Europa

Weinig onderwerpen leiden de laatste jaren tot zulke heftige debatten als Europa. In een land dat tientallen jaren als zeer pro-Europees bekendstond, zijn de scepsis en de argwaan over de EU sinds de eeuwwisseling ieder jaar verder toegenomen. Wat is er fout gegaan?

Organisaties hebben de natuurlijke neiging te groeien en steeds verder uit te dijen. Dat geldt voor de Hema, dat maar winkels blijft openen terwijl de omzet per winkel voortdurend daalt, dat gold ooit voor Philips, dat inmiddels zijn lessen heeft geleerd, dat geldt voor instituties en dus ook voor de EU. Wie in het centrum van de macht zit, wil altijd meer. Meer landen bij de EU, meer regels, meer economische integratie. Het eind is een politieke unie, die buiten het Europese establishment verder niemand wil. Terwijl Schotten uit het Verenigd Koninkrijk willen treden, Catalonië een referendum over onafhankelijkheid van Spanje wil, het voormalige Zuid-Tirol niets meer met Rome te maken wil hebben en de Vlamingen en Walen elkaar allang niet meer velen, dromen eurofielen over een federaal Europa. Hoe langer je in Brussel zit, hoe verder je kennelijk van de realiteit af komt.

De EU heeft zich overtild. De eerste fout was de introductie van de euro en dan vooral de beslissing over de landen die tot de eurozone mochten toetreden. De Europa-econoom Barry Eichengreen noemt de euro ‘een historische vergissing.’ Ja, en ook een kostbare vergissing. Terwijl de wereldeconomie na de crisis van 2009 herstelde en snel de eerdere verliezen weer had ingelopen, belandde Europa in de eurocrisis van 2011, die met reden zo heette. De werkloosheid in de eurozone is nu 11,9%, de hoogste van enig economisch blok in de ontwikkelde wereld. Wie nu nog wil beweren dat de euro ons economisch voordeel heeft gebracht, moet wel blind zijn voor de feiten. Landen die zo verschillend zijn als de noordelijke en zuidelijke landen van de EU, horen niet in één muntunie. De zwakke landen zitten permanent met een te dure valuta opgescheept. In feite hebben de zuidelijke landen nu de Duitse mark als munt. Dat is op termijn onhoudbaar.

De tweede fout was de uitbreiding van de EU in 2004 en 2007 met twaalf nieuwe lidstaten, waaronder negen voormalige Oostbloklanden. Die beslissing was, zoals zovele in Europa, politiek gedreven, maar economisch buitengewoon onverstandig. Wie economisch sterke en economisch heel zwakke (en bovendien vaak corrupte) landen bij elkaar stopt, vraagt om problemen. Arme landen willen zich altijd graag bij rijke landen aansluiten, want de subsidiestromen komen hun kant op en ze mogen meepraten over ’nog meer Europa’.

De claim dat de EU Nederland ‘honderden miljarden’ bracht, zoals onlangs twee vooraanstaande Nederlanders in een krant beweerden, is grotesk. Eurofilie is kennelijk een ziekte die het gebruik van het gezonde verstand in de weg staat. De juiste claim is dat Nederland, net als ieder land in de wereld, geprofiteerd heeft van het klimaat van vrijhandel na de Tweede Wereldoorlog. De Europese zaak zou er sterk bij gebaat zijn als we nou eens ophouden met overdrijven.

Deze column van Jaap van Duijn was te lezen in De Telegraaf van 17 mei 2014