Natuurlijk is er sprake van sluipende machtsoverdracht aan de EU. Een groep rond Thierry Baudet eist antwoord van minister Timmermans.
Het is meer dan anderhalf jaar geleden dat wij met een aantal anderen in deze krant opriepen tot een referendum over de Europese Unie (‘Ook wij willen een referendum’, 26 januari 2013). In navolging van de Britse premier Cameron, die kort daarvoor had gesproken van het ‘groeiende democratisch gat tussen de EU en haar burgers’ – en die de Britten daarom een referendum beloofde – spraken wij van ‘sluipende bevoegdheidsoverdracht’ aan de EU waardoor het Nederlands parlement steeds verder buiten spel kwam te staan. Kort daarvoor had de Raad van State in een ongewoon fel rapport (van 18 januari 2013) eveneens gewaarschuwd voor de centraliserende impulsen van Brussel en gesproken van ‘democratische vervreemding’ die in diverse Europese landen zou ontstaan. In reactie op de maatregelen die werden genomen om de eurozone te redden, betoogde één van ons (Ewald Engelen) dat Nederland ‘aan de vooravond van een staatsgreep’ stond [door Van Rompuy c.s.].
De politiek bleef helaas doof voor onze zorgen. Daarom richtten wij een ‘Burgerforum’ op dat in korte tijd meer dan 60.000 handtekeningen wist te verzamelen van burgers die, net als wij, van mening waren dat de inwoners van Nederland zelf moeten kunnen beslissen over verdere bevoegdheidsoverdracht aan de EU. Op 20 januari van dit jaar – meer dan tien maanden nadat wij de handtekeningen hadden ingeleverd (!) – mochten wij deze petitie eindelijk toelichten in een plenair debat. Ons verlangen – referendum bij nieuwe bevoegdheidsoverdracht – werd verworpen omdat volgens minister Timmermans en de fracties die hem steunden, onduidelijk was wat met ‘sluipende bevoegdheidsoverdracht’ werd bedoeld.
Natuurlijk was dit een schijnbeweging. ‘Sluipend’ was uiteraard niet letterlijk bedoeld maar overdrachtelijk: wetten en regelingen kunnen niet ‘sluipen’. Dat begrepen wij ook wel. We doelden vanzelfsprekend op de salamitactiek die Jean-Claude Juncker ooit als volgt omschreef: „We gaan steeds een stapje verder totdat er geen terugkeer meer mogelijk is”. Of, zoals Romano Prodi zei: „Bij de invoering van de euro was een crisis voorspelbaar. Destijds was het verstandige antwoord: we zetten nu deze stap. De rest zal volgen”.
Inderdaad ondervinden we voortdurend hoe de EU nieuwe bevoegdheden opeist en onze democratie overvleugelt. Denk aan de regels over begrotingscontrole (waardoor we niet meer zelf in laatste instantie kunnen beslissen over ons geld), of aan de bankenunie (waardoor we aansprakelijk zijn voor de banken in Zuid-Spanje en Griekenland). Denk aan de regelzucht van het Europees Parlement of aan het optuigen van een Europees Openbaar Ministerie; aan het Europese immigratiebeleid en de Europese defensiemacht-in-wording. Stuk voor stuk kleine stapjes voorwaarts die een paar jaar later weer nieuwe bevoegdheidsoverdracht noodzakelijk maken – totdat we uiteindelijk uitkomen bij het enig mogelijke eindstation: de United States of Europe. Ziedaar. Het genie van Jean Monnet.
De discussie over ‘sluipend’ of ‘niet-sluipend’ was dus een schijndiscussie, een truc om de aandacht af te leiden van het hoofdpunt.
Niettemin heeft de Raad van State zich over deze kwestie gebogen. In een rapport dat verscheen op donderdag 17 juli 2014 onderzocht het de vraag of we van zo’n ‘sluipende bevoegdheidsoverdracht’ kunnen spreken. „De toepassingsmogelijkheden”, zo bevestigt de Raad, „van de overgedragen bevoegdheden kunnen in de praktijk ruimer blijken te zijn dan de verdragspartijen oorspronkelijk voor ogen stond”. De analyse vervolgt: „De omvang van de toegedeelde bevoegdheden is niet altijd scherp afgebakend”. Inderdaad, de machtsuitdijing komt niet alleen door de Commissie en het Europees Parlement; maar ook „moet onderkend worden dat het [Europees] Hof met zijn jurisprudentie de oorspronkelijke bedoeling van de verdragen meer dan eens verder heeft gebracht dan de besluitvorming bij onderlinge overeenstemming van de lidstaten”.
De Raad van State concludeert vervolgens dat „deze ontwikkelingen het beeld kunnen scheppen van een verschuivend machtsevenwicht ten koste van de volksvertegenwoordiging”. In de volgende alinea is het oordeel geveld: „Het verschijnsel dat als ‘sluipende overdracht’ van bevoegdheden wordt ervaren…”.
De kern: natuurlijk is er sprake van sluipende machtsoverdracht. Was er iemand die dat serieus kon betwisten? Donderdag 9 oktober zal het rapport van de Raad van State besproken worden in de Tweede Kamer. De hoop is dat het Timmermans ditmaal lukt om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden en dat er een fundamenteel – dus inhoudelijk – antwoord komt op de vraag of Nederlanders zelf over de toekomst van hun democratie mogen beslissen. En zo niet, waarom dan niet? Waarom wordt het ‘nee’ uit 2005 genegeerd? Met welk recht wordt ons geleidelijk ons zelfbestuur ontnomen?
Antwoorden, heer Timmermans!
dr. Thierry Baudet is auteur van De Aanval op de Natiestaat;
prof. dr.Paul Cliteur is filosoof en rechtsgeleerde;
prof. dr. Arjo Klamer is hoogleraar economie van de kunst en cultuur EUR;
prof. mr. Jos Teunissen is hoogleraar staats- en bestuursrecht OU;
prof. dr. Tom Zwartis hoogleraar internationaal en Europees recht UU.
Dit artikel is gepubliceerd in het NRC Handelsblad van maandag 6 oktober 2014