Europa is al veel te veel één markt

Noord- en Zuid-Europa Europa wacht een grote botsing, omdat het noorden zijn waarden opdringt aan het zuiden.

Het nu voor eventjes bezworen Griekse euro-drama is niet een toevallige, voorbijgaande eruptie, maar vormt een bescheiden voorbode van de onderliggende cultuurpolitieke clash die ons de komende jaren in nog veel grotere hevigheid te wachten staat, indien Brussel haar centralisatieplannen mocht doorzetten. Meer economische eenheid dwingt, als gevolg van concrete uniformerende maatregelen die die ene onbegrensde Europese binnenmarkt ten dienste staan, ook meer culturele eenheid af. Dat raakt dan aan de way of life, zoals die in de diverse natiestaten als essentieel voor de eigen identiteit wordt beleefd.

Nu Noord-Europa structureel economisch sterker is dan Zuid-Europa dringt de ene helft haar normen – en de daaraan gerelateerde levenswijze – op aan de andere. Zoals al is gebeurd op het monetaire vlak, wat in het Zuiden tot grote sociale problemen heeft geleid die de politieke stabiliteit ondermijnen. De protesten van de Franse boeren vormen er een voorbode van: zij krijgen de steun van de eigen regering, maar die weet niet wat ze, gezien de rigide Europese kaders, kan doen.

In de Volkskrant van 25 juli stond een leerzaam stuk van Peter Giessen over leven op z’n Frans, gewijd aan Nederlandse migranten die zich ginds ‘verlost voelen van de vervreemdende discipline van het Nederlandse arbeidsleven, met zijn vergadercircuit, steeds weer terugkerende reorganisaties en telkens opnieuw vastgestelde targets’.

Giessens constateringen kan men geografisch breder trekken. Scherp geformuleerd: in het protestantse Noorden is de door de elite uitgedragen moraal dat men leeft om te werken, in het katholieke Zuiden dat men werkt om te leven.

Lees deze column van Thomas van der Dunk verder op de Volkskrant >>>