Voorstanders van een Ander Europa zien in een sterkere EU het antwoord op de toenemende macht van het grootkapitaal. Maar de EU wordt niet voor niets Brussels Business genoemd: het is juist opgericht om de belangen van grote bedrijven te behartigen.
Door mondialisering zijn overheden niet langer in staat multinationals tot de orde te roepen. Niet alleen zijn zij soms groter dan staten (Shell heeft ongeveer dezelfde omvang als Griekenland), door liberalisering zijn zij ook steeds beter in staat om de vuist van de staat te ontwijken. Bonusplafonds? Dan gaan we naar Singapore! Hogere milieuheffingen? Dan gaan we naar de Verenigde Staten. Strengere regels voor tabaksreclame? Dan klagen wij u aan bij schimmige arbitragehoven. Correspondent Jesse Frederik schreef hier al eens over.
Verdere Europese integratie is volgens sommigen dan ook de enige manier om de doorgeschoten macht van multinationals aan banden te leggen: de Europese Unie als temmer van het grootzakelijke monster.
Het is duidelijk dat deze behoefte niet bij alle politieke partijen even sterk leeft. VVD, D66 en CDA zijn alle drie ongegeneerde cheerleaders van de ‘platte wereld’ van Thomas Friedman en hebben nauwelijks oog en oor voor de klachten van de zogenoemde ‘mondialiseringsverliezers.’ Schaalvergroting als hoogste goed – en als daarvoor meer Europese integratie nodig is dan zij het zo. Zolang zij er maar wat klein grut in de vorm van een kleinere Europese takenlijst voor terugkrijgen.
Meer oog voor de keerzijde van mondialisering en schaalvergroting vind je bij GroenLinks en de PvdA. GroenLinks wil milieuvervuiling bestrijden, China het hoofd bieden, roofzuchtige banken temmen, agressieve belastingontwijking aan banden leggen, pal staan voor mensenrechten en de internationale rechtsorde – allemaal zaken die de bewegingsvrijheden van het grootbedrijf beperken, dus geld kosten en daarom effectieve tegenmacht vereisen. En juist voor dat Andere Europa willen GroenLinks en haar Europese zusterpartijen het Europees Parlement gebruiken.
Lees deze column van Ewald Englenen verder op De Correspondent