Wat als de Grieken gewoon gelijk hebben?

Referendum EU Associatieverdrag Oekraïne

Europa stelt zich in de Griekse schuldenkwestie arrogant en weinig democratisch op, betoogt Piet Keizer, economisch filosoof.

De EU probeert een waardengemeenschap te zijn. Dat moet ook wel; het hebben van een gezamenlijke markteconomie kan niet zonder. Democratie is daarbij het sleutelwoord. Het duidt onder meer op een omgangsvorm waarin ieder mens en elke groep het recht heeft gehoord te worden. Dit impliceert dat ieder mens de plicht heeft serieus te proberen een ander mens te begrijpen, niet alleen mensen van de eigen groep.

In het dossier-Griekenland wordt door de machtige partijen, die het eens zijn met de trojka, zwaar tegen deze regel gezondigd. Alleen de afgelopen week al leverde weer een aantal saillante voorbeelden op.

Ik noem er twee: premier Rutte maande de Grieken niet met een ‘flutverhaal’ te komen en het Financieele Dagblad (FD) van 4 juli schreef in het hoofdredactionele commentaar dat ‘iedereen de buik vol had van de politieke pokeraars en bluffers in het huidige (Griekse) kabinet’. Rutte liet zich van zijn menselijke kant zien door humanitaire hulp te bieden, indien dat nodig mocht blijken. Het FD vond dat ‘we’ de Grieken grootmoedig tegemoet moeten treden indien ze positief stemmen ten gunste van de voordtellen van de trojka.

Deze teksten verraden gevoelens van superioriteit. We zijn dus weer terug in de tijd dat de Nederlandse minister van financiën (De Jager) de Grieken regelmatig de les las, en zijn moralistische vingertje naar ze opstak.

Maar wat als de Grieken een realistischer analyse van de situatie in de eurozone hebben dan de trojka? Dat hun stelling – dat bezuinigingen en liberale hervormingen averechts uitwerken in de huidige tijd van depressie – meer realiteitsgehalte heeft?

Lees verder op Trouw >>>