It’s the euro, stupid!

De dreiging van een aanstaand Grieks vertrek uit de eurozone (Grexit) is de laatste weken al zo vaak en zo breed uitgemeten, dat het nieuws uit Griekenland nauwelijks nog impact heeft. De aandelenbeurzen halen hun schouders op en gaan gewoon door alsof er niets aan de hand is.

Deze situatie was ook al te zien op de obligatiebeurzen, maar daar lijkt nu wat verandering in te komen. Hoe dan ook een Grexit op korte termijn is een zeer reële mogelijkheid (en op lange termijn een gegeven). Maar de echte oorzaak, daar wordt niet over gerept in de pers.

De Griekse crisis en de problemen met de rest van de PIIGS (Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje), staan natuurlijk niet op zichzelf. Deze houden direct verband met het eurolidmaatschap van deze landen. Het probleem met een muntunie is dat het niet anders kan dan een 1-size-fits-all beleid te voeren. Daarom moet zo’n muntunie bestaan uit gelijksoortige (homogene) landen.

Dit is gewoon een logisch gevolg, want 1-size-fits-all beleid loslaten op verschillende lidstaten, levert, per definitie, verschillende uitkomsten op. Wil men dezelfde uitkomsten van verschillende lidstaten (wat het geval is bij de eurozone), dan geldt, logischerwijs, dat ieder lidstaat zodanig beleid (maatwerk) moet krijgen zodat de uitkomsten van allen hetzelfde zullen zijn.

De oprichters van de Eurozone zagen dit probleem (deels) en besloten daarom de Maastricht criteria in het leven te roepen (staatsschuldniveau, inflatie, wisselkoersstabiliteit, overheidstekorten en rentestanden).

Maar dit is een beetje het paard achter de wagen spannen. Er werd niet gekeken waarom er verschillen waren tussen potentiële lidstaten op deze criteria (denk aan geografische ligging, aanwezigheid energiebronnen, cultuur, delfstoffen, topografie, demografie, taal, juridisch systeem, historie, politiek systeem, klimaat, economische cyclus, en zo voort).

Echter, de architecten van de eurozone waren de mening toegedaan dat als de Maastricht criteria allemaal zouden worden nageleefd, de (beoogde) lidstaten van de eurozone allemaal dezelfde dynamiek en uitkomsten zouden laten zien (allemaal zouden lijken op Duitsland dus…).

Deze begeerde convergentie (naar elkaar toe groeien) heeft echter niet plaatsgevonden. In den beginne leek het erop alsof dit wel gebeurde; immers, de economieën van de PIIGS lieten mooie groeicijfers zien. Graaft men wat dieper, dan wordt duidelijk dat deze groei gebaseerd was op krediet.

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf >>>