Draai na referendum levert PvdA hoon op

Het Nederlandse ’nee’ tegen het associatieverdrag van de EU met Oekraïne heeft niet alleen het kabinet, maar ook de PvdA-fractie in de problemen gebracht.

Vonden de sociaaldemocraten vóór het referendum nog dat het kabinet de uitslag moest overnemen, nu vinden ze dat het kabinet eerst met vertegenwoordigers van het nee-kamp in overleg moet. De draai leverde de partij in een roerig en soms snoeihard Kamerdebat hoon op van de oppositie.

Ook de VVD werd volop aangevallen nadat Kamerlid Ten Broeke erop had gewezen dat het nee-kamp verdeeld is en dat de nee-stemmers verschillende motieven hebben. Recht doen aan de uitslag is daarom een lastige klus. SP-Kamerlid Van Bommel merkte op dat Ten Broeke ook niet moeilijk deed over de motieven van kiezers die op de VVD hebben gestemd omdat ze dachten dat ze daarmee duizend euro zouden krijgen. Een lachsalvo steeg op vanaf de rijkgevulde publieke tribune.

Het kabinet kwam in het debat eveneens in de knel. De voltallige oppositie wil dat er snel een wet komt ter intrekking van het verdrag met Oekraïne. Alleen dan wordt recht gedaan aan de uitslag van het referendum. „Ik was tegen het referendum en vóór het verdrag, maar als het een ’nee’ is geworden, kun je niet ’ja’ doen. Intrekken is onvermijdelijk”, zei CDA-leider Buma.

Premier Rutte wil echter ruimte houden om met een Europese oplossing te komen. „Geef ons een kans”, smeekte hij. Rutte belooft in Brussel aanpassingen aan het verdrag te bedingen die de nee-stem ’een plek geven’. Lukt dat niet, dan trekt het kabinet alsnog de goedkeuringswet in.

’Onacceptabel’, vond PVV-leider Wilders. Hij beschuldigde de premier van het plegen van een ambtsmisdrijf. Volgens de referendumregels moet het kabinet immers zo spoedig mogelijk met een intrekkingswet komen.

Het was gisteravond onduidelijk of Rutte kan rekenen op de steun van de voltallige coalitie. Zo konden meerdere PvdA’ers gisteren niet garanderen dat de hele fractie akkoord is met de tactiek van het kabinet. Bij de stemming van volgende week moet dat blijken.

Daarmee heeft de ministersploeg van Rutte een taai probleem. Het beeld blijft immers hangen dat ze de raad van het volk in de wind slaat. Omdat het een raadgevend referendum is, kan het kabinet de uitslag naast zich neerleggen. Maar in een verkiezingsjaar is dat zowat politieke zelfmoord.

Het kabinet zette vóór het debat de oppositie nog onder druk. Premier Rutte en minister Koenders (Buitenlandse Zaken) belden persoonlijk met fractieleiders van CDA, D66, SGP en GL. De bewindslieden vroegen met klem om niet mee te stemmen met het SP-voorstel dat het kabinet dwingt tot intrekken van de Oekraïne-wet. Tijdens de schorsing van het debat belden de bewindslieden nog eens. Het leek tevergeefs.

Telegraaf, 14 april 2016