Burgercomité-EU dient klacht in bij de Ombudsman

Begin december heeft Burgercomité-EU een brief gestuurd naar minister Plasterk om te verzoeken om meer stembureaus.

Afgelopen zaterdag kregen we van minister Plasterk te horen dat hij weliswaar 10 miljoen extra zal leggen bij het referendum (waarvoor dank!) maar dat hij, en daar gaat het ons natuurlijk om, niet kan garanderen dat gemeenten straks het normale aantal stemlokalen zullen inrichten. Volgens Plasterk zou dit namelijk de verantwoordelijkheid van de gemeenten zijn. De gemeenten wijzen weer naar het rijk. We worden dus van het kastje naar de muur gestuurd. Volgens ons is de minister wel degelijk (eind)verantwoordelijk voor het aankomend referendum. Vandaar dat we de volgende klacht bij de Ombudsman hebben neergelegd:

Betreft: Raadgevend referendum 6 april

Den Haag, 17 januari 2016

Geachte heer Van Zutphen,

Zoals u wellicht heeft vernomen heeft de Kamer onlangs een motie verworpen waarin de regering werd opgeroepen voldoende middelen vrij te maken voor het raadgevend referendum van 6 april 2016. Zoals veel gemeenten inmiddels hebben aangekondigd, zal dit tot gevolg hebben dat er (aanzienlijk) minder stemlokalen zullen worden ingericht dan normaal gesproken bij een landelijke verkiezing het geval is. En dat terwijl dit nota bene de eerste verkiezing is waarvoor een opkomstdrempel van 30% geldt.

Dit is des te zorgwekkender omdat vooral ouderen, gehandicapten en anderen die minder mobiel zijn zullen hierdoor (onevenredig) getroffen zullen worden omdat het voor hen moeilijk is ver(der) te reizen naar een stemlokaal. Daarmee wordt de legitimiteit van onze democratische rechtsstaat aangetast.

We hebben hierover inmiddels al contact opgenomen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De minister heeft ons in een brief laten weten (zie bijlage) dat hij tien miljoen euro extra ter beschikking zal stellen voor dit referendum. Daarvoor zijn we hem dankbaar. Maar de minister laat ons in dezelfde brief ook weten dat hij niet kan garanderen dat gemeenten 6 april het normale aantal stemlokalen in gebruik zullen gaan nemen omdat dit ‘een taak van de colleges van burgemeesters en wethouders’ is.

Naar onze mening en die van emeritus hoogleraar bestuursprocesrecht Twan Tak is het ministerie van Binnenlandse Zaken echter wel degelijk (systeem)verantwoordelijk voor deze landelijke verkiezing en hoort hij er daarom ook op toe te zien dat 6 april door gemeenten het normale aantal stemlokalen in gebruik zal worden genomen.

We weten uit ervaring dat de opkomst bij referenda (aanzienlijk) hoger is dan bijvoorbeeld bij verkiezingen voor het Europees parlement. Dit bleek bijvoorbeeld in 2005 bij het referendum over de Europese grondwet toen de opkomst meer dan 60% was. Ook deze keer wordt weer een hoge opkomst verwacht, meer dan de helft van de stemgerechtigde bevolking zegt nu al zeker te zullen gaan stemmen. Dat is dus in ieder geval aanzienlijk meer dan bij de laatste Europese verkiezingen.

Kortom, er is geen enkele reden, zoals veel gemeenten nu al hebben aangekondigd, een groot aantal stemlokalen bij voorbaat te sluiten. Dit lijkt daarom, zeker ook omdat dit nota bene de eerste verkiezing is met een opkomstdrempel, op een moedwillige obstructie van het democratisch proces waarvan bovendien een specifieke groep – namelijk gehandicapten, ouderen en anderen die minder mobiel zijn – 6 april het slachtoffer zullen gaan worden.

De minister van Binnenlandse Zaken hoort als (syteem)verantwoordelijke daarom naar onze mening zijn verantwoording te nemen en te garanderen dat 6 april het normale aantal stemlokalen geopend zal zijn. In zijn brief (zie bijlage) wijst hij echter die verantwoordelijkheid van de hand en verwijst hij ons door naar de gemeenten.

We zouden het erg op prijs stellen als de Ombudsman zich over deze naar onze mening dubieuze uitspraak van de minister zou willen uitspreken zeker ook omdat er een bijzonder groot belang (de legitimiteit van onze democratie) op het spel staat.

Hartelijke groeten en veel dank namens ons allemaal,

Burgercomité-EU

Binnen drie weken zal de Ombudsman uitspraak doen.