President Porosjenko heeft weinig te vrezen van Volodimir Grojsman, die waarschijnlijk premier wordt. De twee hebben nauwe banden. Of dat het Oekraïense wantrouwen jegens politici wegneemt, is sterk de vraag.
Na maanden van politiek geharrewar krijgt Oekraïne de komende dagen waarschijnlijk een nieuwe premier: Volodimir Grojsman, momenteel nog voorzitter van het Oekraïense parlement. Grojsman moet het overnemen van premier Arseni Jatsenjoek, wiens populariteit tot het nulpunt is gedaald wegens de toenemende armoede en het uitblijven van ingrijpende hervormingen.
Het aantreden van Grojsman moet een einde maken aan de voortdurende ruzies tussen Jatsenjoek en president Porosjenko, waardoor de regering meer en meer verlamd raakte en het vertrouwen van de buitenlandse geldschieters begon te verliezen. Maar de eerste reacties in Kiev op het nieuws dat Grojsman waarschijnlijk de post van premier krijgt, getuigden niet van veel vertrouwen. ‘Grojsman zou tien jaar geleden een goede premier zijn geweest’, reageerde de Oekraïense parlementariër en anticorruptie-activist Sergi Lesjtsjenko.
Grojsman beloofde vrijdag vaart te zetten achter de door het Internationaal Monetair Fonds geëiste hervormingen. Als bewijs daarvoor kondigde hij aan dat hij de voormalige Slowaakse minister van Financiën Ivan Miklos, die in eigen land veel succes had met zijn hervormingen, in zijn kabinet zal opnemen. Maar de scepsis blijft groot.
‘Grojsman zit in de zak van president Porosjenko,’ zegt Anatoli Oktysjoek van het International Centre for Policy Studies in Kiev. De 38-jarige Grojsman was burgemeester van Vinnitsja, waar het hoofdkwartier is gevestigd van Porosjenko’s snoep- en chocoladeconcern Roshen. Als burgemeester van Vinnitsja bouwde Grojsman een goede reputatie op, maar volgens Oktysjoek zou zijn benoeming geen goed nieuws zijn voor Oekraïne’s westerse geldschieters. ‘Het voordeel is dat er nu een einde komt aan het eindeloze wantrouwen tussen president en premier, maar Grojsman heeft te nauwe banden met Porosjenko en andere oligarchen’, zegt hij.
Twee jaar na de revolutie op Maidan zijn de Oekraïners diep teleurgesteld in hun nieuwe regering. ‘Het wordt alleen maar slechter. De economie holt achteruit, terwijl de prijzen alleen maar stijgen. Het gemiddelde pensioen bedraagt 1.200 hryvnia oftewel 40 euro per maand. Daar kun je niet eens de huur en andere vaste kosten van betalen’, zegt Oleksi Lazarenko (62), een voormalige politieagent die nu zijn brood verdient als taxichauffeur. ‘We dachten dat Maidan een einde zou maken aan de almacht van de oligarchen, maar ze zitten er allemaal nog steeds.
Tegenover het regeringsgebouw in Kiev hangen al weken enorme banieren waarop een nieuwe partij, de ‘Partij van de Gewone Mensen’, aandringt op het aftreden van de premier. ‘Een Oekraïne zonder Jatsenjoek!’, staat op een van de banieren te lezen. Maar ook deze nieuwe, populistische partij is een verlengstuk van een oligarch: de rijke zakenman Dmitro Firtasj, die vanuit zijn ballingsoord Oostenrijk zijn aanzienlijke zakelijke belangen probeert veilig te stellen.
‘Het probleem is dat je in Oekraïne eigenlijk geen echte politieke partijen met een ideologie of een programma hebt’, zegt Oktysjoek. ‘Het zijn allemaal partijen die in handen zijn van oligarchen. Bovendien zijn de staatsinstellingen zwak en staan ze ten dienste van de heersende partij. Iedere leider hier wil een soort secretaris-generaal zijn, zoals vroeger de leider van de communistische partij.’ Volgens hem voelen Porosjenko en de andere politieke kopstukken zich wel thuis in het huidige systeem. ‘Hier hebben ze twintig jaar aan gebouwd, dus waarom zouden ze het afbreken?’