Kamer wil actie tegen legbatterijen in Oekraïne

Een meerderheid van de Tweede Kamer vindt het onaanvaardbaar dat voor Oekraïense boeren andere dierenwelzijnsregels gelden dan voor hun Europese regels. De Tweede Kamer ziet dit als een vorm van oneerlijke concurrentie, meldt BNR Nieuwsradio maandag.

Oekraïense eieren mogen vanaf dit jaar worden ingevoerd in Nederland. Oekraïne heeft soepeler regels op het gebied van dierenwelzijn en Oekraïense pluimveehouders kunnen daardoor veel goedkoper produceren.

De Partij voor de Dieren en het CDA zijn hierop tegen. Zij krijgen steun van regeringspartijen VVD en PvdA. De Kamer wil dat minister Lilianne Ploumen (Handel) en staatssecretaris Sharon Dijksma (Landbouw) ingrijpen. Ploumen en Dijksma hebben maandagmiddag een gesprek met de Oekraïense minister van Landbouw. Ploumen zegt dat zij hem gaat aanspreken op het dierenwelzijn.

Nederlandse pluimveehouders gebruiken geen legbatterijen meer. Maar in Oekraïne worden juist steeds meer legbatterijen in gebruik genomen. Volgens VVD-Kamerlid Helma Lodders gebeurt dat zelfs deels met Europese subsidies. ‘Dat is eigenlijk te bizar voor woorden. Er is echt flink werk aan de winkel’, aldus het Kamerlid tegenover de radiozender.

Jan Huitema, Europarlementariër voor de VVD, zegt zich al maanden met het dossier bezig te houden. De Europese Commissie heeft volgens hem aangegeven dat de toelating van Oekraïense eieren geen economische bedreiging zou vormen voor de eierproducenten in de Europese Unie. ‘Dat vind ik een totaal verkeerd signaal, want onze boeren moeten wel aan strenge eisen voldoen.’

In een interview met het vakblad De Boerderij zegt de kersverse Oekraïense minister van landbouw Oleksey Pavlenko dat dierenwelzijn geen prioriteit heeft. ‘Op dit moment proberen we ons te focussen op de Europese standaard en regelgeving. Wij moeten aan veel voorwaarden voldoen. Als de vraag voor dierenwelzijn komt, dan kijken we er naar. Maar dat is nu niet aan de orde.’

Bron: FD

Bijdrage plenaire vergadering PvdD over het associatieverdrag met Oekraïne

Anja Hazekamp (PvdD): Op 6 april gaan Nederlanders naar de stembus om zich uit te spreken in een referendum over het associatieakkoord met Oekraïne. Eurocraten in Brussel doen alsof een stem tegen dat associatieakkoord een stem vóór oorlog is, tegen democratie en tegen vooruitgang. Maar dit associatieakkoord gaat helemaal niet over democratie voor Oekraïners. Dit associatieverdrag gaat over handel en groei. Meer handel, meer Europa en meer ruimte voor multinationals. En in de groeiende Europese Unie zien we dat de ambities en de normen dalen.

Gelijk speelveld lijkt een toverwoord, maar we zien nu bijvoorbeeld al dat Europa megastallen subsidieert in Oekraïne. Nog meer dieren en nog meer producten die hier in Europa al lang verboden zijn, zoals bijvoorbeeld foie gras en legbatterijeieren. Deze producten laten we goedkoop toe op onze markt.

Dus als Nederland in het referendum op 6 april nee zegt tegen het associatieakkoord, dan kan Europa daar niet omheen. Voorts ben ik van mening dat de Europese landbouwsubsidies moeten worden afgeschaft.

Bron: Website Partij voor de Dieren

Regering passeert parlement inzake pensioenen

Gerommel aan het pensioenfront. Binnen de EU zijn pensioenen hoofdzakelijk een nationale bevoegdheid. Ze zijn onderdeel van het arbeidsrecht en sociale zekerheid en over die beleidsterreinen gaan de nationale lidstaten. Echter een nieuwe Europese richtlijn beoogt een forse volgende stap te zetten naar een Europese pensioenmarkt.

Het standpunt van de Nederlandse regering en het parlement ten aanzien van de pensioenen is in het verleden altijd geweest: dat is een nationale kwestie, waar Brussel zich niet mee moet bemoeien. Maar sinds PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) verantwoordelijk is voor het pensioenbeleid, lijkt dat standpunt te wankelen. Dit blijkt uit de recente ontwikkelingen rondom het pensioendossier.

Wat zijn de feiten? Al in 2010 heeft de Kamer ‘nee’ gezegd tegen nieuwe pensioenrichtlijnen uit Europa. Sterker, zij deelde een ‘gele kaart’ uit, want het betrof een nationale kwestie. Er kwam ook een behandelvoorbehoud, maar het lijkt erop dat de regering een diepgaand debat over deze kwestie uit de weg wil gaan. In een eerdere motie had CDA pensioenwoordvoerder Omtzigt er al bij de Nederlandse regering op aangedrongen dat dit onderwerp belangrijk genoeg was voor een zogeheten ‘gele kaart procedure’, aangezien de plannen niet voldoen aan de eis, dat het Nederlandse stelsel allereerst een nationale verantwoordelijkheid is en het voorliggende voorstel dus de subsidiariteitstoets niet haalt. Uit eerdere afspraken was bovendien gebleken dat de regering geen verdere stappen mocht zetten zonder daarover de Kamer te informeren wat er verandert in eventuele nieuwe voorstellen. Brussel wil echter nieuwe Europese pensioenrichtlijnen invoeren en komt met een compromisvoorstel. Op 28 november ontvangt staatssecretaris Klijnsma dat betreffende ‘compromis’ uit Brussel, waar ze namens Nederland over heeft onderhandeld. Maar ze stuurt dat aangepaste compromis vervolgens pas zes dagen later, op donderdagmiddag 4 december, naar de Kamer. Daarvoor deed ze eerst een persbericht uitgaan met als titel “Brussel komt Nederland tegemoet op pensioenrichtlijn”, daarmee de indruk wekkend een politiek succesje te hebben geboekt. Het blijft tamelijk vaag waarin Brussel Nederland dan tegemoetgekomen zou zijn.

Lees dit artikel van Jean Wanningen verder op Follow The Money

De SP gaat onafwendbaar dezelfde kant op als de Partij van de Arbeid

Marcel van Dam is niet speciaal een vriend maar hij kan het altijd wel scherp zeggen. Hoe komt het dat de SP nauwelijks profiteert van de peilloze diepte waarin de PvdA is verdwenen, was de vraag in zijn column van donderdag. Het is inderdaad een raadsel. Voorheen lag de links-rechts verdeling in de Kamer min of meer vast, met communicerende vaten tussen de partijen onderling. Nu halen de linkse partijen bij elkaar geen veertig zetels meer.

Waarom kan de SP de dominante positie van de PvdA niet overnemen?

Lees deze analyse/column van Martin Sommer verder op de Volkskrant

Macht van Europa holt democratie uit

Nederlanders moeten hun toekomst niet langer klakkeloos laten bepalen door Europa, stelt het Burgercomité-EU.

Bijna drie maanden geleden is het burgerinitiatief van het Burgerforum-EU door de Tweede Kamer behandeld. Dit initiatief, ondersteund door meer dan 65.000 stemgerechtigde Nederlanders, roept de regering ertoe op een referendum uit te schrijven bij een volgende bevoegdheidsoverdracht aan de EU.

Het resultaat van het debat was zeer teleurstellend, zij het niet onverwacht. Alle moties voor een referendum werden namelijk door de meerderheid afgewezen. Ondergetekenden willen en kunnen het daarbij niet laten zitten. In aansluiting bij eeuwenoude tradities van burgerlijk verzet willen wij alle Nederlanders ertoe oproepen zich aan te sluiten bij onze poging om het Nederlandse volk een definitieve stem te geven in de Europese besluitvorming over zijn lot.

Nederlanders worden door hun eigen politici klaarblijkelijk niet geacht mee te beslissen over de fundamentele keuzes waarvoor ons land in Europa en de wereld staat. De vraag is over welke middelen we nu nog kunnen beschikken om een beslissende stem af te dwingen bij de overdracht van bevoegdheden aan de EU.

Gezien de manier waarop onze volksvertegenwoordigers omgaan met ons fundamentele recht is de tijd gekomen dat de Nederlanders zelf de beslissingsmacht over hun rol in de EU opeisen. Het belang daarvan is groot, omdat er sprake is van een nooit door ons goedgekeurde uitholling van onze soevereiniteit door geleidelijke afdracht van bevoegdheden aan en toenemende coördinatie in Brussel.

Als gevolg van die groeiende beslissings- en coördinatiemacht van de EU is er een beleidsniveau ontstaan waarop de Europese bevolking geen rechtstreekse invloed meer kan uitoefenen. Grote delen van het beleid worden niet door verkiezingen of referenda gestuurd, maar door de agendering van onze politici zelf en van onverkozen bestuurders, ambtenaren en lobbyisten.

In toenemende mate vormt zich zo een nieuwe politieke kaste die de toekomst van Europa zelf wil vormgeven in besloten vergaderruimtes, zonder dat de fundamentele keuzes aan de burgers van Europa worden voorgelegd. Zij en hun volksvertegenwoordigers worden daardoor voortdurend voor voldongen feiten geplaatst. Daardoor zijn wij, het volk, het initiatief en de zelfbeschikking over onze toekomst kwijtgeraakt.

Lees verder op het Reformatorisch Dagblad

Ons staatsrecht begint op carnaval te lijken

Staatsrecht en democratie zijn wat de politiek ervan maakt. En die maakt er heel weinig van, menen A.Q.C. Tak en J.M.H.F. Teunissen.

Staatsrechtelijke vraagtekens werden al bij het Generaal Pardon weggewuifd door Wouter Bos, die vond dat staatsrecht alleen is wat de politiek daarvan wenst te maken. Rutte vond de titulatuur van ‘koningin’ voor Maxima geen kwestie van staatsrecht, maar alleen een aanspreektitel. Het is dus geen kwestie van staatsrecht dat in 2002 een wetsvoorstel is verworpen dat de echtgenote van de koning de titel koningin draagt (amendement-Hillen).

Blijkbaar doet het er niet meer toe dat het belangrijkste artikel in onze Grondwet van 1814 was, dat de Kroon der Nederlanden uitsluitend is en blijft opgedragen aan Willem Frederik en diens wettige nakomelingen. Noch dat niet alleen het buitenland geen verschil meer zal zien met een titel die gedragen werd door de laatste drie koninginnen en door Maxima ‘als aanspreektitel’, maar vervolgens weer door haar als staatshoofd als zij ooit zoals Emma tot regentes wordt geroepen. Deze kwestie is voor de politiek even boeiend als de titel van de zogenaamde prinsessen en koninginnen die tijdens carnaval de Limburgse wegen bevolkten.

Staatsrecht is wat de politiek ervan maakt. Zo blijkt het ineens geen staatsrecht meer, dat het politieke primaat voor wetgeving en politiek in de Tweede Kamer hoort te liggen. Als het de politiek uitkomt, dwingt de Eerste Kamer essentiële wijzigingen af van het regeringsbeleid. Zij maakt gebruik van het feit dat haar samenstelling afwijkt van een Tweede Kamer die twee jaar later en rechtstreeks door het volk werd gekozen.

Lees dit ingezonden stuk van Jos Teunissen (hoogleraar staatsrecht) en Twan Tak (emeritus hoogleraar staatsrecht) verder in het NRC