Opstand van de burger bereikt nu ook de wereldeconomie

Het is een traditie sinds de financiële crisis van 2008. Telkens moest het IMF de afgelopen jaren zijn prognoses voor de wereldeconomie terugschroeven, ditmaal van een mondiale economische groei van 3,6 procent naar 3,2 procent. Dat lijkt veel, maar is, op wereldschaal, gevaarlijk weinig.

Een parallelle traditie is dat de ministers van Financiën en centrale bankiers van alle aangesloten landen na afloop van hun halfjaarlijkse vergadering een show geven van gezamenlijkheid en daadkracht. „Noem het een collectieve therapie”, zei IMF-directeur Christine Lagarde zaterdag na afloop. „We buigen het negatieve gevoel om in positieve actie.”

Maar wie de sfeer wil proeven op deze vergadering, een circus dat bij elkaar een dag of vijf duurt, heeft weinig aan communiqués en conferenties. Pas informeel spreken deelnemers zich écht uit, in de beslotenheid van hun kantoor, onder het eten of bij een koffie. Dan is van Lagardes optimisme niet veel meer te merken. Daar wordt niet gefloten in het donker. Zorgen overheersen, hellend in de richting van een fatalisme dat zelfs tijdens de financiële crisis niet zo erg was als nu.
Burgers zijn veranderingsmoe

Hun diagnose: de drie middelen om de wereldeconomie een extra zet te geven zijn vrijwel uitgeput. Centrale banken gaan met hun geldbeleid, inclusief negatieve rentes, al tot het uiterste. De Duitse minister Schäuble zei vorige week dat de Duitse burger een zodanige weerzin heeft tegen het geldbeleid van de Europese Centrale Bank dat dit volgens hem „voor de helft” verantwoordelijk is voor de opkomst van de rechtse protestpartij Alternative für Deutschland . Mocht de ECB nóg verder gaan en ‘helikoptergeld’ uit gaan delen, dan voorspelt een hoge functionaris hier dat Duitsland uit de euro zou kunnen stappen.

De economie stimuleren met overheidsgeld is eveneens lastig: het IMF zelf stelt dat de gemiddelde staatsschuld van alle industrielanden het hoogst is sinds de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, en hoger dan tijdens de Grote Depressie van de jaren dertig. En van ‘structurele hervormingen’ heeft de burger meer dan genoeg.

Zelfs de felste verdedigers van de vrije markt geven in Washington nu toe dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt te snel en te ver is gegaan. De globalisering en de concurrentie van de opkomende landen, waar die hervormingen vooral een antwoord op moesten zijn, hebben de westerse middenklasse geen goed gedaan. De sociale mobiliteit, het vermogen om te klimmen in de maatschappij, neemt af. De angst voor toenemende ongelijkheid zit er diep in.

Lees deze analyse van Maarten Schinkel verder op NRC

Willen wij de totale euro?

In plaats van op de schreden terug te keren, wordt in Brussel gekozen voor een volgende vlucht naar voren, gestapeld op de vorige.

Gokkers hebben, als ze verloren hebben, de neiging door te gokken om het verlies goed te maken. Her en der in regeringskantoren in Europa en in Brusselse vergaderzalen gebeurt iets soortgelijks rond de euro. Er wordt een nieuwe – zogenaamd laatste – gok gewaagd, in een poging de schade van de vorige goed te maken.

Het heeft ook iets van een groepje wandelaars. Ze slaan op goed geluk een mooie, veelbelovende weg in, die gaandeweg doodlopend lijkt te zijn. In plaats van terug te keren naar het punt waar ze de verkeerde afslag namen, proberen de wandelaars koppig de eenmaal ingeslagen weg aan te houden.

Er is nog een mechanisme gaande. Dat heet: Never waste a good crisis, grijp een (economische) crisis aan om plannen door te drijven die je er buiten crisistijd nooit doorheen had gekregen.

De gokker, de verdwaalde wandelaar, de crisis-benutting: het is allemaal van toepassing op wat er sinds het begin van de eurocrisis gaande is. Ook deze zomer wordt verder gegokt, verder gedwaald, en wordt de eurocrisis dankbaar aangegrepen voor ingrepen die anders geen schijn van kans hadden gemaakt.

Lees deze column van Syp Wynia verder op Elsevier >>>

The Euro is in trouble. But Romania still wants in

The crisis in Greece hasn’t killed off Romania’s interest in the currency union.

The extraordinary political and economic turbulence of the Greek debt crisis has prompted widespread speculation that other European countries will now think twice before joining the 19-nation eurozone.

To assess these claims, The WorldPost took a closer look at reactions in Romania, the only European Union member nation that’s announced a target year for joining the currency area.

Greece’s experience has heightened concerns in Romania about joining the eurozone prematurely, experts told The WorldPost– but it hasn’t extinguished Romania’s interest altogether. Romania does not have the disdain for Greece common in the Baltic states and Slovakia, and in fact shares some of the Greek public’s wariness of austerity policies. But Romania’s emergence from communism and rapid transition to capitalism since the 1990s, and its more recent economic interdependence with German industry, have made eurozone membership a goal for the country’s political class.

European Union member nations are officially required to join the eurozone once they have met the criteria for integration, including stable inflation, low budget deficits and sustainable debt. Denmark and the United Kingdom have permission to remain outside the currency union. Sweden, which has been a member of the EU since the inception of the euro, has yet to meet the fiscal and monetary criteria for joining.

Romania declared at one point that it intended to join the eurozone in 2019.

Lees verder op de Huffington Post >>>

Bye Bye Mr Euro!

De EU(ro) is mislukt. Volkomen mislukt. Zoveel is inmiddels wel duidelijk. Griekenland is een puinhoop. Frankrijk een enorm risico. Tegenstellingen tussen de lidstaten groeien met de dag. Wantrouwen heerst. Evenwichtige solidariteit is ver te zoeken. Een groot deel (waarschijnlijk de meerderheid) van de inwoners van de eurozone is het beu.

En wat is de reactie van de Eurofielen zoals Hollande, Verhofstadt en Pechtold? Bezinning? Een pas op de plaats maken? Nee. Uit pure paniek, anders kan ik het niet duiden, volgt er eensgezind uit hun monden een roep om MEER! MEER! MEER! Europa. De roep om een Europese Federatie wordt met de dag sterker. En dat is een doodenge ontwikkeling.

Allereerst de motivatie. We worden belaagd met leugens over de FAN-TAS-TISCHE samenwerking tussen Frankrijk en Duitsland. En de Euro natuurlijk. Wat een zegen voor het Europese volk. De Euro doet het zo goed dat het alleen nog maar beter kan. En hoe moeten we dat bereiken? Door middel van het instellen van een Europese regering. Want “de Euro is onomkeerbaar”, want het is “ondenkbaar” dat we zonder Euro en EU kunnen. Ze durven wel, de apparatsjiks in Brussel en elders in Europa. Het is namelijk nog maar de vraag of het echt zo goed gaat met de Euro en de EU. Het is maar de vraag of meer EU nog beter is. Ik nuanceer me kapot, dat zal u begrijpen. Van binnen kookt het.

Het is een utopie om te veronderstellen dat de Europese Federatie op een democratische wijze kan worden ingevoerd. Elk land zal de vraag over toetreding tot de Federatie moeten voorleggen aan haar bevolking. Ik voorspel bij voorbaat een grandioze overwinning voor het NEE-kamp. Dat zullen de Brusselse elite en haar slippendragers elders in Europa niet kunnen accepteren. Eenvoudigweg omdat zij zich blindstaren op de wenselijkheid, de onomkeerbaarheid, het definitieve van de Euro. De Euro kan niet overleven zonder Europese regering, zo luidt hun argument. Ik neem dat graag aan. Een monetaire unie zonder politieke unie is gedoemd te mislukken.

Het betekent dus dat er voor de Euro (en dus ook de EU) geen toekomst meer is. Helaas weigeren de Eurofielen hun verlies te erkennen. We moeten daarom rekening houden dat we meer en meer onder druk worden gezet om toch vooral in het Europese sprookje te blijven geloven. Er zal gedreigd worden met ellende, oorlog, armoede. Het licht zal keer op keer uitgaan. Geen zinnig mens die dat gelooft.

Lees deze column van Peter van Dijken verder op Opiniez >>>

Er is een weg uit de Eurocrisis

Als de niet aflatende eurocrisis de afgelopen vijf jaar één ding duidelijk heeft gemaakt, dan is dat wel dat de muntunie niet alleen niet werkt, maar zelfs een bedreiging vormt voor de EU. Dat moet anders. En dat kan, de oplossing is er.

Om een stabiele samenleving te krijgen hebben mensen niet alleen een zekere welvaart nodig, en werk, en perspectief, maar ook hoop en vertrouwen. Dat laatste geldt zeer zeker ook voor investeerders en ondernemers die eigen of andermans kwartjes on the line zetten bij nieuwe investeringsprojecten. Wie echter kijkt naar de eurozone constateert dat er daar nogal wat schort aan deze modaliteiten.

Vooral in het zuiden van de eurozone heersen werkloosheid, armoede en een zorgwekkende uitzichtloosheid voor een hele generatie jonge mensen. Zonder perspectief op een baan trekken veel hoogopgeleiden dan ook weg naar elders. Uit pure noodzaak verlaten zij huis en haard, daarmee hun moederland opzadelend met een probleem: een toekomst zonder de intelligentsia – die het land is ontvlucht.

In de sterkere eurozone-economieën – waartoe Nederland nog steeds behoort – stijgt de werkloosheid ook. Hier zit het probleem niet zozeer in jeugdwerkloosheid, maar in werkloosheid onder vijf-en-veertig plussers. Wie op die leeftijd zonder baan komt te zitten heeft het weinig verheffende perspectief tot zijn dood zonder werk te blijven.

Lees dit artikel van Jean Wanningen verder op FTM >>>

Voorbij de orthodoxie

Martijn Jeroen van der Linden komt tot de conclusie dat er vier harde lessen zijn te leren uit de Griekse crisis. Eén daarvan: ‘zonder een echt alternatief is onderhandelen kansloos’. Gelukkig is dat alternatief er volgens hem.

Om economische stabiliteit, democratie en eenheid in Europa te verwezenlijken, dienen alternatieven die ver buiten de huidige orthodoxie liggen overwogen te worden. Maar alvorens alternatieven te ontwikkelen, dienen we vier lessen te trekken uit de Griekse crisis.

Ten eerste, een monetaire unie zonder politieke unie is onmogelijk. In het Verdrag van Maastricht is vastgelegd dat Eurolanden niet rechtstreeks mogen lenen van de ECB. Hiermee hebben de afzonderlijke lidstaten afstand gedaan, vaak zonder het echt te beseffen, van hun politieke soevereiniteit. In 1992 stelde Wynne Godley in het artikel Maastricht and All That dat het opgeven van de macht op geldcreatie een land de status van regio of kolonie geeft. Regionale autoriteiten kunnen niet langer devalueren, verliezen het recht om tekorten te financieren met nieuw geld en moeten voor andere vormen van financiering naar het centrale gezag, de trojka in dit geval.

Kortom, de keuze is nu:
1) het opheffen van de euro en terug naar nationale soevereiniteit en nationale munten; of 2) met de euro naar een Europese federatie met een centrale Europese overheid, een Europees fiscaal stelsel, een Europees economisch beleid en enkel Europese obligaties. In zo’n federatie heeft de Europese overheid rechtstreeks toegang tot de ECB en kunnen onevenwichtigheden (gedeeltelijk) worden hersteld via het fiscale systeem. Net zoals er in Duitsland al decennia geld stroomt van rijke deelstaten als Beieren, Hessen en Hamburg naar armere, met name Oost-Duitse, deelstaten, zou dit ook op Europees niveau dienen te gebeuren. Of dit wenselijk is, is een politieke keuze. De vraag die aan Europese burgers dient te worden voorgelegd is: wilt u inwoner van de Verenigde Staten van Europe worden of behoudt u liever uw eigen nationaliteit?

Lees verder op Follow The Money >>>

The euro is a disaster for Finland and The Netherlands

The euro is a disaster even for the countries that do everything right. The euro might be worse for you than bankruptcy.

That, at least, has been the case for Finland and the Netherlands, which have actually grown less than Iceland has since 2007. Iceland, you might recall, basically went bankrupt in 2008.

Now, it’s true that Finland and the Netherlands have had their fair share of economic problems, but those should have been manageable. Neither country is a basket case, and both have done what they were supposed to do. In other words, they’ve followed the rules, and the results have still been a catastrophe. That’s because the euro itself is. Or, if you want to be polite, the common currency is “imperfect, and being imperfect is fragile, vulnerable, and doesn’t deliver all the benefits it could.” That was European Central Bank chief Mario Draghi’s verdict on Thursday.

So what’s happened to them? Well, just your run-of-the-mill bad economic news. It’s only a slight exaggeration to say that Apple has kneecapped Finland’s economy. Its two biggest exports were Nokia phones and paper products, but, as the country’s former prime minister Alex Stubb has said, the iPhone killed the former and the iPad killed the latter. Now, the normal way to make up for this would be to cut costs by devaluing your currency, except that Finland doesn’t have a currency to devalue anymore. It has the euro. So instead it’s had to cut costs by cutting wages, which not only takes longer, but also causes more economic damage since you have to fire people to convince them to take pay cuts. The result has been a recession longer than anything in Finland’s living memory, longer even than its great depression in the early 1990s. It hasn’t helped, of course, that the rules of the euro zone have forced Finland’s government to cut its budget at the same time that all this has been happening.

It’s been a different kind of story in the Netherlands.

Lees deze column van Matt O’Brien verder op The Wall Street Journal >>>

Does anybody still believe that the EU is a benign institution?

Ever since Margaret Thatcher U-turned in the dying days of her premiership, there has been a kind of agreement between Left and Right on what the European Union is. Most Conservatives followed the late-vintage Thatcher. They stopped regarding the EU as a free market that British business must be a part of, and started to see it as an unaccountable socialist menace that could impose left-wing labour and environmental policies on a right-wing government.

As many critics have said, the Tory version of British nationalism that followed had many hypocrisies. It did not want foreigners infringing national sovereignty when they were bureaucrats in Brussels but did not seem to mind them when they were generals at Nato or economists at the WTO.

Tory nationalism, however, did succeed in provoking a reaction. Leftists decided to approve of the EU for the same reasons conservatives denounced it. Generally, we are against nationalism, because it incites groundless prejudice. We are in favour of minimum protections for workers and trying to limit global warming. If our government does not enforce them, we do not care overmuch if a super-national institution takes on the job. Better a solution of dubious democratic legitimacy than no solution at all.

Lees verder op The Spectator