Laat noch Poetin noch VS onze stem bepalen

Het verdrag met Oekraïne is vooral goed voor de VS. Stem dus tegen.

Het is gênant, maar de voorstanders van het associatieverdrag met Oekraïne hebben niet slechts een zwak, maar zelfs helemaal geen verhaal. Vandaar dat de voorstanders zich al vanaf het begin van de campagne gedwongen zagen om op de proppen te komen met een enge boeman, die Poetin heet. Een stem voor het verdrag is een stem voor Poetin, wordt beweerd.

Oké. Maar het bestrijden van IS, een grote vijand van Poetin, is ook in zijn voordeel, gaan we daar dus mee stoppen? En Poetin houdt van judo, misschien moeten we de judoverenigingen in ons land verbieden? We willen immers toch Poetin niet in de kaart spelen? Moeten we, bij het afsluiten van verdragen, ons laten leiden, zoals de voorstanders bepleiten, door wat Poetin daar wel of niet van zou kunnen vinden, gesteld dat we dat al kunnen weten? Nee natuurlijk! We laten onze oren juist naar Poetin hangen als we het wel of niet tekenen van een verdrag met een ander land afhankelijk maken van wat Poetin hier wel of niet over zou denken. Het is een teken van zwakte en niet van kracht ons door anderen te laten dicteren waar we al dan niet mee moeten instemmen.

Het feit dat Rusland niet blij is met dit associatieverdrag betekent niet automatisch dat wij er wel blij mee moeten zijn. Net zoals het feit dat Rusland nu in Syrië vecht tegen IS niet betekent dat we IS automatisch tot onze bondgenoot moeten verklaren. Bovendien, het voortbestaan van dit associatieverdrag betekent een bevestiging en verharding van de huidige tweedeling in Oekraïne en deze tweedeling heeft het voor Rusland mogelijk gemaakt grote delen van Oekraïne onder haar gezag te plaatsen. En zo spelen dus juist de ‘nuttige idioten’ die voor dit associatieverdrag pleiten zonder het te weten Poetin in de kaart.

Trouwens, het simplistische zwartwit schema ‘EU goed, Rusland slecht’ (het lijkt wel een B-film) is kinderlijk en niet serieus te nemen. Op zijn minst zijn er geen ‘good guys’ en ‘bad guys’ in deze burgeroorlog aan te wijzen en zijn Rusland en EU even schuldig aan het uitbreken ervan.

Hoewel, als er dan toch per se een ‘schuldige’ moet worden aangewezen dan moeten we erkennen dat de Russische steun aan de rebellen in de Donbass-regio pas werd gegeven nadat de EU een deel van de bevolking had opgehitst en aangezet tot het plegen van een gewelddadige coup tegen een democratisch gekozen – zij het volstrekt corrupte – regering. Dat de EU, net als de VS, overal ter wereld maar zou moeten interveniëren om ‘verlichting en democratie’ te brengen (of gewoon om ordinaire geopolitieke redenen?), is een onder eurofielen welig tierend, hardnekkig en nauwelijks uit te roeien geloof.

Ten slotte, het intrekken van het verdrag zou niet alleen voor onszelf het beste zijn, maar ook voor Oekraïne. Dat Rusland hier ook blij mee zal zijn is alleen maar mooi meegenomen, want er is niets op tegen om vriendelijke relaties met Rusland te onderhouden.

Waarom zouden we Rusland ontzeggen, wat we wel doen met een land als Saoedi-Arabië, dat begin dit jaar tientallen gevangenen heeft onthoofd en waar vrouwen tweederangs burgers zijn en niet mogen stemmen?

Met dit referendum heeft Nederland nu een unieke kans om tegen dit associatieverdrag te stemmen en zo te voorkomen dat de spanningen in het oosten van Europa verder oplopen.

Laten we ‘nee’ zeggen tegen een door de Amerikanen gepropageerd, neoconservatief en agressief beleid, waarbij de confrontatie met Rusland wordt gezocht ten koste van de stabiliteit op ons continent.

Dit artikel werd gepubliceerd in Trouw op 5 april 2016

Regering speelt vals om ja-stem referendum af te dwingen

Om het heilige ‘Europese project’ te beschermen, ondermijnt de regering het democratisch proces.

De campagne is nu vol op stoom. Wij, het Burgercomité-EU, en anderen uit het ’tegenkamp’ hebben nauwkeurig en specifiek aangegeven – vaak met de artikelnummers van het verdrag erbij – wat er volgens ons allemaal mis is met het verdrag. En dat is veel, zoveel zelfs dat we het in een klein pamflet getiteld En daarom nee hebben gepubliceerd. De voorstanders hebben hier tot nu toe op een paar algemene kreten na – Handelsverdrag! Samenwerking! Veiligheid! – niets tegen in gebracht. De vraag is natuurlijk of een associatieverdrag daadwerkelijk de handel, veiligheid en samenwerking bevordert en of het wel te rijmen is met onze democratische waarden, niet alleen die van ons land, maar ook die van Oekraïne.

Wel heeft de regering intussen het democratisch proces zelf ondermijnd. Dat baart ons enorm zorgen. Als je het spel niet eerlijk kunt winnen behoor je niet te gaan valsspelen. Zeker niet als regering en zeker niet met zoiets belangrijks als onze democratie. Toch zagen we dit de afgelopen maanden keer op keer gebeuren.

Het eerste voorbeeld is het stemlokalenschandaal. Sommige gemeenten hebben het aantal stemlokalen met meer dan 70 procent gereduceerd terwijl dit nota bene het eerste referendum is waarvoor een opkomstdrempel geldt. Daarmee beïnvloedt de overheid dus niet alleen de opkomst, maar ook de uitslag. De gemeente Son en Breugel is hiervoor door de rechter veroordeeld, maar het is natuurlijk bizar dat wij, het ’tegenkamp’, nu met allerlei rechtszaken ervoor moeten proberen te zorgen dat ook gehandicapten, ouderen, en anderen die wellicht minder mobiel zijn straks zonder onnodige obstakels kunnen gaan stemmen.

Ten tweede begrijpt de regering blijkbaar het verschil tussen de staat en het kabinet niet meer. Het kabinet kan als politieke coalitie campagne voeren, maar de staat als onpartijdige arbiter en vertegenwoordiger van alle Nederlanders, zonder onderscheid, kan dat niet. En toch voert bijvoorbeeld Hans Docter, ambassadeur in Ghana (sic!) en dus rijksambtenaar bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, op verzoek van de regering actief campagne voor het associatieverdrag. Een ambtenaar kan politiek actief zijn, maar alleen als privépersoon en als hij de campagne strikt scheidt van zijn werk. Een ambtenaar die in zijn functie campagne voert, behoort te worden ontslagen in plaats van in opdracht van de regering onwettig te handelen. Het komt er nu dus op neer dat wij via deze ambassadeur niet alleen campagne tegen de regering voeren, maar ook tegen de staat zelf. Dat is een ongehoord feit, dat opnieuw aantoont hoe weinig respect onze overheden nog hebben voor de staatsrechtelijke principes.

Ten derde zijn sommige gemeenten zo onverstandig geweest een folder met ‘informatie’ over het referendum met de stempassen mee te sturen. Deze uitleg lijkt echter als twee druppels water op het regeringsstandpunt, de argumenten van het tegenkamp komen nauwelijks of ernstig verknipt aan bod. Met andere woorden, dit is een verborgen oproep van de gemeenten om ja te stemmen. Wat zou er gebeuren als tijdens Tweede Kamerverkiezingen gemeenten stempassen zouden rondsturen met ‘informatie’ waaruit blijkt dat men maar het beste op de PvdA kan stemmen? Het land zou te klein zijn. Het lijken wel ‘Russische’ toestanden.

Lees verder op de Volkskrant

Red onze democratie en stem tegen op 6 april!

Waarom zijn we tegen dit associatieverdrag? Dit verdrag zal slecht zijn voor Nederland en is nu al een ramp voor Oekraïne. Het is bovenal een zoveelste gevaar voor onze democratie, betoogt Pepijn van Houwelingen van het Burgercomité-EU.

Zoals Chris de Ploeg eind 2014 in een uitmuntend stuk in de Groene Amsterdammer uitvoerig heeft laten zien was en is Oekraïne tot op het bot verdeeld over dit verdrag. Uiteindelijk besloot toenmalig president Janoekovitsj te kiezen voor een douane-unie met Rusland simpelweg omdat het aanbod van Rusland veel genereuzer was. Het gevolg? Een opstand van een deel van de Oekraïense bevolking, zoals De Ploeg mooi in zijn artikel laat zien. Dit deel werd aangemoedigd en op een onverantwoorde wijze opgehitst door de EU. Oordeelt u zelf aan de hand van deze video, daar ziet u Europarlementariërs Van Baalen en Verhofstadt op een bijzonder kritiek moment, februari 2014, zich namens de EU mengen in een intern explosief debat. Ze gingen naar het Maidan en riepen op een enorm delicaat moment de Oekraïense bevolking op in opstand te komen tegen hun eigen wettig gekozen regering. Stelt u zich eens voor dat Poetin op een plein in Barcelona de Cataloniërs zou toeschreeuwen zich af te scheiden van Madrid, het land zou te klein zijn…

Het gevolg? Een bloedbad op het Maidanplein waarvan het tot nu toe enig academische onderzoek overigens uitwijst dat het niet de regering maar, waarschijnlijker, de rebellen zelf waren die op hun eigen mensen schoten. Janoekovitsj, een democratisch gekozen president, werd verdreven en een nieuwe regering die voor een groot deel bestaat uit oligarchen (president Poroshenko is bijvoorbeeld een miljardair) en afhankelijk is van de steun van neonazi’s grijpt de macht. Een van de eerste maatregelen die de regering uitvaardigt is het afschaffen van het Russisch als officiële taal. Het gevolg: in het oosten van het land breekt een opstand uit en de huidige burgeroorlog is een feit.

En dit is geen ‘Russische propaganda’, het is de waarheid. Althans, het is in ieder geval veel meer waar dan de ‘Europese propaganda’ die wij dag in dag uit over dit verdrag te horen krijgen van de EU en onze eigen regering. De EU heeft vanuit een giftige combinatie van imperialisme en goede bedoelingen als eerste met zijn bemoeizucht een interne machtsgreep in Oekraïne gesteund en daarmee de internationale rechtsorde geschonden. Het resultaat is een rampzalige burgeroorlog waar ook Rusland zich in heeft gemengd. Rusland is geen lieverdje, maar dat zijn de neonazi-bataljons die aan de kant van Kiev strijden ook niet. Het land is mede dankzij onze Europese bemoeizucht in de afgrond gestort en meer verdeeld dan ooit tevoren. Er is in ieder geval zeker geen soeverein en eensgezind ‘Oekraïens volk’ dat unaniem heeft gekozen voor aansluiting bij de EU en daarvan slechts wordt weerhouden door het grote boze Rusland zoals sommige populisten uit het Ja-kamp het graag willen voorstellen.

Wat is wel ondubbelzinnig propaganda? Zeggen dat dit associatieverdrag een ‘simpel handelsverdrag’ is zoals onze regering keer op keer doet. Dat kan juridisch niet eens het geval zijn omdat als het slechts een handelsverdrag zou zijn, het al onder de soevereine competentie van de EU zou vallen en dus geen parlementaire goedkeuring nodig heeft en dan per definitie dus ook niet referendabel kan zijn.

Lees verder op Sociale Vraagstukken

Wie is de baas?

Regering weet zelf niet meer hoe soeverein Nederland ten opzichte van de EU nog is, zegt het Burgercomité-EU.

Het is nauwelijks in het nieuws geweest, maar vorige week heeft de regering eindelijk antwoord gegeven op de Kamervragen van Omtzigt (CDA) en Verhoeven (D66). Deze vragen betreffen het referendum van 6 april over het associatieverdrag dat de EU met Oekraïne heeft gesloten.

De hamvraag: kan de Nederlandse regering het associatieverdrag, mocht de bevolking 6 april tegen stemmen, eenzijdig opzeggen? De beantwoording van deze vraag, zo schrijft de regering, heeft langer op zich laten wachten dan normaal. Zo vreemd is dat niet als je de antwoorden leest. Want wat blijkt: niemand weet het!

De regering schrijft letterlijk dat zodra Kamer en regering een eventuele nee-uitslag overnemen en het verdrag niet ratificeren we ons op ‘onontgonnen terrein’ bevinden.

Het belang van dit antwoord kan nauwelijks worden overschat. Want wat betekent dit? Dat de bevoegdheidsoverdracht naar Brussel niet alleen sluipend verloopt, maar dat de bevoegdheidsverdeling zelf inmiddels onduidelijk is geworden. Onze regering, zo blijkt uit haar antwoorden, weet zelf niet meer hoe soeverein we als land ten opzichte van de EU nog zijn.

Letterlijk schrijft ze: ‘In de Raadsbesluiten over de ondertekening en voorlopige toepassing van het associatieakkoord met Oekraïne namens de Europese Unie […] wordt het precieze karakter van de betreffende bevoegdheden van de EU in het midden gelaten.’ Met andere woorden, niemand weet blijkbaar of de EU op deze gebieden, dat wil zeggen de delen van het verdrag die nu voorlopig al worden toegepast, uiteindelijk de baas is en dus over een exclusieve competentie beschikt of dat Nederland zelf nog steeds op deze terreinen soeverein is en dus over een vetorecht beschikt.

Lees dit artikel van het Burgercomité-EU verder op de Volkskrant

Red de democratie, stem ‘nee’ op 6 april

Wie ‘nee’ stemt bij het komend referendum doet het beste voor burgers in ons land en in Oekraïne.

En ja hoor, de voorstanders van het associatieverdrag van de EU met Oekraïne zetten hun sterkste argument in: angst. Net zoals tien jaar geleden bij het referendum over de Europese grondwet wordt de Nederlandse kiezer met van alles en nog wat bedreigd, mocht hij zo brutaal zijn om op 6 april tegen te stemmen.

Voor EU-voorzitter Juncker gaat deze keer niet alleen ‘het licht uit’ als we niet voor dit verdrag stemmen maar storten we heel Europa in een ‘continentale crisis’. Maar was dit niet slechts een ‘simpel handelsverdrag’ waarvan er tientallen zijn, volgens onze premier?

Zo langzamerhand lijkt de blinde paniek toe te slaan in het kamp van de voorstanders. Ze zijn duidelijk slecht voorbereid en hebben vaak het verdrag aantoonbaar niet gelezen. Als verstokte gelovigen verwarren ze oorzaak en gevolg. Volgens hen is de EU niet de oorzaak maar de enig mogelijke oplossing voor al deze crises. In weerwil van overdonderend bewijs van het tegendeel en te midden van dalende steun, geloven zij dat meer EU en meer centrale aansturing, het liefst een volwaardige politieke unie, de enige manier is om de huidige problemen het hoofd te bieden. En zo storten zij ons juist in een reeks steeds diepere structurele economische, politieke, culturele en zelfs constitutionele crises die samen inderdaad continentale proporties aannemen.

Volgens ons ligt de oplossing van die door de EU vaak zelf veroorzaakte crises in het herstel en de verdere ontwikkeling van onze democratie. De kracht van een democratie, zo betoogt David Runciman in zijn recent verschenen boek ‘The confidence trap’, is nu juist het vermogen crises op te lossen. Waarom? Omdat een goedwerkende democratie een uniek zelfcorrigerend vermogen bezit. Precies dit vermogen kan ons op 6 april een grote dienst bewijzen. Een nee-stem kan onze in de eigen tunnelvisie vastgelopen politieke elite dwingen van koers te veranderen.

Ons eerste doel is natuurlijk het tegenhouden van een verdrag dat alleen goed is voor Brussel en niet voor burgers, zowel in Nederland als in Oekraïne. Het tweede doel van ons referendum is de anti-democratische aard van de EU bloot te leggen. Gedurende de campagne zal het vriendelijke masker van het EU-gelaat afvallen, zoals de dreigementen van Juncker nu al laten zien. Precies zoals dat de afgelopen zomer tot schrik van velen met Griekenland ook al gebeurd is. Een klein snufje democratie, in de vorm van dit referendum, is daarvoor al voldoende. En in de nasleep: kan de regering straks recht doen aan de uitslag zoals nu door een meerderheid van partijen in de Tweede Kamer wordt gewenst?

We gaan tegelijk ook iets heel moois en positiefs aantonen. Want dit referendum zal laten zien dat de ‘democratie’ als praktijk en als waarde onder ons vandaag nog steeds onaantastbaar is.

En dat betekent dat deze EU op drijfzand gebouwd is omdat het haar aan elk democratisch fundament ontbreekt. Het beroemde democratisch deficit is niet te repareren omdat het de grootste weeffout in het ontwerp van de Unie is. Daarom roepen wij alle democratisch gezinde Nederlanders toe: als we op 6 april de voordeur met onze nee-stem hard intrappen zal dat het begin van het einde zijn van het hele op drijfzand gestichte gebouw. Laat u niet verwarren door een omkering van de feiten: uw nee-stem draagt juist bij aan het begin van een oplossing van de continentale en constitutionele crisis die door de EU is veroorzaakt.

Bron: Dit artikel van het Burgercomité-EU is gepubliceerd in Trouw op 15 januari 2016

Kort weerwoord

Mooi! Het ja-kamp, althans een deel ervan, zo blijkt uit een bijdrage van 13 januari in de Volkskrant, lijkt zich er eindelijk bij te hebben neergelegd dat er een referendum komt over het associatieverdrag met Oekraïne. Jammer dat hun argumentatie aan alle kanten rammelt. Maar wat niet is, kan nog komen. We zijn allang blij een beetje energie te bespeuren bij onze tegenstanders!

Dit verdrag zou, aldus het ja-kamp, ‘vooral een handelsverdrag’ zijn. Nogmaals, dit verdrag is geen handelsverdrag maar een integratieverdrag en juist het zogenaamde ‘handelsgedeelte’ bewijst dit overduidelijk. In dit gedeelte van het verdrag zijn namelijk tientallen (!) bepalingen opgenomen die Oekraïne dwingen om de nationale wetgeving aan te passen aan die van de EU. Dat gaat dan bijvoorbeeld over mededingingswetgeving (artikel 256) en milieuwetgeving (artikel 363). Naar schatting moet Oekraïne in totaal 80% (!) van de Europese wetgeving overnemen voor dit ‘handelsverdrag’. Dit is meer nog dan de Balkanlanden die op weg zijn naar EU-lidmaatschap. Het probleem van de EU is nu juist dat ze meent dat voor ‘vrijhandel’ zo goed als alle nationale wetgeving ‘gelijkgeschakeld’ moet worden: ‘handel’ betekent dus ‘integratie’, vergeet u dat vooral niet de komende maanden!

Grenzen zijn er voor een reden. Zonder grenzen geen landen. Grenzen stellen ons in staat te controleren wie er ons land binnenkomt en wie niet. Grenzen zijn er in allerlei soorten en maten, van grote muren tot symbolische open grenzen. En ja, een visumverplichting is ook zo’n ‘grens’, een barrière die ons in staat stelt controle te houden op wie ons land wel en niet in (mogen) komen. Oekraïne zit midden in een burgeroorlog. Het kan zijn eigen grenzen niet of nauwelijks controleren; wapensmokkel, drugshandel, orgaanhandel – maar ook mensenhandel zijn aan de orde van de dag. Zo’n extra barrière is dan niet alleen verstandig – maar zelfs bittere noodzaak. Dit associatieverdrag schaft deze barrière echter juist af.

Ten slotte, zo vragen de voorstanders van dit verdrag zich af, is het niet mooi dat we met dit verdrag straks in Oekraïne de corruptie bestrijden en mensenrechten bevorderen? Hoe naïef kun je zijn! De Europese unie probeert al decennia corruptie in landen als Italië en Griekenland te bestrijden zonder enig meetbaar resultaat. Onze ‘goede bedoelingen’ en bemoeizucht hebben na 15 jaar nog helemaal niets opgeleverd in Afghanistan en hebben ondertussen Irak, Libië en Syrië in een burgeroorlog en in onvoorstelbare ellende gestort. Bovendien: een paar maanden geleden nog heeft het Oekraïense parlement met de grootst mogelijke tegenzin, en onder druk van de EU, een motie aangenomen over gelijkberechtiging van homo’s op de werkvloer. Is dat democratisch? En wat heeft dit in hemelsnaam nog met vrijhandel te maken?

Volgens de Duitse socioloog Max Weber zouden in de politiek niet de ‘goede bedoelingen’, warme gevoelens en mooie woorden, wat hij ‘Gesinnungsethik’ noemde, maar keiharde resultaten, ‘Verantwortungsethik’, leidend moeten zijn. Dat lijkt ons ook. Helaas kunnen onze tegenstanders bij gebrek aan zowel argumenten als elementair gezond verstand zich slechts op hun vermeende goede bedoelingen en angst beroepen – er breekt volgens Juncker zelfs een ‘grote continentale crisis’ uit als u tegen stemt! Irak en Syrië laten echter helaas zien dat de weg naar de hel vaak geplaveid is met goede bedoelingen. Gebruik uw eigen verstand, laat u niet bang maken en stem tegen op 6 april.

Burgercomité-EU

Verdrag met Oekraïne bewijst niemand een dienst

Zelden hebben we zo’n rancuneus, verbitterd en cynisch opiniestuk gelezen als dat van Boekestijn en De Wijk. Ze kunnen het niet verkroppen dat bijna een half miljoen steunbetuigingen in zes weken (!), een raadgevend referendum op 6 april hebben mogelijk gemaakt.

Ze kunnen het niet aanvaarden dat steeds meer mensen vragen stellen bij de EU en de ongebreidelde wildgroei van haar bevoegdheden. Waar ze toe oproepen is ronduit stuitend – je zou denken dat de inkt ervan gaat blozen: het kabinet moet nu al te kennen geven dat het de uitslag van het referendum niet zal respecteren. Bovendien moet u van hen vooral niet gaan stemmen op 6 april.

Overduidelijk heeft het tweetal echter geen flauw idee waarover het spreekt. In hun stuk beweren Boekestijn en De Wijk zaken die zelfs met de beste wil van de wereld niet consistent te maken zijn. Het associatieakkoord (lees het zelf!) is geen handelsverdrag maar een integratieverdrag. Als het immers een handelsverdrag zou zijn (quod non!), dan zou het inderdaad, zoals de heren zelf ook schrijven, onder de exclusieve competentie van de EU vallen – en dus helemaal niet hoeven te worden goedgekeurd door de afzonderlijke parlementen. Dan zou er dus ook geen referendum over kunnen worden gehouden en zou u ons niet hebben gehoord.

Daarnaast is het ook een politiek verdrag. Het ‘staatsblad’ van de EU, de EU Observer, stelt dat Oekraïne met dit verdrag ongeveer 80 procent van de totale EU-wetgeving zal moeten overnemen – meer nog zelfs dan de Balkanlanden die geacht worden in de toekomst lid te worden.

En het gaat niet alleen om EU-wetgeving aangaande interne markt – maar ook om strategische, geopolitieke, interculturele en immigratiezaken. Zo wordt bijvoorbeeld gesproken over een visumvrije ruimte (titel 3, artikel 19). Is dat een verstandig idee, met de huidige immigratieproblematiek? Met een land dat in de wereldtop van wapen-, vrouwen- en orgaanhandel zit, en dat bovendien enthousiaste kunstrovers herbergt?

Lees dit artikel van Burgercomité-EU en Forum voor Democratie verder op de Volkskrant

Het gaat niet om Poetin

De Oekraïense president Petro Porosjenko zei afgelopen donderdag dat GeenPeil ‘koren op de molen van Poetin’ is. Volgens Hubert Smeets zouden wij tegen het verdrag zijn omdat ‘Oekraïne in de Russische invloedssfeer zit’. Onzin. Het verdrag is slecht voor Nederland, slecht voor Oekraïne en slecht voor de internationale rechtsorde. Daarom zijn wij tegen. Dat heeft niets met Poetin te maken.

Pepijn van Houwelingen (Burgercomité-EU), Thierry Baudet (Forum voor Democratie), Bart Nijman (GeenStijl)

Oekraïne is een tot op het bot verdeeld land. Verwikkeld in een burgeroorlog. De Maidan-protesten werden tot op het laatst door een meerderheid van de bevolking afgekeurd en zittend president Janoekovitsj ging aan kop in de peilingen. De nieuwe regering is door een staatsgreep aan de macht gekomen en spaarde vervolgens de aanhangers van het voormalige regime niet – onder meer door gebruik van clustermunitie in Donetsk en Lugansk. Met meer dan tienduizend slachtoffers tot gevolg.

Het associatie-akkoord betekent ondertussen een totale ineenstorting van de economie in het Oosten van het land, dat volstrekt afhankelijk is van de handel met Rusland. Ook voor West-Oekraïne is het slecht: de Europese handelswaren zullen de plaatselijke producten van mindere kwaliteit volledig uit de markt drukken. Tel daar de verhoogde gasprijs als gevolg van de bekoelde relaties met Rusland bij op – en faillissement blijkt vrijwel onvermijdelijk.

Europa zal, als mede-aanstichter van deze misère, gevraagd worden op te draven voor de kosten. Dat betekent ook voor Nederland weer aanzienlijke vergroting van de financiële lasten, die volgens berekeningen kunnen oplopen tot in totaal 160 miljard. Daarnaast kunnen we – onder meer door de visumliberalisatie waar het verdrag in voorziet – aanzienlijke golven immigratie tegemoet zien. Grote aantallen Oekraïeners willen niets liever dan verhuizen naar de rijkere West-Europese landen. De burgeroorlog en de economische crisis die door het verdrag mede zijn veroorzaakt wakkeren die migratiedrift alleen maar verder aan.

Daarnaast gaan we ‘samenwerken’ op gebied van veiligheid, defensie en jusititie. Met – nogmaals – een land in burgeroorlog, waar extreem-rechts in sommige steden (zoals Lviv) 40% van de stemmen behaalde en nazistische militia onderdeel uitmaken van de strijdkrachten. Een land dat in de internationale corruptie-indexen tot de absolute wereldtop behoort. Voor de zoveelste keer slaapwandelen onze politici een ravijn in. Daarom is een fel, intensief en inhoudelijk debat noodzakelijk – met als eindpunt een democratische beslissing door de Nederlandse bevolking in het referendum van 6 april 2016.

NRC van 27 november 2015