In zijn nieuwe boek schetst de Duitse socioloog Wolfgang Streeck een dubbele crisis: een van het westerse kapitalisme en een van de democratie in Europa, veroorzaakt door de strenge Europese muntpolitie. ‘Eigenlijk moeten alle EU-lidstaten Duitsland worden. Een idioot idee.’
Gekochte tijd is de kroniek van het kapitalisme diep in de blessuretijd, een systeem dat van crisis naar crisis hotst en telkens een manier vindt om zijn hachje te redden. ‘Sinds de jaren 70 gaan kapitalistische samenlevingen door opeenvolgende crises. In elke crisis vinden ze echter een manier om tijd te kopen, tot die oplossing zelf weer een probleem wordt’, steekt Streeck van wal in zijn kantoor bij het Keulse Max-Planck-Institut für Gesellschaftsforschung.
Streeck, een oud-student van de legendarische cultuurwetenschapper Theodor Adorno, is niet onder de indruk van de monetaire hocus pocus die vandaag wordt toegepast om het systeem overeind te houden. ‘Inflatie, staatsschuld, privékrediet, geldproductie door centrale banken: allemaal om het systeem op het laatste nippertje op de been te houden. Je moet de crisis van 2008 in historisch perspectief zien: het is slechts één uit een reeks gelijkaardige crises.’
Maar het systeem vindt altijd een manier om overeind te blijven?
‘Tot nog toe schijnbaar wel, maar dat wil niet zeggen dat het altijd zo zal zijn.’
De theorie van het laatkapitalisme voorspelde in de jaren 70 al het einde van het systeem. Veertig jaar later staat het kapitalisme nog steeds overeind.
‘De (politieke) geschiedenis van het kapitalisme leert ons dat het een onstabiel systeem is, dat constant gerepareerd moet worden. Meestal zijn we bezig met het ontzenuwen van erg kritieke situaties. Ik ben er zeker van dat we in het komende decennium een even gevaarlijke crisis zullen meemaken als die van 2008. Of er dan iemand een oplossing zal hebben, kunnen we niet voorspellen. We zitten boven op een vulkaan. De drie relatief kalme decennia na 1945 waren uitzonderingen, met een kapitalisme dat veel meer door de overheid werd gecontroleerd. Toch is die rust als de norm gaan gelden.’
U hebt de naam een euroscepticus te zijn?
‘Ik hou niet van die term. Ik beschouw mezelf als een patriottistische Europeaan. Maar ik maak me grote zorgen over de Europese muntunie. Dat is niet hetzelfde.’
‘Kijk om je heen: de conflicten tussen de Europese volkeren zijn sinds de Tweede Wereldoorlog nooit meer zo heftig en emotioneel geweest als vandaag. Dat is het gevolg van die euroconstructie, die verschillende nationale economieën in één monetaire unie dwingt. Daarbij wordt de historische specificiteit van nationaal economisch beleid onderdrukt. Eigenlijk is het erop gericht om alle lidstaten in Duitsland te veranderen. Een idioot idee.’
Is er een alternatief? Intussen gebruiken negentien Europese lidstaten de euro en is hij een wereldmunt.
‘Als je kijkt naar de prestaties van de euro in de laatste maanden is het maar de vraag of hij een wereldmunt is. Voor je op zoek gaat naar alternatieven moet je het probleem begrijpen. Voor sommige ernstige problemen bestaat geen oplossing, je moet er mee leren leven. Vandaag is dat het geval.’
Een oplossing draagt u niet aan.
‘Het is legitiem om een probleem te benoemen, zonder meteen te roepen dat je ook een oplossing hebt. Als uitgerekend ik deze situatie kan oplossen, dan zou het probleem niet eens zo heel groot zijn. We moeten begrijpen dat we vandaag diep in de problemen zitten. In mijn boek bepleit ik een monetair beleid op twee niveaus: een euro als algemene munt, met daaraan gekoppeld nationale munten met flexibele wisselkoersen.’
Dus de euro blijft behouden, maar niet in de huidige vorm?
‘Vandaag werkt de euro als een goudstandaard: de wisselkoersen ten opzichte van de vroegere nationale munt zijn voor eeuwig vastgelegd. Een land dat minder competitief is dan een ander heeft maar één manier om bij te sturen: lonen, prijzen en sociale uitgaven naar beneden bijstellen. Zo kun je geen democratie runnen. Een regering kan niet ongestraft aan de bevolking aankondigen dat de lonen en overheidstewerkstelling met een kwart afnemen en de belastingen verhogen – zoals de vorige Griekse regering. Dan word je weggestemd natuurlijk. Met een munt die kan devalueren, kun je je gemakkelijker aanpassen.’
Een devaluatie kan een economie in moeilijkheden weer even zuurstof geven. Maar als er geen hervormingen volgen, koopt men dan ook niet gewoon tijd?
‘Die kans bestaat. Maar je bent tenminste meester over je eigen lot. Vandaag hebben nationale overheden niets meer te zeggen. Tot ze allemaal in Duitslandjes veranderen.’
Hoe valt die kritiek in Duitsland?
‘Ik ben nog niet in elkaar geslagen op straat, als je dat bedoelt. Het besef groeit er dat voortgaan met de monetaire unie steeds meer spanningen teweegbrengt in Europa, met Duitsland in het middelpunt. Steeds meer mensen beseffen dat je die ontwikkeling niet haar gang mag laten gaan. Steeds meer mensen denken na over de al te rigide en niet met de democratie te verzoenen systemen van de Europese muntunie.’
Komt er een Grexit?
‘Alles is mogelijk. Met die kanttekening dat je als lidstaat, althans op papier, niet uit de Europese muntunie kunt stappen, want dan moet je ook de EU verlaten. Dat laten de huidige Europese verdragen niet toe. In plaats van na te denken over manieren om uit de muntunie te stappen, zouden we ook kunnen nadenken over hervormingen van de euro.’
‘Weinig mensen weten dat ook Servië en Albanië op de wachtlijst staan. Die zijn er economisch nog slechter aan toe dan Griekenland. Als het monetaire beleid van de EU zo rigide blijft, zie ik niet hoe die landen in de muntunie kunnen overleven.’
U mengt zich als socioloog in een debat dat vooral door economen wordt gedomineerd.
‘Mag dat soms niet? De statuten van de muntunie zijn het werk van economen, en de eenheidsmunt is een catastrofe. Het is geen goed idee om de economie aan economen te laten. Ze verknallen het, en geen klein beetje.’
‘We zullen natuurlijk experts nodig hebben voor de technische details wanneer we oplossingen bedenken voor de huidige problematiek, maar het belangrijkste is een publiek debat over de manier waarop we die euro, en dus ook Europa, vorm zullen geven. Als neoliberale superstaat met goudstandaard? Of toch eerder als een gedecentraliseerd, flexibel democratisch systeem?’
Valt de politieke unie niet uit elkaar als iedereen weer een eigen munt krijgt?
‘Waarom? Het omgekeerde is ook mogelijk. Voordat de muntunie tot stand kwam, waren de verhoudingen tussen de Europese lidstaten redelijk goed. Vandaag zien we het omgekeerde. Sinds de muntunie werd ingevoerd, en omdát de muntunie werd ingevoerd, is het euroscepticisme in Scandinavië bijvoorbeeld alleen maar toegenomen. De Britten zijn op weg naar de uitgang en eisen net als de Nederlanders dat de verdragen herzien worden. De muntunie veroorzaakt net die trend tot fragmentatie.’
Ziet u de situatie escaleren?
‘Niet tot op het punt dat er oorlog van komt. Maar we zullen een permanente strijd zien over transfers van noord naar zuid en soevereiniteit. De zuiderse lidstaten zullen financiële steun van het noorden eisen om binnen de muntunie te overleven. Het noorden zal een beetje toegeven, wat voor het zuiden onvermijdelijk te weinig zal zijn, terwijl het noorden controle zal eisen over de manier waarop het geld wordt besteed. Dat is een lastig conflict. Bovendien zou je jaarlijks 4 procent van het Europese bnp nodig hebben om de discrepantie tussen noord en zuid op het huidige niveau te houden.’
Wat als de grote bedrijven zich in de discussie zouden mengen? Zij hebben toch ook belang bij een herstelde koopkracht voor heel Europa.
‘Je denkt toch niet dat Google geld zal lenen aan de Grieken voor een nieuwe Duitse auto? Die bedrijven zullen geen koopkracht creëren voor hun consumenten. De kredietmarkten vervulden die rol tot aan de crisis van 2008.’
‘Het systeem is ongeneeslijk ziek. Zelfs de Europese Centrale Bank gaat ervan uit dat Griekenland en Spanje een deflatie van 20 tot 30 procent nodig hebben om weer competitief te worden. Denk je dat je aan die mensen verkocht krijgt dat ze nu uitgehongerd moeten worden om binnen tientallen of honderden jaren de Duitse levensstandaard te bereiken? Natuurlijk gaan hun politici bedelen in Brussel om een Marshallplan. Dan komt zo’n figuur als Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker op de proppen, die zegt dat hij 3 miljard euro nodig heeft van de belastingbetaler, om er 300 miljard van te maken. De wonderbaarlijke vermenigvuldiging van de broden en de vissen! Dat is een teken van wanhoop, van mensen die om het even welk verhaal uitvinden over het nakende herstel in het Middellandse Zeegebied.’
De toekomst ziet er niet rooskleurig uit.
‘Neem van mij aan dat alle politieke leiders in Europa vandaag bang zijn voor wat nog gaat komen. De toekomst zag er nog nooit zo onzeker uit. En we weten niet hoe we ermee moeten omgaan.’