels, dan wel om de juiste regels voor de industrie”, zegt ze. Holland werkt voor Corporate European Observatory (CEO), een actiegroep die vanuit Europa’s hoofdstad probeert de (ongereguleerde) lobbyactiviteiten te monitoren. “We bestaan sinds 1997,” vertelt ze. “In die tijd was het nog schimmiger omdat er werkelijk niemand naar keek. Met de verschuiving van macht naar de EU heeft het lobbyen een enorme vlucht genomen. Het zit inmiddels ingebakken in de Europese besluitvorming.”

TTIP, het vrijhandelsverdrag waar de EU en de VS over onderhandelen, is volgens Holland een schoolvoorbeeld van die ondoorzichtige politiek. Holland vertelt hoe de Europese Commissie actief het bedrijfsleven betrekt bij de TTIP-onderhandelingen, terwijl parlementen, vakbonden en milieuorganisaties in het donker worden gehouden. Volgens onderzoek van CEO zouden maar liefst 520 van de 560 ontmoetingen van de Commissie ter voorbereiding op TTIP met representanten van de industrie zijn geweest. De agrobusiness blijkt daarbij kampioen lobbyen: organisaties met eufemistische namen als de European Crop Protection Association (pesticide-industrie) en EuropaBio (Monsanto en consorten) hadden wel 113 onderonsjes met de Commissie.

Enig idee wat er tijdens dergelijke bijeenkomsten wordt besproken?
“Wat de Commissie aan ons verstrekt zijn lijsten met ontmoetingen. Vreemd genoeg, zo zeggen ze, wordt er niet genotuleerd. Een enkele keer wordt een verslag verstrekt waarin delen van de tekst zwart zijn gemaakt. Een paar dagen terug kregen we zo’n verslag van een ontmoeting tussen de Commissie en de Europese werkgeversfederatie Business Europe, één van de machtigste lobbyclubs in Brussel. Ze geven aan waarom bepaalde zaken zijn gecensureerd: het zou de relatie met de VS kunnen schaden, of er staat iets in de trant van dat het de onderhandelingspositie van Europa ondermijnt. Maar de informatie die ons als NGO wordt onthouden wordt wel structureel met het bedrijfsleven gedeeld.”

Wat is het belangrijkste waarvoor wordt gelobbyd rondom TTIP?
“Er zijn verschillende termen voor: harmonisation, mutual recognition, regulatory cooperation, maar uiteindelijk komt het allemaal op hetzelfde neer: standaarden naar een gelijk niveau brengen. Voor de EU zou dat een enorme neergang betekenen. Neem landbouw. In de VS mag gewoon veel meer. Denk aan genetische manipulatie, antibioticagebruik, desinfectie van vlees, minder strenge normen ten aanzien van dierenwelzijn, noem maar op. Handelaren en voedselmultinationals zijn gebaat bij zo min mogelijk regels.”

Lees verder op One World

Europese activisten tegen vrijhandel met VS naar rechter

Ongeveer driehonderd actiegroepen van burgers die een Europees vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten en Canada niet zien zitten, zijn maandag naar de rechter gestapt.

De activisten dienden bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg een klacht in tegen de Europese Commissie in Brussel, zo maakten zij bekend.

De groepen zijn boos dat Brussel een Europees burgerinitiatief tegen de akkoorden heeft tegengehouden. Met dat initiatief, waaraan 1 miljoen EU-burgers moeten meedoen, hoopten de activisten de vrijhandelsverdragen te kunnen stoppen. Zij vrezen onder meer dat de Europese normen voor bijvoorbeeld milieu en gezondheid onder druk van de VS worden aangetast.

De Europese Commissie wees het burgerinitiatief af omdat het een wet wilde tegenhouden. Het initiatief is echter bedoeld om Brussel op te roepen met een wetsvoorstel te komen.

Bron: Nu

We should be wary of the Transatlantic Trade and Investment Partnership

What should one make of the proposed Transatlantic Trade and Investment Partnership, or TTIP? “Hurrah!” was my first reaction. What could be better than free trade between hundreds of millions of people on both sides of the Atlantic? Think how much better we might all be if that network of specialisation and exchange called the free market were to stretch from California to the Carpathians.

Alas, as so often where big government is concerned, things aren’t quite what they seem. You see TTIP isn’t really about free trade.

If it were, then there would be remarkably little to negotiate. If it was legal to sell something in Idaho, it would be legal to buy it in Essex. No regulation. No tariffs. Such a trade agreement could be done and dusted in a day.

Instead what TTIP does is extend the European Single Market model to transatlantic trade. This would mean that rather than freeing up trade, rules would be introduced whereby it is only possible to produce and sell things if they comply with a single standard.

Far from greater economic freedom, under such a system producers start to need permission to produce things. Note how every aspect of economic life the European Single Market touches gets swathed in red tape.

Worse, since permission is needed to produce and sell things, every vested interest begins to lobby to have the rules written to their advantage. Instead of big businesses trying to persuade willing customers to buy their products, they spend their marketing budgets paying lobbyists to rig the rules against the competition and the customer.

It is precisely because the various vested interests are trying to cut cozy deals behind closed doors through TTIP that the negotiations are taking ages.

TTIP is not about free trade. It is crony corporatism at its worst.

Lees deze column van Douglas Carswell verder op The Telegraph

Is het TTIP een fait accompli voor de lidstaten?

De Europese Commissie heeft besloten om aan het Europese Hof van Justitie advies te vragen over het competentievraagstuk bij vrijhandelsakkoorden.

Handelscommissaris Karel de Gucht heeft als concrete casus het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Singapore gekozen, waarover onlangs een akkoord werd bereikt. Maar een uitspraak van het Hof kan ook gevolgen hebben voor de ratificatieprocedure van CETA (EU-Canada) en het veelbesproken TTIP (EU-VS).

Sinds het in werking treden van het Verdrag van Lissabon bestaat er onenigheid tussen de Commissie en de Raad over wie nu eigenlijk vrijhandelsakkoorden moet goedkeuren: alleen de (Handels)raad en het Europees Parlement of ook alle nationale parlementen van de 28 lidstaten. Zijn dit type akkoorden aan te merken als een “gemengd akkoord” of als een akkoord dat volledig onder de exclusieve competentie van de EU valt (“EU-only”).

De Tweede Kamer vindt dat deze vrijhandelsakkoorden ook beleidsterreinen raken waar niet de EU , maar (ook) de lidstaten over gaan, zoals op het gebied van diensten, transport en investeringsbescherming. Dit betekent dat alle nationale parlementen van de lidstaten handelsverdragen moeten goedkeuren.

Eind juni zond de Tweede Kamer samen met 20 Kamers van andere Parlementen een brief aan de Eurocommissaris voor Handel, Karel de Gucht. Deze brief bevatte een dringend verzoek om vrijhandelsakkoorden, zoals de Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) tussen de EU en de Verenigde Staten waar momenteel over onderhandeld wordt, ook door nationale Parlementen te laten ratificeren. In zijn antwoord hierop twee weken geleden kon De Gucht hierover nog geen uitsluitsel geven.

De Europese Commissie benadrukt dat de vraag of een vrijhandelsovereenkomst als EU-overeenkomst of als zogenaamd gemengd akkoord behandeld zou moeten worden, geen eenduidig antwoord kent. Dat verschilt per geval en is afhankelijk van de inhoud van de overeenkomst. In de brief leggen zij de eindverantwoordelijkheid bij de Raad, die definitief beslist over de status van het akkoord. In het verleden is het vaker voorgekomen dat door de Europese Commissie voorgestelde EU-overeenkomsten door de Raad uiteindelijk als gemengd akkoord ondertekend zijn. Op basis daarvan mag verwacht worden dat ook TTIP als gemengd akkoord zal worden bestempeld, maar de Europese Commissie geeft daartoe geen enkele garantie.

Wordt vervolgd.

Gaan we met #TTIP echt onze soevereiniteit opofferen voor wat schamele bbp-puntjes?

TTIP, het nog te onderhandelen vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten, werd sinds januari in 36 artikelen in de Volkskrant en NRC Handelsblad genoemd. ‘Zwarte piet’ scoorde maar liefst 238 vermeldingen. En het is nog niet eens december.

‘Als een hoofdredacteur moet kiezen tussen een debat over TTIP of de mogelijke vervolging van Wilders kiest hij blind voor het laatste’, schreef collega-columnist Ewald Engelen vorige week al terecht in deze kolommen. En zo kunnen beleidsmakers wegkomen met slogans in plaats van argumenten. Werkgelegenheid, economische groei, concurrentievermogen – TTIP zou in allerhande gunsten resulteren. De formule is altijd dezelfde: men neme de meest optimistische prognoses uit een toch al twijfelachtig model en voilà: een cijfer voor publieke consumptie.

‘TTIP leidt in Europa tot 400.000 meer banen’, beweerde Mark Rutte bijvoorbeeld in Nieuwsuur. Rutte baseerde zich op een doorrekening van het Duitse Cesifo-instituut. De premier vergat te vermelden dat het ging om het aantal banen in 2025 (ergo: een weinig enerverende banengroei van veertigduizend per jaar). Hij nam bovendien voor het gemak het ‘ambitieuze scenario’, waarin wordt verondersteld dat de handelsbelemmeringen met de VS dalen tot het niveau dat geldt binnen de Europese markt zelf. Zeg maar gerust: het van de pot gerukte scenario dat ver verwijderd is van welke onderhandelingstafel ook.

Hetzelfde geldt voor de groeiprognoses. Steevast wordt door voorstanders bijvoorbeeld gesteld dat Europese burgers er met meer dan vijfhonderd euro op vooruit gaan door het akkoord. Opnieuw: dat is pas in 2027, in euro’s uit 2027 (dus na inflatie). Het onderzoek van economisch bureau CEPR waar dit resultaat uit wordt gehaald valt ook anders te presenteren. TTIP resulteert in slechts een schrale 0,05 procent extra groei per jaar. In het optimistische scenario dan.

Bovendien zijn deze baten afhankelijk van een dubieuze definitie van welvaart. Vrijhandel is niet meer wat het geweest is. Al het laaghangende vrijhandelsfruit is reeds geplukt. Traditioneel protectionisme in de vorm van invoerheffingen is al tot een minimum gereduceerd. Wat nog rest is ‘harmonisering van regulering’. Volgens de CEPR-studie moet dit soort harmonisering dan ook voor zo’n tachtig procent van de baten van TTIP zorgen.

Maar is zulke harmonisering wel wenselijk?

Lees dit artikel van Jesse Frederik verder op De Groene

Zo gevaarlijk is het TTIP

U kent ACTA. Het vrijhandelsverdrag dat vooral bleek te gaan om strengere copyrightwetten en meer macht voor grote bedrijven. ACTA kwam niet door het Europees Parlement, ondanks het feit dat verdacht veel (‘liberale’) politici voor zo’n verdrag waren. Maar, nu is er TTIP. Heel anders, toch bijna hetzelfde. Iets met oude wijn en nieuwe zakken. Ook hier weer: veel macht voor bedrijven, copywrightwetten in het voordeel van producenten en duurdere producten voor de burger.

Onze tegenvoeters in Australië zijn samen met de VS, Japan, Canada, Singapore, Malaysia, Mexico, Vietnam, Peru, Chile, Brunei Darussalam en Nieuw Zeeland ook aan het onderhandelen over zo’n verdrag maar daar heet het TPP: Trans-Pacific Partnership. Die onderhandelingen zijn geheim, want het is niet de bedoeling dat bepaalde democratische processen zomaar ineens transparant worden. Straks krijgen burgers er nog weet van en gaan ze dwarsliggen of willen ze een referendum.

Gelukkig is er Wikileaks waardoor we alsnog weten wat precies de inhoud is van zo’n verdrag.

Die inhoud is verre van fraai en heeft in elk geval weinig met vrijheid te maken. Zo gaat de burger niet alleen meer betalen voor bijvoorbeeld medicijnen(!), films of software maar legt het TPP-verdrag ook een bom onder de vrije mening, vrije journalistiek en onderzoeksjournalistiek zoals we die kennen.

Lees deze column van Bert Brussen verder op The Post Online

Nederland maakt zich geen zorgen om #TTIP omdat het neoliberalisme regeert

Afgelopen zaterdag werd in vier­honderd Europese steden gedemonstreerd tegen het vrijhandelsverdrag dat de EU wil sluiten met de VS, het zogenoemde trans-Atlantische handels- en investeringsverdrag, of op z’n Twitters: #TTIP.

Ook al suggereert de naam dat het om het wegnemen van handelsbelemmeringen gaat, in werkelijkheid zijn de handelstarieven tussen de EU en de VS al zo laag dat het doel van het verdrag een ander is, namelijk marktharmonisatie.

De economische, sociale en ecologische regels voor de toegang tot consumptie- en productiemarkten in de VS en de EU moeten gelijkgetrokken worden. Oftewel, de interne markt die sinds 1993 met veel pijn en moeite in Europa is opgezet, moet ook de VS gaan omvatten.

Je snapt meteen dat dit grote gevolgen gaat hebben voor voedselveiligheid, arbeidsomstandigheden, concurrentie en dus economische groei en werkgelegenheid. Worden het Amerikaanse standaarden waar bedrijven aan moeten voldoen of Europese? En belangrijker nog: hoe voorkomen we dat schaalvergroting tot oligopolisering en kneveling van de democratie door oppermachtige multinationals leidt? De crisis heeft aangetoond dat wat goed is voor het grootbedrijf niet automatisch goed is voor burgers. Gegronde redenen voor politieke bezorgdheid dus. En de arrogante wijze waarop de Europese onderhandelaars deze zorgen bagatelliseren, burgers hebben uitgesloten van de onderhandelingen terwijl het grootbedrijf vrijelijk mag aanschuiven, heeft het wantrouwen van kiezers alleen maar gevoed.

In haar veelgeroemde bespiegeling op de Grote Financiële Crisis, Fool’s Gold, heeft de Britse antropologe en redacteur van The Financial Times, Gillian Tett, gewezen op de ‘sociale stilte’ die er vóór de crisis rond banken en financiële markten heerste. Die stelde bankiers in staat ongemerkt een financiële noodlotsmachine te bouwen die in 2008 plotseling in het gezicht van de burgerij ontplofte. Tett laat er geen twijfel over bestaan dat naast hogere buffers constante democratische controle, geïnformeerd door een kritische pers, cruciaal is om zo’n zelfde kladderedatsj in de toekomst te voorkomen.

Terwijl de demonstratie in Londen ruim duizend demonstranten trok, stonden er op het Beursplein in Amsterdam minder dan vijftig. Toegegeven, het regende pijpenstelen en dan is demonstreren een stuk minder leuk dan met een strakblauwe hemel. Maar er is meer aan de hand. Zoals Joris Luyendijk een dag later vanuit Londen tweette: ‘Als NL werd gedomineerd door linkse kerk, zouden media nu vol staan met TTIP. Feit is: totale stilte. Want neoliberalism rules.’

Lees deze column door Ewald Engelen verder op de Groene