Zelden heb ik zo’n oprechte aanklacht tegen wat er mis gaat in onze economie gezien. Een Roemeense vrachtwagenchauffeur werd aan de kant van de snelweg door de Antwerpse televisie naar zijn mening gevraagd over zijn beroep. “Ik haat deze job. Ik wil ook naar huis gaan en mijn kinderen kunnen zien, maar mijn kinderen hebben geld nodig om naar school te kunnen gaan.”
Dit zijn de moderne slaven die onze globalisering overeind houden: de katoenplukkers in Tajikistan die hun eigen natuur kapot maken om onze T-shirts te kunnen produceren, de Aziatische arbeidsters die aan één euro per dag onze rommelwinkels vullen, de Filipijnse matrozen die de containerschepen bemannen, de Roemeense truckers die de containers naar onze warenhuizen brengen, de arbeiders van Fernand Huts die zonder vast contract alles in dozen mogen stoppen en de winkelbediendes die de meuk eveneens aan een hongerloon aan de gezapige Europese middenklasse mogen verkopen.