Er ist wieder da

De Griekse premier Alexis Tsipras is weer eens hoog spel aan het spelen. Tsipras wil namelijk dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zijn biezen pakt en zich niet langer bemoeit met de bailout.

Dat is opvallend. Afgelopen zomer was het namelijk het IMF die de kant van Tsipras koos door de eurozone op het hart te drukken dat er een grootschalige herstructurering van de Griekse staatsschuld nodig is en dat dat eigenlijk een gedeeltelijke kwijtschelding van de noodleningen moet bevatten.

Tsipras zegt nu dat wat het IMF eist politiek onhaalbaar is voor Griekenlands geldschieters, de landen van de eurozone. Dat onhaalbare zit hem in de kwijtschelding, want de eurozone wil niet verder gaan dan het blijven verstrekken van nog goedkopere quasi-perpetuele noodleningen.

Met zijn politieke hinkstapsprong zet Tsipras niet alleen het IMF maar vooral Duitsland voor het blok. De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble heeft steeds volgehouden dat Duitsland alleen meedoet aan de bailout zolang het IMF aan boord blijft. Tsipras lijkt te gokken dat Schäuble bluft. Duitsland heeft Griekenland nu namelijk nodig om de instroom van vluchtelingen in te dammen.

Tsipras denkt daarbij vooral aan zijn eigen hachje. Vanwege vertraging met de bailout en uitbetaling van noodleningen raakt de bodem van de schatkist weer in zicht. En om in aanmerkingen te komen voor de volgende tranche noodleningen moet Tsipras politiek zeer impopulaire maatregelen nemen die hem de kop kunnen kosten.

Bron: Z24

Nauwelijks controle op noodfondsen

De Algemene Rekenkamer kraakt harde noten over het beleid van de Nederlandse regering ten aanzien van Europese steunprogramma’s en noodfondsen. Controle, verantwoording en transparantie over de gegeven leningen schieten ernstig tekort en democratische verankering ontbreekt.

De Nederlandse belastingbetaler loopt voor tientallen miljarden risico bij de Europese noodfondsen zonder dat er sprake is van een deugdelijke controle of democratische verankering van de besluitvorming. Dit constateert de Algemene Rekenkamer in haar rapport, dat vorige week verscheen.

Deze conclusie vormde een serieuze aanleiding voor FTM om hier eens wat dieper in te duiken. Hoe zit het eigenlijk met die noodfondsen? Hoe zijn de noodfondsen tot stand gekomen? Waar is het geld voor gebruikt? Wanneer wordt het terugbetaald? Is er onafhankelijke controle op de bestedingen en de resultaten? Wat voor financiële risico’s loopt ons land? Wat voor gevolgen hebben die voor onze toekomstige schatkist en daarmee voor de staatsbegroting? Tenslotte, bepaald niet onbelangrijk: is er democratische controle op de toekenning en het uitgeven van het geld?

Sinds het uitbreken van de eurocrisis in het voorjaar van 2010 is 850 miljard euro in diverse noodfondsen gepompt door eurozone belastingbetalers. Uit die pot is inmiddels ruim € 440 miljard aan leningen ook daadwerkelijk uitgekeerd aan in financiële problemen verkerende eurolanden als Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje. De besluitvorming over het toekennen van deze noodsteun is destijds onder hoge druk en haastig tot stand gekomen. Hoe begrijpelijk ook, vindt de Algemene Rekenkamer, hierdoor zijn de consequenties niet goed doordacht en zijn controle en verantwoordingsmechanismen gebrekkig gebleven.

Lees dit artikel van Jean Wanningen verder op Follow The Money >>>

Rekenkamer: onduidelijk waar geld noodfondsen terechtkomt

Waar de miljarden euro’s aan noodsteun die Griekenland en andere eurolanden krijgen precies terechtkomen, is onduidelijk. En op Europese beslissingen over de noodsteun is onvoldoende democratische controle. Dat zegt de Algemene Rekenkamer in een gepubliceerd onderzoeksrapport.

Sinds 2010 zijn verschillende Europese noodfondsen opgetuigd om zwakke eurolanden op de been te houden. In totaal hebben deze fondsen een uitleencapaciteit van 850 miljard euro. Inmiddels is 440 miljard euro aan steun verstrekt, zo becijferde de Rekenkamer. Nederland staat garant voor 90 miljard en keerde bijna 8 miljard euro daadwerkelijk uit.

De Rekenkamer schrijft:

Er is weinig zicht op waar het geld dat via de Europese noodfondsen wordt uitgeleend, precies terechtkomt.

Over het tweede steunpakket voor Griekenland stelt de Rekenkamer vast:

Er is geen informatie beschikbaar waaruit blijkt hoe Griekenland deze noodsteun feitelijk heeft besteed, behalve dat er 18 miljard euro is uitgekeerd aan de Griekse banken.

De Rekenkamer stelt zich ook op als hoeder van de democratie. De democratische controle op de Eurogroep, het overlegorgaan van de ministers van Financiën van de eurolanden, zou tekortschieten. De Eurogroep is een “informeel” orgaan dat geen verantwoording verschuldigd is aan het Europees Parlement, schrijft de Rekenkamer. “Deze constructie wringt in toenemende mate”. De Eurogroep speelt een belangrijke rol bij noodfondsen waarmee “vele honderden miljarden euro’s van de inwoners van de eurolanden” zijn gemoeid.

Lees het hele artikel op het NRC >>>

Grieken krijgen het geld en Tsipras stapt op

De Grieken kunnen 20 september naar de stembus. De regering ging gisteren ten onder aan aanhoudend geruzie over de bezuinigingen. Premier Alexis Tsipras zag lange tijd met lede ogen aan hoe de leden van zijn Syriza-partij elkaar in de haren vlogen, maar gaf er de brui aan.

Hoe anders was dat begin van dit jaar. Gejuich. Tsipras zwaait. Lacht van oor tot oor. Hij is helemaal de man als zijn partij in januari de verkiezingen wint. Tsipras zal nooit toestaan dat Europa bepaalt wat het noodlijdende Griekenland moet doen om er weer bovenop te komen.

Nu, acht maanden later is de lach verdwenen. De enige zwaai is die van zijn vertrek. Met een gezicht op onweer vertelt Tsipras op de Griekse televisie dat het goed is geweest dat zijn regering alles op alles heeft gezet om te voldoen aan de voorwaarden voor een nieuwe lening van 86 miljard euro. „Nu die is toegekend voel ik de diepe morele plicht om mijn handelen ter beoordeling voor te leggen aan de kiezer”, aldus Tsipras. Kortom, als de Grieken zijn pro-Europese koers steunen, doet hij opnieuw een gooi naar het premierschap.

Kort daarna beent hij naar de president om het ontslag van zijn regering aan te bieden. Dat maakt het mogelijk om vervroegde parlementsverkiezingen uit te schrijven, die vrijwel zeker op 20 september zullen worden gehouden.

Binnen zijn Coalitie van Radicaal Links (Syriza) woedt al weken een felle opstand tegen de voorwaarden van de noodlening. In ruil voor het geld willen de Europese Unie (EU), de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dat Griekenland zware bezuinigingen doorvoert en de belasting verhoogt.

Tsipras verbreekt zijn verkiezingsbelofte door toch te doen wat de geldschieters van hem vragen. Tot grote woede van zijn partijleden. Tientallen Syriza-parlementariërs verwijzen de hervormingsplannen naar de prullenbak of onthouden zich van stemming. Ze slaan daarna aan het muiten.

De minister van Defensie schreeuwt woorden als chantage. Voormalig minister van Financiën Yanis Varoufakis laat Tsipras als een baksteen vallen. De onderminister van financiën treedt af. De minister van Energie stapt woedend op omdat Griekenland weigert Europa de rug toe te keren.

De regering blijft ook deze maand wankelen onder interne rebellie. Twaalf Syriza-afgevaardigden tekenen een verklaring waarin ze oproepen tot verzet tegen de door Europa en het IMF geëiste hervormingen. Tsipras kan zijn partij alleen nog behoeden voor een implosie door de bezem er eens flink doorheen te halen, zeggen zijn medestanders. Maar dat laat hij na.

De premier zegt dat hij geen keus heeft. Het land heeft dringend geld nodig. De Griekse economie is met een kwart gekrompen. Een op de vier Grieken is werkloos. Tsipras móet de Europese eisen inwilligen in ruil voor een krediet en onderhandelingen over eventuele kwijtschelding van de inmiddels torenhoog opgelopen schulden. Bovendien is het de enige manier om Griekenland binnen de eurozone te houden. Dat is volgens opiniepeilingen ook de wens van het overgrote deel van de Griekse bevolking.

Vanwege het gemor onder de Syriza-politici zien de Grieken en Europa de vervroegde verkiezingen al een tijdje aankomen. Tsipras wacht tot het eerste deel van de nieuwe noodlening – 23 miljard euro – binnen is. Nog op de dag dat het geld is overgemaakt betaalt de Griekse regering een lopende rekening af bij de Europese Centrale Bank. Een paar uur later vertelt Tsipras de Grieken dat hij er mee stopt. Zoals gebruikelijk met een opengeknoopt hemd en zonder stropdas. Want, heeft de premier altijd gezegd, die gaat hij pas dragen als het hem is gelukt de schulden van zijn land terug te brengen. Daarvoor zullen de Grieken hem opnieuw moeten kiezen.

Dit artikel is van Gerben van ‘t Hof uit de Gelderlander van 21 augustus 2015

The make believe world of eurozone rules

The disagreement between Germany and the European Court of Justice is not about the law, but politics and economics.

By Wolfgang Münchau

Whenever you are in a room with European officials and discuss the euro, there is usually somebody who raises his finger and says: “This is all well and good, but it is ‘against the rules’.” It then gets very quiet.

“Against the rules” is a big thing in Europe. Most people do not really know what the rules are. But they do know that rules have to be followed.

The situation reminds me of a short story by Franz Kafka, Before the Law, where a man tries to seek entrance to a courthouse. A door keeper tells him that this is possible in principle, but not at the moment.

The man spends his entire life in front of the court waiting to be admitted. At the end of his life he was told that he could have gone through the door at any time. That man followed the wrong set of rules — rules of the mind, not of the law.

Rules of the mind is what we are dealing with in the European debate about the single currency. Many of these rules either do not exist, or they constitute some rather far-fetched interpretation of existing rules.

During the recent Greek crisis, I came across a completely new rule. I first heard it from Wolfgang Schäuble, the German finance minister. It says that countries are not allowed to default inside the eurozone. But a default was perfectly fine once they leave the euro, on the other hand.

I later read that Otmar Issing, the former chief economist of the European Central Bank, used almost exactly the same phrase as Mr Schäuble in an Italian newspaper interview. If so many important people say it, then surely it must be true, mustn’t it?

Actually, as it turns out, there is no such rule. There is only Article 125 of the European Treaty on the Functioning of the European Union. Article 125 says that countries should not take on the debt of other countries. This is also known as the “no-bailout” clause — though that, as it turns out, is a rather loaded interpretation.

In its landmark Pringle ruling — relating to an Irish case in 2012 — the European Court of Justice said bailouts are fine, even under Article 125, as long as the purpose of the bailout is to render the fiscal position of the recipient country sustainable in the long run.

In another landmark ruling, from June this year, the ECJ supported Mario Draghi’s promise to do whatever it takes to help a country subject to a speculative attack.

The ECB president’s pledge had previously been challenged by the German constitutional court. In both cases, the ECJ did not support the predominant German legal interpretation.

So what then can we infer from the previous ECJ rulings in the absence of an explicit ruling from the court on debt relief?

An interesting article by three authors from Bruegel, a European think-tank, concludes that debt relief is almost certainly consistent with current law.

The argument goes as follows: in the Pringle case, the court gave the go-ahead for bailouts in principle as long as they are intended to stabilise public finances. In the ruling on the ECB’s backstop, the court accepted the principle that the ECB could incur a loss on its asset purchases, as long as the bank follows its own mandate.

Add the two together, and you have debt relief. I am not sure whether the ECJ would follow this argument precisely if this ever came to court. The court would probably impose some constraints. But I would be surprised if the ECJ were to follow the German interpretation now when it rejected it previously.

Why do Germany and the ECJ disagree so much? The overt reason is that European law on monetary union is internally inconsistent, and thus open to different interpretation. It neither allows an exit, a default nor a bailout, and has therefore no clear procedure in the event of a financial crisis.

The German view is that the “no bailout” clause is the strongest of them all and must therefore take precedence. Others disagree.

In addition, German constitutional lawyers do not allow economic considerations to enter their legal arguments, while the ECJ justices do. At a deeper level, the disagreement is not about the law, but about politics and economics. The new “no-default” rule is a political aspiration dressed up as legal constraint.

What is really happening is that Germany does not want to grant Greece debt relief for political reasons, and is using European law as a pretext. Likewise, when Mr Schäuble proposes a Greek exit from the euro, ask yourself what rule that is consistent with.

The fact is they are making up the rules as they go along to suit their own political purposes.

Bron: Financial Times

Is er iemand die gelooft dat het Griekse reddingsplan nog om een redding gaat?

Het derde reddingsplan voor Griekenland ligt bijna bij de drukker. Hoewel: is er iemand die gelooft dat het nog om een redding van wie dan ook gaat?

Een hoog Europees functionaris zei me dat ik me niet zo druk moest maken over het nodeloze lijden van miljoenen Grieken. Binnen 50 jaar zouden we immers de Verenigde Staten van Europa hebben en was dat lijden maar een detail in de geschiedenis. Alles hangt dus af van het perspectief dat je inneemt.

De cynische realpolitik van de een wordt door de ander als visionair beschouwd. Zo gauw een elite opgesloten zit in een bunkermentaliteit, komt het er alleen nog op aan gelijk te krijgen. Griekenland moet lid blijven van de euro tegen elke prijs, hoor je dan. Ieder nuchter mens zou dan argwaan moeten krijgen: hoezo elke prijs? De Europese Unie is een politiek project, de euro als muntunie daarentegen moet in de eerste plaats draaglijk zijn voor de economie.

Je kunt een land in een muntunie stoppen waarin het niet thuishoort en zo zijn economie versmoren. Het drama is dat zij die de muntunie creëerden, zich destijds niet bewust waren van de consequenties. Of juist wel, wat nog erger is. Van beiden bestaan voorbeelden in de Belgische politiek. Ook nu nog zijn er die voorspiegelen dat een land met grote structurele economische gebreken en een zieke combinatie van cliëntelisme en corruptie even zijn obstakels voor welvaart uit de weg kan ruimen. Bij de grootste structurele problemen horen de enorme pensioenfactuur en het feit dat Griekenland vier keer zoveel onderwijzers op de loonlijst heeft als Finland, terwijl de Finse onderwijsprestaties aan de top staan, en de Grieken onderaan bengelen.

Lees deze column van Ivan Van de Cloot (hoofdeconoom van Itinera Institute en professor aan de Antwerp Management School) verder op De Morgen >>>

Grexit remains the likely outcome of this sorry process

Unless the economy behaves very differently than in the past, it will be trapped in a vicious circle.

Alexis Tsipras should never have hired Yanis Varoufakis as his finance minister. Or he should have listened to him, and kept him on. But instead the Greek prime minister chose the worst of all options. He followed Mr Varoufakis’ advice of rejecting the offer of the creditors — until last week. But having done this, Mr Tsipras committed a critical error by rejecting Mr Varoufakis’ plan B for the moment when the country’s banks closed down: the immediate introduction of a parallel currency — IOUs issues by the Greek state but denominated in euros. A parallel currency would have allowed the Greeks to pay for their daily transactions when cash withdrawals were limited to €60 a day. A total economic collapse would have been avoided.

But Mr Tsipras did not go for this, or indeed any other plan B. Instead he capitulated. At that point, he was no longer even in a position to choose a Grexit — a Greek exit from the eurozone. The economic precondition for a smooth departure would have been a primary surplus — before debt service — and an equivalent surplus in the private sector. Greece has no foreign exchange reserves. If the Greeks were to reintroduce the drachma, they would have had to pay for all of their imports with the foreign exchange earnings of their exports. These minimum preconditions were in place in March but not in July.

So, like his predecessors, Mr Tsipras ended up with another very lousy bailout deal. And this one suffers from the same fundamental flaws as its predecessors. This leads me to conclude that Grexit remains the most likely ultimate outcome after all. There are three principal ways in which this can happen.

Lees deze column van Wolfgang Münchau verder op The Financial Times >>>

Wat als de Grieken gewoon gelijk hebben?

Referendum EU Associatieverdrag Oekraïne

Europa stelt zich in de Griekse schuldenkwestie arrogant en weinig democratisch op, betoogt Piet Keizer, economisch filosoof.

De EU probeert een waardengemeenschap te zijn. Dat moet ook wel; het hebben van een gezamenlijke markteconomie kan niet zonder. Democratie is daarbij het sleutelwoord. Het duidt onder meer op een omgangsvorm waarin ieder mens en elke groep het recht heeft gehoord te worden. Dit impliceert dat ieder mens de plicht heeft serieus te proberen een ander mens te begrijpen, niet alleen mensen van de eigen groep.

In het dossier-Griekenland wordt door de machtige partijen, die het eens zijn met de trojka, zwaar tegen deze regel gezondigd. Alleen de afgelopen week al leverde weer een aantal saillante voorbeelden op.

Ik noem er twee: premier Rutte maande de Grieken niet met een ‘flutverhaal’ te komen en het Financieele Dagblad (FD) van 4 juli schreef in het hoofdredactionele commentaar dat ‘iedereen de buik vol had van de politieke pokeraars en bluffers in het huidige (Griekse) kabinet’. Rutte liet zich van zijn menselijke kant zien door humanitaire hulp te bieden, indien dat nodig mocht blijken. Het FD vond dat ‘we’ de Grieken grootmoedig tegemoet moeten treden indien ze positief stemmen ten gunste van de voordtellen van de trojka.

Deze teksten verraden gevoelens van superioriteit. We zijn dus weer terug in de tijd dat de Nederlandse minister van financiën (De Jager) de Grieken regelmatig de les las, en zijn moralistische vingertje naar ze opstak.

Maar wat als de Grieken een realistischer analyse van de situatie in de eurozone hebben dan de trojka? Dat hun stelling – dat bezuinigingen en liberale hervormingen averechts uitwerken in de huidige tijd van depressie – meer realiteitsgehalte heeft?

Lees verder op Trouw >>>