Zorgen van Europese burgers boeien Europese Commissie niet

Belangrijke thema’s in het kader van internationale handelsbelangen worden via sluiproute alsnog binnengesleept.

Wie denkt dat Europa niet leeft onder haar inwoners, moet zich eens verdiepen in de publieksraadpleging die afgelopen zomer gehouden werd over het vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten. Het aantal reacties was bijna 150.000, tientallen malen hoger dan welke eerdere raadpleging dan ook.

Een deel van de inzendingen kwam van mensen die via een link op de website van hun favoriete belangenorganisatie een standaardinbreng leverden. Maar een deel kwam ook van organisaties die een achterban van honderdduizenden of zelfs miljoenen vertegenwoordigen — denk aan vakbonden, milieuorganisaties en de digitale burgerrechtenbeweging. Het is een resultaat waar de Europese Commissie met geen mogelijkheid omheen kan.

Verantwoordelijk Eurocommissaris Cecilia Malmström zegt zich het signaal aan te trekken. Maar het lijkt erop dat dat een dansje is voor de bühne. Met een Canadese omweg haalt zij het gevoeligste onderdeel toch gewoon binnen. De publieksraadpleging richtte zich met name op de manier waarop Amerikaanse bedrijven zich kunnen beklagen wanneer landen in de Europese Unie hun winsten bedreigen, en omgekeerd. Dat moet gebeuren door een arbitragesysteem genaamd ISDS.

ISDS is een afkorting voor Investor State Dispute Settlement. Die term duidt op een tribunaal dat kan worden ingesteld wanneer een investeerder meent dat een nieuwe wet zijn belangen schaadt. Dergelijke tribunalen zijn niet onafhankelijk, en de uitspraken niet openbaar. ISDS is een omstreden onderdeel van het verdrag waarover de Europese Unie onderhandelt met de Verenigde Staten (TTIP). In dat verdrag worden alle mogelijke hindernissen weggehaald die ondernemers kunnen weerhouden van het doen van zaken op elkaars grondgebied. Dat gaat bijvoorbeeld om regels die Europa heeft opgesteld voor voedselveiligheid, milieubescherming en dierenwelzijn, of omgekeerd om regels die de Verenigde Staten hebben opgesteld om hun banken in toom te houden.

Maar er wordt dus ook gewerkt aan manieren om bedrijven in de toekomst in staat te stellen om nieuwe wetten buiten werking te zetten. Die rol vervult ISDS. ISDS is niet nieuw. Het werd in 1959 voor het eerst opgenomen in een handelsverdrag tussen Duitsland en Pakistan, en sindsdien duikt het op in zo’n 3.000 verdragen over de hele wereld. Bekende gevallen zijn het Zweedse bedrijf Vattenfall, dat een zaak aanspande tegen Duitsland toen dat besloot om niet langer met kernenergie te werken. Vattenfall eist miljarden euro’s en de uitspraak laat nog steeds op zich wachten. Een ander voorbeeld is het plan van Egypte om het minimumloon in te voeren. Dat kwam ze op een claim van Veolia te staan, die vreesde een deel van zijn winst te moeten inleveren. Met het Europees-Amerikaanse verdrag zou het onderdeel worden van het grootste handelsverdrag ter wereld.

Lees deze column van Anne-Marie Mineur (SP) verder op Joop