De euro is helemaal niet goed voor onze welvaart

De bewering dat de euro goed is voor onze welvaart is zo’n grote leugen dat men gewoon niet kan geloven dat het niet waar is, vindt Pepijn van Houwelingen.

31 januari 2013

Het Europese integratieproject is, met Camerons aankondiging van een Brits referendum, op losse schroeven komen te staan. Omdat de EU bij velen bovendien allang geen warme gevoelens meer oproept, is het niet verwonderlijk dat voorstanders van verdere integratie zich nu verbeten achter hun laatste verdedigingslinie hebben verschanst: zonder de EU en de euro kan Nederland niet welvarend zijn. Guy Verhofstadt bleef dit afgelopen zondag in Buitenhof maar zeggen: als Nederland net zoals de Britten een referendum organiseert en uit de EU stapt, volgt een economisch armageddon.

Maar is dat zo? Hetzelfde werd immers alom verkondigd toen de president van IJsland zo moedig was een referendum uit te schrijven. De bevolking van IJsland verwierp met een grote meerderheid het verdrag dat toen met Nederland en het Verenigd Koninkrijk was gesloten over de terugbetaling van leningen en zie, na een paar zware jaren klimt IJsland op dit moment weer snel uit het dal. Waarom zou Nederland niet rijk en welvarend kunnen zijn buiten de EU en zonder de euro? Kijk naar Zwitserland – een land dat net zoals Nederland veel naar de EU exporteert en een grote financiële industrie heeft – of Noorwegen. Ook het Verenigd Koninkrijk kan op dit moment goed handel drijven met het continent terwijl het de euro niet heeft ingevoerd. Er bestaan zelfs veel kleine en erg welvarende landen die net zoals Nederland bijzonder afhankelijk zijn van de internationale handel maar toch hun eigen munt hebben. Singapore is een mooi voorbeeld.

De gedachtegang waarmee de Europese integratie en de euro worden verdedigd, lijkt beangstigend veel op redeneringen waarmee vroeger de superioriteit van een planeconomie ten opzichte van een markteconomie werd ‘bewezen’. Net zoals voor planeconomen competitie en verschillen tussen bedrijven allemaal vormen van verspilling zijn die ten koste van de algemene welvaart zouden gaan, zijn voorstanders van de EU en het Europese integratieproces ervan overtuigd dat, op landelijk niveau, concurrentie en competitie tussen munten en wetgeving een slechte zaak is.

Net zoals faillissementen in een planeconomie niet kunnen voorkomen, zijn devaluaties niet langer mogelijk na het invoeren van een gemeenschappelijke munt. En net zoals in een centraal geleide economie tijdens een crisis de touwtjes strakker worden aangetrokken, is men ook nu druk bezig de machtsuitoefening in Europa op allerlei terreinen meer en meer te centraliseren.

Uit de geschiedenis blijkt wel dat dit soort ideologische conflicten nooit door middel van een debat worden beslecht. Uiteindelijk is het de realiteit zelf die bepaalt wat werkt en wat niet: the proof of the pudding is in the eating. Net zoals Oost-Berlijn, als een idee en ideologie, uiteindelijk door het succes van West-Berlijn is weerlegd – ‘het werkte niet’ – zal de welvaart en hogere economische groei van landen die buiten de EU of de euro zijn gebleven – Zwitserland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk – het Europese integratieproject op den duur onmiskenbaar en voor iedereen gaan weerleggen.

Lees deze column van Pepijn van Houwelingen nog eens terug op de Volkskrant >>>

Het Burgercomité vecht voor Nexit

Hoe het Burgercomité Nederland met de blote hand uit de EU wil duwen.

Zelden zo veel bozigheid gezien als bij de presentatie van het manifest van het Burgercomité-EU. Apocalyptisch was het beeld dat Arjan van Dixhoorn en Pepijn van Houwelingen eind mei van Europa schetsten. We zijn een bezet land, zeiden ze, overgeleverd aan landverraders en regenten. Onze kinderen zullen sneuvelen als soldaten van een neokolonialistisch Europa in de strijd tegen Rusland. Banken terroriseren ons, en de media zijn onoprecht.

Hun gehoor bestond uit kwaaie heren en een enkele dame die er graag nog een schepje bovenop deden. Zo veel achterdocht kwam er vrij dat alle lust erover te schrijven me verging. Ook Thierry Baudet, uithangbord van anti-EU-sentimenten en geestverwant van het Burgercomité, hield het voortijdig voor gezien.

Als dit de revolutie was, dan zonder mij. Toch bleef het knagen. Het onderwerp – het genegeerde referendum van 1 juni 2005 waarin Nederland ‘Nee’ zei tegen Europa, en de noodzaak daarover opnieuw een volksraadpleging af te dwingen – was belangwekkend genoeg. Er waren die twee mannen, zo overduidelijk geen politici en zo bezield van de noodzaak van hun project. En er was dat ontroerende wijnrode boekje met leeslint, harde kaft en klassieke broodletter. Manifest aan het volk van Nederland, staat erop. Verre echo van de roemruchte pamfletten die eind 18de eeuw werden gepubliceerd door de patriotten, waarin vaak dezelfde aanhef werd gebezigd: Medeburgers van Nederland…

Dinsdag waaide dat clubje opnieuw aan op het Binnenhof.

Lees de column van Ariejan Korteweg (want het wordt ‘beter’) verder op de Volkskrant >>>

Ambtelijke bijval voor parlementaire enquête euro

Een parlementaire enquête naar de invoering van de euro in Nederland, waar vanmiddag in Den Haag een burgerinitiatief voor wordt ingediend, krijgt hoge ambtelijke bijval op het ministerie van Buitenlandse Zaken dat daar direct bij betrokken was. Plaatsvervangend directeur-generaal Europese Samenwerking Thijs van der Plas zei maandagavond in Den Haag dat de democratische legitimiteit van de euro weer terug moet komen.

‘De petitie voor een parlementaire enquête is een goede zaak. De mensen hebben er recht op dat dat naar boven komt’, aldus Van der Plas op een discussie-avond over de euro. ‘De euro is helaas in potentie een enorme splijtzwam en tast het draagvlak voor de Europese samenwerking aan, met name in Nederland’, aldus de hoge ambtenaar die pleitte voor een veel sterke rol van nationale parlementen in de democratische controle op de EU en het bestuur van de eurozone.

Vanmiddag worden in Den Haag meer dan 40.000 handtekeningen aangeboden in het kader van een burgerinitiatief dat vraagt om een parlementaire enquête naar besluitvorming over de invoering van de euro. Daartoe werd besloten op de Europese Raad van Maastricht in 1991. In 1999 werd de girale euro ingevoerd en in 2002 de chartale, met munt en bankbiljetten.

Volgens het ‘burgerinitiatief’, afkomstig van de anti-EU-activist Thierry Baudet [en Burgercomité-EU, Arno Wellens en Victor Broers, red.], leidde de euro willens en wetens tot een ‘pervers mechanisme’ waarin de noordelijke landen betalen voor een eventueel faillissement van zuidelijke landen.

Lees verder op het Financieele Dagblad >>>

Burgerinitiatief voor parlementaire enquête naar invoering van de euro

Een groep prominenten is met Burgercomité-EU en Forum voor Democratie een burgerinitiatief begonnen voor een parlementaire enquête naar de invoering van de euro. Ze willen daarmee achterhalen of politici wisten dat ‘de invoering van de euro niet alleen een zeer ingrijpend soevereiniteitsverlies inhield, maar ook een bijzonder groot financieel en economisch risico.’

Dat valt te lezen op de website www.peuro.nl.

De publicisten Thierry Baudet, Victor Broers en Arno Wellens hebben de aftrap gedaan en krijgen steun van onder anderen journalist Jort Kelder, hoogleraar Paul Cliteur en filosoof Ad Verbrugge.

‘Nog altijd verbaast het ons’, schrijven zij, ‘hoe het mogelijk is geweest dat zo’n ingrijpende beslissing met zo weinig kritisch debat gepaard ging. Welke rol speelde de overheid daarbij? Hoe kan het dat politici zich niet veel meer zorgen maakten over de financiële stabiliteit van ons land? Wat wisten de betrokkenen nu precies over de risico’s? En wat wisten ze niet? Hoeveel was en bleef onduidelijk, en was het wel verantwoord om zo’n ingrijpende beslissing te nemen te midden van zoveel onduidelijkheid? Realiseerde men zich dat deze euro op termijn zeer grote nieuwe machtsoverdracht aan Brussel noodzakelijk zou maken – zoals de bankenunie, het stabiliteitspact en de op handen zijnde begrotingsunie?.’

Lees meer op Trouw

Raad van State brengt advies uit n.a.v. Kamerdebat burgerinitiatief EU-referendum

En daar is het dan, Raad van State advies W01.14.0025/I/Vo/B naar aanleiding van het Tweede Kamer debat over het burgerinitiatief, bijna een half jaar geleden, van het Burgerforum-EU. In dit burgerinitiatief werd de politiek opgeroepen een referendum uit te schrijven zodra er weer bevoegdheden worden overgedragen om zo de ‘sluipende bevoegdheidsoverdracht’ naar Brussel een halt toe te roepen.

Alle moties voor een referendum naar aanleiding van dit debat zijn door de regering ontraden en hebben het niet gehaald. De enige motie die wel is aangenomen is een motie van Pieter Omtzigt waarin de Raad van State werd verzocht een onderzoek in te stellen naar de ‘sluipende bevoegdheidsoverdracht’. Is er sprake van een sluipende bevoegdheidsoverdracht? En zo ja, hoe zou dit in de toekomst kunnen worden voorkomen? In dit advies probeert de Raad van State op deze vragen antwoorden te geven.

Kort samengevat adviseert de Raad het volgende: ‘Niets aan de hand mensen, loopt u vooral rustig door’. Toch loont het zeker de moeite dit advies te lezen al was het maar vanwege het juridisch gebrabbel, de verbijsterende chutzpah en het obscurantisme waarmee men deze existentiële zaak probeert af te doen. Een bloemlezing:

Over het overdragen van bevoegdheden:

‘Een dergelijke verdeling van bevoegdheden impliceert echter geen verlies van soevereiniteit en zal veelal juist een bevestiging of versterking daarvan opleveren.’

Hier staat simpelweg ‘zwart is wit’, ‘vrede is oorlog’ of ‘ja is nee’ geschreven. Zodra zinnen abstract geformuleerd worden is dat dikwijls een aanwijzing dat er iets niet in de haak is. Het advies is doordrenkt van abstracte en boute beweringen zonder enige bewijsvoering.

‘Het terugleggen van bevoegdheid op nationaal niveau biedt dan ook geen bevredigende aanpak en oplossing’.

Een non sequitur van de eerste orde. De Raad van State toont nergens maar dan ook nergens in haar advies aan of maakt het zelfs maar enigszins aannemelijk dat dit het geval is. Integendeel, alles wijst op het tegendeel. Europese landen buiten de EU (Noorwegen, Zwitserland, IJsland, etc.) worden niet omlaag getrokken door het zinkend schip dat de EU heet en slagen er prima in allerlei problemen op nationaal niveau op te lossen.

Uit het advies blijkt daarentegen wel herhaaldelijk en haarscherp dat Nederland bij het tekenen van een verdrag in feite een blanco cheque uitschrijft. Immers, de bevoegdheden zijn niet scherp afgebakend en dit kan er toe leiden, dat, zeker in tijden van crisis, de EU bevoegdheden naar zich toetrekt waar niemand bij het ondertekenen van het verdrag rekening mee had gehouden laat staan wenselijk had gevonden:

‘Daardoor is die samenwerking in de loop van de tijd onmiskenbaar breder en intensiever geworden dan oorspronkelijk bij de goedkeuring van de verdragen werd vermoed of voorzien.’

Ja, u leest het goed, het staat er echt. Nederland moet bevoegdheden overdragen zonder dat er ooit sprake is geweest van enige geïnformeerde wilsovereenstemming. Nederlandse politici zijn zo enorm dom en naïef geweest dat ze hun handtekening onder verdragsteksten hebben gezet die blijkbaar zo vaag waren dat ze in feite blanco cheques hebben getekend. Nederland is aan de grillen van Brusselse bureaucraten overgeleverd.

‘Deze ontwikkeling kan een gevoel van verlies aan controle teweeg brengen’

Door het hele advies heen schrijft de Raad van State ineens over ‘gevoelens’, ‘indrukken’ en ‘beelden’ zodra ze een keihard en vervelend feit liever als een ‘oordeel’ wil wegzetten in plaats van het eerlijk te erkennen voor wat het is: een vervelende harde waarheid. Dit is zowel kinderlijk als irritant. Als ze eerlijk waren geweest hadden ze geschreven: ‘Deze ontwikkeling betekent een totaal verlies aan controle’. Nog zo’n voorbeeld:

‘Bij de vaststelling van verordeningen of richtlijnen door het Europees Parlement en de Raad kan een interpretatie worden gegeven aan een verdragsbepaling die uitstijgt boven hetgeen een lidstaat kon verwachten of meende te mogen verwachten op het moment dat de verdragsbepaling tot stand kwam. In dat geval kan in het nationale parlement de indruk ontstaan dat de instellingen (‘Brussel’) zich bevoegdheden aanmeten die het nationale parlement niet had beoogd over te dragen.’

Niets ‘kan de indruk ontstaan’, dat is een eufemisme, het is namelijk een keihard feit dat ons parlement weerloos is zodra verdragen naar willekeur geïnterpreteerd kunnen worden en dat is het geval want, zo vervolgt de Raad van State zelf:

‘De oorzaak daarvan ligt niet zelden in het feit dat een (sociaal, cultureel, educatief) onderwerp of beleidsterrein waarover of waarop de EU geen bevoegdheid lijkt te hebben, toch op het niveau van de Unie tot besluitvorming leidt, omdat het tevens raakt aan de vrijheden van de Unie (vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal) of dat het effect zou hebben op de goede werking van de interne markt.’

Onder ‘de vrijheden van de Unie’ kan men natuurlijk alles scharen wat men maar wil, met andere woorden, de EU kan doen wat ze maar wil. Sterker nog, het Hof van Justitie, aldus de Raad in een ronduit huiveringwekkende passage, hanteert de doctrine van het ‘nuttig effect’ en

‘Die methode van uitleg brengt met zich dat niet de oorspronkelijke standpunten en bedoelingen van de onderscheiden verdragsluitende lidstaten bepalend zijn voor de uitleg, maar de gemeenschappelijke bedoeling van de Uniewetgever en het gunstig effect daarvan voor het proces van Europese Integratie. Dat brengt onvermijdelijk mee dat de uitleg van bepalingen door het Hof soms (aanzienlijk) afwijkt van wat regeringen bij de aanvaarding daarvan hebben toegelicht.’

In deze passage staat zwart op wit dat de toekomst van Nederland in handen ligt van een stel ongekozen buitenlandse rechters in Luxemburg en onze Raad van State vindt het allemaal wel goed en eindigt haar advies met de volgende bizarre zin die zo uit de mond van Chamberlain had kunnen komen:

‘Onderkend moet worden dat het parlement ook in de toekomst kan worden geconfronteerd met onderhandelingsresultaten of beslissingen die, hoewel zij minder stroken met in Nederland levende inzichten of wensen, onderdeel zijn van een compromis dat onder druk van de omstandigheden moet worden aanvaard.’

Hier had moeten staan, want dat was tenminste eerlijk geweest: ‘Onderkend moet worden dat ook in de toekomst Nederland geconfronteerd kan worden met Europese dictaten die ons tegen onze zin in door de strot worden geduwd zolang we lid blijven van de EU.’

Het is duidelijk, we zullen voor onze eigen vrijheid moeten gaan vechten want we zijn door onze politici voor veertig zilverlingen en een leuk baantje in Brussel verkocht en verraden. Van de Raad van State hoeven we in ieder geval niets te verwachten.

Lees zelf en huiver >>>

Burgercomité-EU

Europa is gebaat bij diversiteit

De vraag naar Europa draait om de vraag naar eenheid of diversiteit, stelt dr. ir. Pepijn van Houwelingen.

Heeft Europa een toekomst? De Duitse filosoof Jürgen Habermas denkt van wel, maar alleen als Europa een politieke unie wordt. Het loont de moeite om op deze dag van de Europese verkiezingen te bezien waar deze belangrijke en door velen gevolgde denker over Europa precies voor staat.

Habermas ziet de ontwikkeling richting een politieke Europese unie als „onvermijdelijk.” Nu gebeurt het wel vaker, vooral bij filosofen, dat men een gewenste ontwikkeling als onvermijdelijk voorstelt. Het is bijzonder veel­zeggend dat steeds meer verdedigers van de EU zich blijkbaar genoodzaakt zien dit te moeten doen. Dit argument smoort elk debat en elke wil tot verandering.

Habermas spreekt in een interview met Paul Schnabel over een „soevereiniteitsfictie” en een crisis die Europese landen op economische gronden zou dwingen tot de vorming van een politieke unie. Allerlei problemen –door Habermas ook wel „maatschappelijke natuurkrachten van de systeemdictaten” genoemd– zouden alleen op mondiaal niveau kunnen worden aangepakt.

Een Europese politieke unie is dus nog niet eens het eindpunt van deze ‘onvermijdelijke’ ontwikkeling. Dat is een „wereldgemeenschap met een politieke constitutie”, kortom een wereldregering: „Afzien van Europese eenwording zou afscheid van de wereld­geschiedenis betekenen”, aldus Habermas. De filosofie van Hegel is in deze gedachtegang duidelijk aanwezig.

Men hoeft geen groot filosoof te zijn om te kunnen inzien dat hier een klassieke utopist en systeemdenker aan het woord is, die het liefst alles van bovenaf op een rationele en rechtvaardige manier uitdenkt en regelt. Iets dergelijks heeft in de praktijk nog nooit ergens gewerkt. Integendeel, maatschappelijke blauwdrukken zijn overal en altijd in het gunstige geval op een mislukking en in het slechtste geval op een catastrofe uitgelopen: van Plato’s Utopie in Syracuse tot de Russische planeconomie of de Chinese culturele revolutie.

Lees verder op het Reformatorisch Dagblad

Macht van Europa holt democratie uit

Nederlanders moeten hun toekomst niet langer klakkeloos laten bepalen door Europa, stelt het Burgercomité-EU.

Bijna drie maanden geleden is het burgerinitiatief van het Burgerforum-EU door de Tweede Kamer behandeld. Dit initiatief, ondersteund door meer dan 65.000 stemgerechtigde Nederlanders, roept de regering ertoe op een referendum uit te schrijven bij een volgende bevoegdheidsoverdracht aan de EU.

Het resultaat van het debat was zeer teleurstellend, zij het niet onverwacht. Alle moties voor een referendum werden namelijk door de meerderheid afgewezen. Ondergetekenden willen en kunnen het daarbij niet laten zitten. In aansluiting bij eeuwenoude tradities van burgerlijk verzet willen wij alle Nederlanders ertoe oproepen zich aan te sluiten bij onze poging om het Nederlandse volk een definitieve stem te geven in de Europese besluitvorming over zijn lot.

Nederlanders worden door hun eigen politici klaarblijkelijk niet geacht mee te beslissen over de fundamentele keuzes waarvoor ons land in Europa en de wereld staat. De vraag is over welke middelen we nu nog kunnen beschikken om een beslissende stem af te dwingen bij de overdracht van bevoegdheden aan de EU.

Gezien de manier waarop onze volksvertegenwoordigers omgaan met ons fundamentele recht is de tijd gekomen dat de Nederlanders zelf de beslissingsmacht over hun rol in de EU opeisen. Het belang daarvan is groot, omdat er sprake is van een nooit door ons goedgekeurde uitholling van onze soevereiniteit door geleidelijke afdracht van bevoegdheden aan en toenemende coördinatie in Brussel.

Als gevolg van die groeiende beslissings- en coördinatiemacht van de EU is er een beleidsniveau ontstaan waarop de Europese bevolking geen rechtstreekse invloed meer kan uitoefenen. Grote delen van het beleid worden niet door verkiezingen of referenda gestuurd, maar door de agendering van onze politici zelf en van onverkozen bestuurders, ambtenaren en lobbyisten.

In toenemende mate vormt zich zo een nieuwe politieke kaste die de toekomst van Europa zelf wil vormgeven in besloten vergaderruimtes, zonder dat de fundamentele keuzes aan de burgers van Europa worden voorgelegd. Zij en hun volksvertegenwoordigers worden daardoor voortdurend voor voldongen feiten geplaatst. Daardoor zijn wij, het volk, het initiatief en de zelfbeschikking over onze toekomst kwijtgeraakt.

Lees verder op het Reformatorisch Dagblad