Brexit biedt juist voordelen

Binnenkort vindt het gevreesde Brexit referendum in het Verenigd Koninkrijk plaats. Wat en hoe gaat dit in zijn werk en wat voor mogelijke impact een eventuele Brexit heeft op de desbetreffende economieën, zijn vragen die ik in deze column zal proberen te beantwoorden.

Na lang gesteggel heeft de Britse regering dan toch besloten om een referendum te houden over de vraag of Engeland uit de EU moet stappen. Het referendum zal op 23 juni gaan plaatsvinden, maar zelfs dit is niet helemaal zeker. Door het wat aparte Britse regels omtrent referenda is er deze week een beslissing gevallen die wat beroering heeft veroorzaakt bij het pro Brexit kamp. Het is namelijk zo dat er door een soort kiescommissie twee organisaties worden aangewezen (eentje voor pro Brexit en de ander voor de anti Brexit) die de campagne mogen leiden. Dit betekent dat zij een ander maximum aan campagnebudget krijgen opgelegd, namelijk GBP 7 miljoen in plaats van GBP 700.000. Verder krijgen de twee verkozen organisaties elk de gratis mogelijkheid om één folder naar ieder huishouden te sturen met hun standpunten, mogen zij gebruik maken van bepaalde publieke ruimtes, krijgen zij TV zendtijd en tot GBP 600.000 aan kosten vergoed voor het leiden van de campagne.

Het anti-Brexitkamp heeft maar één organisatie, dus die werd dan ook verkozen om de anti campagne te leiden met bovengenoemde voordelen. Het pro-Brexit kamp bestond echter uit twee grote organisaties met aan de ene kant het door UKIP geleidde Leave.EU/ Grassroots Out en aan de andere kant het door Boris Johnson en Michael Gove geleidde Vote Leave. Ondanks de grotere support van de kiezer (of juist daarom…), kreeg Leave.EU/Grassroots Out niet de nominatie. Het feit dat de Leave EU organisatie geleid wordt door leden van de regerende conservatieve partij zal ook niet nadelig zijn geweest voor het Leave EU-kamp in dezen.

Een fervente supporter en sponsor van UKIP was echter furieus en heeft met juridische stappen gedreigd. Dit zou het referendum tot oktober kunnen vertragen. Het lijkt er vandaag op dat Nigel Farage van UKIP de vrede binnen het pro Brexit kamp heeft weten te herstellen, maar de kans op een uitstel van het referendum is nog steeds aanwezig.

Lees deze column van Alexanders Sassen van Elsloo verder op DFT

Verbod op contant geld gaat ten koste van vrijheid en democratie

Vooraanstaande economen en beleidsadviseurs van het IMF, Noorwegen, Zweden, Denemarken, China, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hebben recent, “onafhankelijk” van elkaar, opgeroepen tot een verbod op cash. Waarom willen zij een verbod en waarom opeens nu?

En zal Nederland (en de rest van de eurozone) ook die richting opgaan? Dit zijn essentiële vragen, niet alleen voor de belegger, maar voor iedere man, vrouw en kind.

Het idee van een verbod op cash bestaat al langer. Vaak wordt het idee gestoeld op de wens om zwart geld te verbannen. Criminelen zouden hun handel niet meer kunnen doen als ze niet in cash kunnen afrekenen. Criminelen zijn tegenwoordig een beetje passé, dus gooit het cashverbod kamp het vandaag de dag op terrorismebestrijding.

Criminelen en terroristen kunnen natuurlijk altijd in andere valuta betaald worden, of met goud, zilver, olie, auto’s, kunst, diamanten, en zo verder. Het is dan ook de reinste kul dat een verbod op cash om criminelen of terrorismebestrijding gaan; het gaat om controle van de gewone burger; en dan bedoel ik de totale controle.

Ik heb al in begin 2014 over een mogelijk verbod op cash geschreven voor de Financiële Telegraaf en heb recent voor een denktank in Brussel een stuk geschreven over een verbod op cash en de impact op vrijheid en democratie.

Bij een verbod van cash, gaat het altijd om controle. Als al het geld digitaal is dan is iedere transactie te zien (uitgezonderd voornoemde criminelen en terroristen), te traceren en dus ook te belasten. Het geeft overheden verder een ongekende hoeveelheid persoonlijke informatie over elk individu.

Waar u bent geweest, wat u drinkt, eet, met wie, op welke tijd en zo verder. Voor mensen die geven om privacy is dit een waar horrorscenario en voor mensen met despotische aanleg is dit de ultieme droom.

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf

Nexit is beter

Met de dreigende exit van Griekenland uit de eurozone, vragen veel experts zich (eindelijk) af of de eurozone wel zo’n goed idee is. De meesten zeggen dan dat landen zoals Griekenland er eigenlijk niet bij horen en dat een exit van deze landen, uiteindelijk, alleen maar goed zou zijn.

Nu ben ik blij met de wat meer kritische houding, maar de essentie van het probleem hebben ze nog steeds niet begrepen. Daaruit voortvloeiend slaan ze ook de plank mis wat betreft de beste manier van aanpak; Grexit, Spexit et cetera is, voor Nederland, niet de beste oplossing. In plaats dat al deze landen de euro verlaten, moeten wij dat juist doen! ‘Nexit’ dus.

Waarom euro niet werkt
Er zijn veel problemen met de euro. Grootste is dat de euro, net als elke andere muntunie, een one-size-fits-all beleid moet voeren. Dit is prima zolang alle leden ook allemaal op elkaar lijken.

Vergelijk het met een dieet: stel, 19 mensen komen bij een diëtist. Deze pakt de meest gezond uitziende van de 19 eruit (toevallig is hij Duits) en draagt iedereen op het zelfde eetpatroon te hanteren van deze persoon. Probleem is echter dat deze Duitser groot en sterk is, terwijl veel van de andere 18 mensen stukken kleiner is, ouder, jonger, vrouw, gehandicapt, allergisch, en zo verder zijn.

Het dieet van de Duitser zorgt er dus voor dat de andere 18 leden helemaal niet gezonder worden en meer op hem gaan lijken; het zorgt er juist voor dat de 18 andere steeds ongezonder worden, en dus ook steeds meer verschillen van elkaar.

Dit is wat er nu in de eurozone plaatsvindt. One-size-fits-all-beleid op verschillende leden geeft nu eenmaal per definitie verschillende uitkomsten. Deze verschillen moeten dan weer worden gladgestreken via allerlei hulpprogramma’s. Deze hulpprogramma’s zijn dan ook niet incidenteel, maar een structureel fenomeen van de eurozone. Hoe lang wilt u nog meebetalen aan dit idee?

Nexit
Punt is in ieder geval dat deze verschillen de eurozone uiteindelijk uit elkaar doen spatten. Als dit als gegeven wordt gebruikt, dan is de volgende vraag: hoe komen we hier met de minste kleerscheuren vanaf? Het antwoord is dus Nexit.

Lees de column van Alexander Sassen van Elsloo verder op DFT >>>

Verbod op cash

Steeds meer topeconomen spelen met het idee om cash geld te verbieden. De redenen waarom ze dit willen en wat de eventuele implicaties zijn voor de burger en investeerder, komen in deze column aan bod.

Door Alexander Sassen van Elsloo

Het FD pakte recent uit met een artikel over een mogelijk verbod op cash. De trouwe lezer van de Financiële Telegraaf wist dit natuurlijk allang, want ik heb daar een jaar geleden al een column aan gewijd Cash wordt verboden. Ik raad u zeker aan om deze oude column te (her)lezen. Waar het idee in het kort op neerkomt, is dat een verbod de financiële repressie door overheden effectiever zal maken.

De ECB probeert namelijk de grote schuldenlast draaglijk te maken voor de regeringen, bedrijven en individuen. De lage rentestand is een van de vele maatregelen. Het doel is om economische groei (maakt schulden draaglijker) en om inflatie aan te wakkeren (smelt de schuld voor een deel weg). Probleem is alleen dat de consument en het bedrijfsleven niet al te happig zijn om de consumptie dan wel investeringen op te schroeven. Ondanks de lage rente, wil het maar niet lukken.

Daarom komen topeconomen met het vreselijke idee om cash geld te verbieden. De redenering gaat als volgt: de ECB moet de rente negatief maken, zodat spaarders moeten betalen aan banken als ze een positief saldo hebben. Normaliter zouden de meeste spaarders hun geld opnemen en onder het matras stoppen in plaats van het aan te wenden voor consumptie en/of investeringen. Maar als er dus een verbod op cash zou zijn, dan moet de spaarder wel zijn geld uit gaan geven. Meer groei en meer inflatie dus; precies wat deze topeconomen voorschrijven als oplossing voor de schuldenproblematiek.

Lees verder op De Financiële Telegraaf >>>

Griekse flutredding

Volgens sommige geruchten is de oplossing van de Griekse crisis nabij. Het plan wat nu circuleert, is een default van Griekenland, zonder dat het de eurozone hoeft te verlaten. Alhoewel dit plan een goede kant heeft, is het een flutplan.

Dat een dergelijk plan überhaupt zou worden uitgevoerd geeft maar weer eens aan dat de eurozone zich in een onmogelijke positie heeft gewerkt.

Waarom?

Volgens geruchten zal Griekenland een schuldsanering krijgen, maar niet de eurozone hoeven te verlaten. Immers, de euro is gepresenteerd als onomkeerbaar en een Grexpulsion/Grexit zou deze regel breken en het vertrouwen in de euro als mondiale munt kunnen ondermijnen. Verder zou een exit van Griekenland uit de eurozone de andere PIIGS (Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje) op ideeën kunnen brengen. De geopolitieke importantie van Griekenland (oogje op Bosporus in verband met Russische vloot. Zie afbeelding.) zal ook zeker een rol spelen (terecht overigens!).

Tot zover het “waarom” inzake een eventuele Griekse redding nummer zoveel. Vraag is hoe het plan eruit gaat zien. De schuldenlast van de Griekse overheid is niet mals, zo rond 180% van BBP.

In context bezien: de Maastricht criteria eisen 60% of lager. Het zure is ook nog dat de huidige schuldenlast hoger is dan op het hoogtepunt van vorige Griekse crisis, die “opgelost” werd met een kleine schuldsanering.

Sinds deze afschrijving zijn de schulden ten opzichte van BBP dus weer toegenomen (met name door implosie Griekse economie). De servicekosten van deze schuld (interest) echter, zijn nu ongeveer 4,3% van BBP (tegen 7% in 2011). Deze daling is puur te danken aan de ECB en haar onconventionele monetaire beleid.

De Griekse rente is kunstmatig naar beneden gedrukt, zodat Griekenland wat lucht zou krijgen. Er zijn dus grofweg (zitten aardig wat juridische haken en ogen aan) twee knoppen om aan te draaien: schuldreductie (afschrijven) en rente reductie (eventueel in combinatie met langere looptijd in verband met herfinanciering).

Als de schuld moet worden afgeschreven tot beheersbare proporties, zeg 80% van BBP (ofwel afschrijving van EUR 130 miljard), dan moet er dus een enorme afboeking plaatsvinden op Griekse schulden. Met de ECB als grootse houder van Griekse schulden, kunt u in ieder geval op rekenen dat de belastingenvelop volgend jaar Grieks blauw zal zijn.

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf

Grexpulsion

Als ik de uitlatingen van de sleutelfiguren in de eurozone zo hoor, lijkt het er meer en meer op dat Griekenland de eurozone zodanig voor het blok zet, dat zij een Griekenland forceert om uit de euro te stappen. De term ‘Grexit’ of ‘Grexident’ zou dan beter veranderd kunnen worden in ‘Grexpulsion’.

De vraag is natuurlijk of dit daadwerkelijk gaat gebeuren of dat de uitlatingen allemaal onderdeel zijn van het onderhandelingsspel. Maar mocht Griekenland uit de eurozone stappen/gezet worden, wat gebeurt er dan? Er zijn vele scenario’s denkbaar over wat er gebeurt als Griekenland daadwerkelijk de eurozone verlaat, maar in deze column beperk ik mij tot één scenario: de strafexpeditie.

Mocht Griekenland uit de euro kukelen, dan gaan ze elkaar daarvan de schuld geven. De Grieken zullen zeggen dat de eurozone hen kapot probeerde te maken, terwijl de eurozone zal zeggen dat de Grieken een langer verblijf in de eurozone onmogelijk maakten.

Hierbij moet ik wel opmerken dat het uitzetten van een euroland niet kan, maar de eurozone kan het wel afdwingen (geen geld meer geven en ECB-kraan dicht zetten). Dit is iets wat de Grieken van pas gaat komen in de retoriek bij Grexpulsion.

De waarheid ligt zoals zo vaak in het midden, want Griekenland moet wel degelijk bezuinigen, maar zonder een grote schuldkwijting heeft dat geen zin. Verder zou ook een van de grootste oorzaken van deze ellende moeten worden weggehaald: de euro (zie mijn column van vorige week).

In ieder geval zal de eurozone de impact van een Grexpulsion willen minimaliseren. Dit betekent dat de rest van de PIIGS (Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje) duidelijk gemaakt moet worden dat een euro-exit absoluut geen pretje is. Deze optie moet zo onaantrekkelijk mogelijk worden gemaakt.

Dit houdt in dat de eurozone en EU keihard zullen optreden tegen Griekenland. Waar mogelijk zal er beslag worden gelegd op alle buitenlandse tegoeden (iets wat politici in de PIIGS niet zo fijn vinden…), handelsbarrières zullen worden opgeworpen, visumplicht (afschaffen Schengen) zal worden ingesteld, de ECB draait de Griekse banken de nek om, en zo verder.

Veel van deze maatregelen zijn nu waarschijnlijk nog niet mogelijk door de vele verdragen van zowel de EMU, EU en WHO, maar als er iets is waar de EU/EMU bedreven in is, is het wel het oprekken van afspraken.

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf

It’s the euro, stupid!

De dreiging van een aanstaand Grieks vertrek uit de eurozone (Grexit) is de laatste weken al zo vaak en zo breed uitgemeten, dat het nieuws uit Griekenland nauwelijks nog impact heeft. De aandelenbeurzen halen hun schouders op en gaan gewoon door alsof er niets aan de hand is.

Deze situatie was ook al te zien op de obligatiebeurzen, maar daar lijkt nu wat verandering in te komen. Hoe dan ook een Grexit op korte termijn is een zeer reële mogelijkheid (en op lange termijn een gegeven). Maar de echte oorzaak, daar wordt niet over gerept in de pers.

De Griekse crisis en de problemen met de rest van de PIIGS (Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje), staan natuurlijk niet op zichzelf. Deze houden direct verband met het eurolidmaatschap van deze landen. Het probleem met een muntunie is dat het niet anders kan dan een 1-size-fits-all beleid te voeren. Daarom moet zo’n muntunie bestaan uit gelijksoortige (homogene) landen.

Dit is gewoon een logisch gevolg, want 1-size-fits-all beleid loslaten op verschillende lidstaten, levert, per definitie, verschillende uitkomsten op. Wil men dezelfde uitkomsten van verschillende lidstaten (wat het geval is bij de eurozone), dan geldt, logischerwijs, dat ieder lidstaat zodanig beleid (maatwerk) moet krijgen zodat de uitkomsten van allen hetzelfde zullen zijn.

De oprichters van de Eurozone zagen dit probleem (deels) en besloten daarom de Maastricht criteria in het leven te roepen (staatsschuldniveau, inflatie, wisselkoersstabiliteit, overheidstekorten en rentestanden).

Maar dit is een beetje het paard achter de wagen spannen. Er werd niet gekeken waarom er verschillen waren tussen potentiële lidstaten op deze criteria (denk aan geografische ligging, aanwezigheid energiebronnen, cultuur, delfstoffen, topografie, demografie, taal, juridisch systeem, historie, politiek systeem, klimaat, economische cyclus, en zo voort).

Echter, de architecten van de eurozone waren de mening toegedaan dat als de Maastricht criteria allemaal zouden worden nageleefd, de (beoogde) lidstaten van de eurozone allemaal dezelfde dynamiek en uitkomsten zouden laten zien (allemaal zouden lijken op Duitsland dus…).

Deze begeerde convergentie (naar elkaar toe groeien) heeft echter niet plaatsgevonden. In den beginne leek het erop alsof dit wel gebeurde; immers, de economieën van de PIIGS lieten mooie groeicijfers zien. Graaft men wat dieper, dan wordt duidelijk dat deze groei gebaseerd was op krediet.

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf >>>

(Beurs)storm op komst

Iedereen kent wel van die zomerdagen die plotsklaps omslaan in noodweer. Voor de meesten komt dit altijd onverwachts, maar voor de weermannen onder ons niet; zij hebben immers op de barometer een plotselinge daling kunnen waarnemen voordat het weer omsloeg. Nu werkt de beurs helaas niet met één type barometer, maar met velen.

Iedere marktvorser kijkt naar zijn eigen “custom made” barometer dashboard (vandaar ook de verscheidenheid in aanbevelingen). Ik zie veel van mijn barometers die ineens zeer sterke en plotselinge dalingen laten zien, terwijl er nog steeds een feeststemming op de beurs heerst. Dit is meestal een recept voor ellende.

Terroristische activiteit en de bijbehorende dreiging zijn weer terug van weggeweest in het Westen. Tegenstellingen nemen alsmaar toe, of het nu gaat om de verschillen tussen rijk en arm (binnen en tussen landen), het gevecht tussen verlicht denken en onverlicht denken, de uit elkaar groeiende economieën binnen de eurozone, of de verschillen tussen politieke partijen (binnen en tussen landen); ze nemen allemaal toe.

Vertrouwen tussen bevriende regeringen hebben ook de nodige deuken opgelopen (VS-FR, VK-EU, DUI-FR, et cetera). Dezelfde trend kan ook worden waargenomen in de relaties met niet bevriende regeringen, zoals Rusland. Oude antagonisten van het Westen, China en Rusland zijn op grote schaal fysiek goud aan het opkopen, Duitsland en Nederland halen ieder een deel van hun goudpositie bij de New York Fed terug, terwijl ook België en Frankrijk (en wie weet nog meer landen) soortgelijke plannen aan het maken zijn.

Intussen zien we op de valutamarkten grote bewegingen en lijkt de valutaoorlog in een versnelling te geraken. Dit zijn allen ontwikkelingen die wijzen op aankomend onheil, maar ik wil er 2 apart behandelen, Griekenland en olie.

Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op De Financiële Telegraaf