Laatste Nieuws

We hebben onze aardgasopbrengsten verjubeld

Topman Gurria van de OESO heeft gelijk: Nederland moet ‘harder roeien’ om uit de crisis te komen, schrijft Hans Wansink.

Minister Kamp van Economische Zaken werd door Ángel Gurria, secretaris-generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO, de club van rijke landen) in de verdediging gedrukt. Kamp wees erop dat Nederland braaf had gedaan wat de OESO in het verleden had opgedragen: de pensioenleeftijd verhoogd, de overheidsfinanciën gesaneerd en de uitgaven in de zorg aangepakt.

Waarop Gurria tegenwierp dat dat niet genoeg was. De problemen van de Nederlandse economie zijn structureel: wij moeten ‘harder roeien’ om mee te kunnen in de mondiale concurrentieslag. Het landenrapport van de OESO sluit zo naadloos aan bij het advies Naar een lerende economie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Waar het op neerkomt, is dat de Nederlandse economie te weinig vernieuwt, het midden- en kleinbedrijf wordt afgeknepen, de bankensector veel te groot is en de productiviteit wordt belemmerd door een woud van regelgeving.

Lees verder op de Volkskrant

Een kruistocht tegen ongelijkheid

De Amerikaanse topeconoom Robert Reich trekt in zijn Mini Cooper ten strijde tegen inkomensongelijkheid. De film ‘Inequality for All’ volgt hem in zijn strijd. Het is een van de films op het festival ‘Movies that Matter’. Wat zou Reich van de situatie in Nederland vinden?

Reich is een kleine man die rijdt in een kleine auto, een Mini Cooper. “Mijn auto en ik, wij zijn in verhouding. Wij zijn een eenheid, samen treden wij de wereld tegemoet.” Hij is professor aan de universiteit van Californië in Berkely en begin jaren negentig was hij minister van werkgelegenheid onder president Bill Clinton.

Voor alles is hij een man met een missie. Reich (58) strijdt zijn carrière lang tegen een kwaal die de Verenigde Staten al decennia plaagt: een superkleine toplaag wordt er immer hemeltje-schatje rijker, terwijl de middenklasse vervalt tot armoe. In ‘Inequality for All’ krijgt hij 89 minuten om zijn punt te maken: hoeveel ongelijkheid kan een land, een economie, een democratie verdragen?

De film zit vol cijfers die Occupy’ers in hun tentjes op Wall Street destijds graag hadden uitgevent. Verdiende de doorsnee witte arbeider in 1978 nog ruim 48.000 dollar per jaar, in 2010 was dat geslonken tot een kleine 34.000. In diezelfde jaren steeg het inkomen van de 1 procent best verdienende Amerikanen van 393.000 naar meer dan een miljoen dollar per jaar.

Regisseur Jacob Kornbluth volgt Reich de professor, die in T-shirt en jeans een gigantische collegezaal met studenten onderwijst. Of entertaint. “Hoe doet die middenklasse dat? Hoe blijft die maar geld uitgeven terwijl de lonen niet stijgen?”

Lees verder op Trouw

Geen twijfel dat de euro zal mislukken

Er is leven na de euro. Daar is de Nederlandse econoom Arjo Klamer vast van overtuigd. In het koor van eurosceptici die altijd kritisch stonden tegenover de gemeenschappelijke munt voor Europa zong hij weliswaar vaak de eerste stem, maar daarom hoeft de euro niet ons einde te betekenen. Er moet wel dringend over toekomstscenario’s worden nagedacht. ‘Als de euro straks in de problemen raakt en er is geen enkel plan voor handen, hervallen we toch weer in de oude, slechte gewoonten.’

Vanavond spreekt de Nederlandse econoom Arjo Klamer in Brussel bij de Buren over het nakend einde van de euro. Daarover publiceerde hij onlangs ook een boek (‘De euro valt! En wat dan?’), maar hij is er al veel langer van overtuigd dat de euro geen lang leven beschoren is. Klamer was één van de eerste economen die in Europa protesteerde tegen het plan om met een gezamenlijke munteenheid te beginnen. In 1991 publiceerde hij in De Volkskrant ‘De Europese Spooktrein’ over wat ons te wachten stond. In 1997 zette hij samen met zeventig andere Nederlandse economen zijn handtekening onder het pamflet ‘Met deze EMU kiest Europa de verkeerde weg’, maar het mocht niet baten. Aan het begin van 2002 werden de munten en biljetten onherroepelijk in omloop gebracht. Er zat voor Klamer niets anders op dan een treurige column in De Groene Amsterdammer te schrijven, en in het radioprogramma ‘Met het oog op morgen’ werd hem de droeve eer gegund om net voor middernacht de laatste gulden uit te geven.

Lees verder op Apache

EU organen en instituties zijn kwetsbaar voor corruptie

EU organen en instituties zijn kwetsbaar voor corruptie vanwege mazen in wetgeving en magere handhaving van regels met betrekking tot ethiek, transparantie en financieel toezicht. Dit is de belangrijkste conclusie die volgt uit het rapport dat op 24 april door de Anti-corruptie waakhond Transparency International is gepubliceerd.

“The EU institutions have done a lot to put their house in order in recent years but strong foundations are being undermined by complex rules, complacency, and a lack of follow up,” zei Carl Dolan, Directeur van het Europese kantoor van Transparency International.

Het EU Integriteit Systeem rapport is het eerste rapport over dit onderwerp dat over de breedte van 10 EU instituties is uitgevoerd, en het rapport komt op een gevoelig moment. Aan de vooravond van de verkiezingen van mei 2014 blijkt namelijk dat 70 procent van de Europeanen geloven dat corruptie voorkomt in de EU instituties.

In tegenstelling tot deze publieke perceptie, komt uit het TI rapport naar voren dat er een voldoende regels en beleid bestaan die een hoge standaard promoten met betrekking tot publieke diensten en verantwoordelijkheden van EU organen. Dit geldt zowel op het gebied van onderzoek van vermoedelijke fraude of misstanden, als de toegankelijkheid van het publiek tot documentatie en eventuele rechtsbescherming.

Niettemin bestaat er – evenals in de Nederlandse situatie bleek uit het NIS Rapport – aanzienlijk achterstallig onderhoud en zelfs gebreken. Zo zijn er geen verplichte regels met betrekking tot lobbyen en komt er steeds meer wetgeving tot stand achter gesloten deuren. Ook is er bij het handhaven van ethische regels ten aanzien van hogere beleidsmakers teveel focus op zelfregulering in plaats van onafhankelijke toetsing.

Lees verder op Transparency NL

Macht van Europa holt democratie uit

Nederlanders moeten hun toekomst niet langer klakkeloos laten bepalen door Europa, stelt het Burgercomité-EU.

Bijna drie maanden geleden is het burgerinitiatief van het Burgerforum-EU door de Tweede Kamer behandeld. Dit initiatief, ondersteund door meer dan 65.000 stemgerechtigde Nederlanders, roept de regering ertoe op een referendum uit te schrijven bij een volgende bevoegdheidsoverdracht aan de EU.

Het resultaat van het debat was zeer teleurstellend, zij het niet onverwacht. Alle moties voor een referendum werden namelijk door de meerderheid afgewezen. Ondergetekenden willen en kunnen het daarbij niet laten zitten. In aansluiting bij eeuwenoude tradities van burgerlijk verzet willen wij alle Nederlanders ertoe oproepen zich aan te sluiten bij onze poging om het Nederlandse volk een definitieve stem te geven in de Europese besluitvorming over zijn lot.

Nederlanders worden door hun eigen politici klaarblijkelijk niet geacht mee te beslissen over de fundamentele keuzes waarvoor ons land in Europa en de wereld staat. De vraag is over welke middelen we nu nog kunnen beschikken om een beslissende stem af te dwingen bij de overdracht van bevoegdheden aan de EU.

Gezien de manier waarop onze volksvertegenwoordigers omgaan met ons fundamentele recht is de tijd gekomen dat de Nederlanders zelf de beslissingsmacht over hun rol in de EU opeisen. Het belang daarvan is groot, omdat er sprake is van een nooit door ons goedgekeurde uitholling van onze soevereiniteit door geleidelijke afdracht van bevoegdheden aan en toenemende coördinatie in Brussel.

Als gevolg van die groeiende beslissings- en coördinatiemacht van de EU is er een beleidsniveau ontstaan waarop de Europese bevolking geen rechtstreekse invloed meer kan uitoefenen. Grote delen van het beleid worden niet door verkiezingen of referenda gestuurd, maar door de agendering van onze politici zelf en van onverkozen bestuurders, ambtenaren en lobbyisten.

In toenemende mate vormt zich zo een nieuwe politieke kaste die de toekomst van Europa zelf wil vormgeven in besloten vergaderruimtes, zonder dat de fundamentele keuzes aan de burgers van Europa worden voorgelegd. Zij en hun volksvertegenwoordigers worden daardoor voortdurend voor voldongen feiten geplaatst. Daardoor zijn wij, het volk, het initiatief en de zelfbeschikking over onze toekomst kwijtgeraakt.

Lees verder op het Reformatorisch Dagblad