Burger windt zich op over eenzijdige berichtgeving in ED

Of in de media en politiek nu sprake is van een innige perverse omhelzing, een homogene soort of ghettovorming, goed voor de democratie is het allerminst.

De afgelopen dagen heb ik in het ED meerdere artikelen gelezen over het associatieverdrag met Oekraïne. Opvallend in deze artikelen is dat ze allemaal pleiten vóór het verdrag en daarmee heeft het ED zich in mijn ogen – bewust? – gedefinieerd als boodschapper van de ja-stemmers.

Wat erg opvalt in de artikelen is dat ze volledig voorbij gaan aan de terechte grote bezwaren van de nee-stemmers, want over de redenen voor die bezwaren wordt met geen woord gerept. Zo vinden de economen Fred Pallada en Rob Rühl (ED Opinie 17 maart) dat GeenPeil vooral protesteert tegen Brussel. En ja, dat is zo. GeenPeil neemt duidelijk stelling tegen de ongebreidelde en gevaarlijke uitbreidingsdrang van Brussel, want dat is waar dit verdrag op termijn onherroepelijk toe gaat leiden.

Premier Mark Rutte, die eerder al diverse door hem met stelligheid gedane verkiezingsbeloften heeft moeten breken, beweert nu net zo stellig dat Oekraïne geen lid zal worden van de EU. Maar Herman van Rompuy zei jaren geleden al dat Oekraïne op termijn zal toetreden.

Volgens Pallada en Rühl zal een ‘nee’ tegen het verdrag verwarring wekken in binnen- en buitenland. Verder stellen ze dat het associatieverdrag Oekraïne gunstige economische perspectieven zal bieden. Dat kan best zo zijn, maar nergens lees ik in hun artikel ook maar één letter over politieke én militaire integratie van Oekraïne, hoewel dat – meerdere keren zelfs – in het verdrag letterlijk wordt benoemd. En laat dat nou net dé reden zijn waarom veel mensen tegen het verdrag zijn. Een verdrag dat aan de burgers wordt verkocht als een handelsverdrag, maar dat véél meer is dan alleen dat.

In een ander artikel – van de hand van verslaggever Bob van Huët (ED 16 maart) – wordt de Amerikaanse geostrateeg en schrijver Robert Kaplan aangehaald die het heeft over een tweede Koude Oorlog. De schuld daarvoor zou volgens Kaplan de Russische president bij Vladimir Poetin zou liggen. Een nee-stem zou volgens Kaplan de Russen in de kaart spelen. Laat ik voorop stellen dat ik geen fan ben van Poetin en zijn kliek, maar laten we wel even eerlijk blijven. Waarom speelt Poetin het spel zoals hij het speelt? Gewoon omdat het Westen alle in 1990 gemaakte afspraken over gebiedsuitbreiding met voeten treedt, telkens opnieuw. Is het dan gek dat Poetin zich verweert? Niet Poetin drijft een wig tussen Oekraïne en het Westen, zoals Van Huët schrijft, nee het Westen drijft Rusland steeds verder in het nauw!

En dan het artikel van de hand van Hanneke Keultjes en Hans van Soest (ED 19 maart). Zij hebben een andere voorstander van het verdrag, minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken, geïnterviewd, maar ze hebben geen enkele vraag gesteld over het feit dat het verdrag letterlijk spreekt over militaire samenwerking. Wat moet militaire samenwerking in een handelsverdrag? Nee, daar mag niet naar gevraagd worden, want dan valt het ja-kamp door de mand. Jammer, een gemiste kans maar misschien hebben ze het verdrag niet eens gelezen.

Ik hoop van harte dat de Nederlandse burgers op tijd in de gaten krijgen dat ze zand in de ogen wordt gestrooid, want dit verdrag gaat véél verder dan alleen maar het bevorderen van wederzijdse handel. Het verdrag gaat wel degelijk óók over politieke en militaire samenwerking en over toekomstige toetreding tot de EU. Formeel treedt Oekraïne met dit verdrag (nog) niet toe tot de EU, maar praktisch hoort het land, dat met Rusland in oorlog is, er straks helemaal bij.

Ik heb niets tegen een goede handelsrelatie met Oekraïne maar de eurofiele politici in Den Haag en Brussel gaat niets te ver in hun uitbreidingsdrang. De doden van vlucht MH17 zijn de eerste onschuldige slachtoffers van hun roekeloze machtsspel.

M. van den Heuvel
Hapert

Bron: Eindhovens Dagblad