Nederland betaalt een te hoge prijs voor Europa

Als het serieus wordt moet je liegen. Was getekend Jean-Claude Juncker, de premier van Luxemburg die in het voorjaar van 2011 ontkende dat de Europese Unie steun aan Griekenland voorbereidde.

Nu is hij kandidaat-voorzitter voor de Europese Commissie. De euro is een serieuze zaak. Vandaar dat geen enkele Nederlandse regering de waarheid heeft verteld over de ingrijpende gevolgen van de deze munt. Vandaar dat Nederlanders nooit mochten zeggen of zij meer soevereiniteit willen afstaan dan was afgesproken toen Nederland de gulden opgaf.

Op één uitzondering na. In 2005 mochten wij in een referendum stemmen over een Europese grondwet. ‘Nee’, zei een duidelijke meerderheid. De grote politieke partijen schrokken, concludeerden dat Europa zich slecht leende voor volksraadplegingen en hebben sindsdien op Europees niveau ingestemd met een overdracht van bevoegdheden die verder gaat dan wat burgers en parlement eigenlijk goed vonden.

Elke nieuwe regering duwt Nederland een stukje verder naar een Europese eenheidsstaat. Met Europese steunfondsen voor schuldenlanden. Met een Europese bankenunie die de voorbode is van een Europese begrotingsunie. Voorstanders van Europese eenwording rechtvaardigen deze soevereiniteitsoverdracht met wat Nederland in ruil hiervoor terugkrijgt: voorspoed, vrijheid en vrede.

Was het maar waar. De Europese Unie kost welvaart en veroorzaakt scheuren in de samenleving, vooral in zuidelijke landen. Dat komt vooral doordat Europese eenheidsbouwers in 1999 een fatale vergissing begingen met de invoering van de euro.

Een gemeenschappelijke munt in landen die weinig met elkaar gemeen hebben, saboteert het coördinatiemechanisme in een markteconomie. De prijs van geld, ofwel de rente, vertelt hoeveel mensen moeten sparen voor hun oude dag. Hij vertelt ondernemers of investeren lucratief is. Wie met de rente gaat knoeien, vernielt het natuurlijke aanpassingsvermogen in een markteconomie. De schuldencrisis in perifere landen van de eurozone illustreert hoe desastreus dat geknoei uitpakt.

Om een herhaling van financiële crises te voorkomen heeft de Europese Unie besloten om beleid te centraliseren. Wie morrelt aan het coördinatiemechanisme in een markteconomie slaat onherroepelijk de weg in naar een planeconomie. In de toekomstige Europese eenheidsstaat zal steeds minder ruimte overblijven voor marktwerking.

Zo legt de euro de bijl aan de wortel van onze economische orde en betaalt Nederland de hoofdprijs voor een Europese droom. Het is pijnlijk om te zien hoe uitgerekend een liberale premier onze vrijheid en democratie opoffert voor Europa.

Lees deze column van Bruno de Haas verder op de Volkskrant