De Europese verkiezingen lijken nog maar weinig te leven bij de Nederlanders. Maar dat is niet terecht, want er staat veel op het spel.
Sinds de vorige verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009 is de Europese Unie ingrijpend veranderd. In reactie op de eurocrisis zijn grote stappen gezet in de richting van een gezamenlijk Europees economisch bestuur. Daarbij krijgt de Europese Commissie steeds meer invloed over onderwerpen waar ze volgens de verdragen niets te zeggen heeft, zoals de huren of de zorg in Nederland. De Europese verkiezingen zouden volgens mij dan ook vooral moeten gaan over de vraag of wij, Nederlandse burgers, deze stille machtsoverdracht naar Brussel oké vinden of dat we deze juist afwijzen.
De eurocommissaris voor economische en monetaire zaken (momenteel is dat de Fin Olli Rehn) is de afgelopen paar jaar uitgegroeid tot een soort “supercommissaris” of “begrotings-tsaar”. Olli Rehn kan lidstaten van de EU allerlei ‘beleidsaanbevelingen’ doen, en als landen die aanbevelingen niet opvolgen kunnen daar forse boetes op volgen. Nationale parlementen staan daarbij langs de zijlijn en ook het Europees Parlement heeft geen directe invloed op de dwingende ‘aanbevelingen’!
Lees deze column van Erik Wesselius verder op de website van de SP