EU-commissaris Pierre Moscovici (57) moet de EU-landen bij de les houden als het gaat om hun schulden, tekorten en een goede werking van hun markten. Frankrijk, waar hij tot maart vorig jaar minister van financiën was, heeft te kampen met zowel ‘buitensporige tekorten’ als met ‘buitensporige macro-economische onevenwichtigheden’; eurospeak voor code rood.
Als commissaris voor economie en financiën kan Moscovici de eurolanden met sancties in het gareel dwingen. Vooral in Nederland wordt daar veel belang aan gehecht. Maar zo zit Moscovici, zoon van een Roemeense vader en een Poolse moeder die beide psycholoog waren, niet in elkaar zegt hij in een gesprek met enkele Europese media, waaronder Het Financieele Dagblad.
‘Sancties leg je alleen op als het absoluut noodzakelijk is. Het is altijd beter om met aanmoedigingen te werken. We nemen beslissingen om het economisch herstel te ondersteunen. We respecteren de regels van het Stabiliteits- en Groeipact, maar doen dat proactief en creatief. Ik geef de voorkeur aan druk, dialoog en debat en niet aan sancties die alleen maar conflict en populisme uitlokken en niets oplossen’.
Dat leidde er vorig jaar al toe dat hij Frankrijk pardonneerde toen het zijn begrotingstekort tegen de afspraken in niet onder de 3% bracht. Parijs kreeg voor de tweede keer twee jaar uitstel. En hetzelfde gebeurde woensdag met Groot-Brittannië, dat als niet-euroland niet eens de schijn ophoudt dat het ernaar streeft om zijn tekort onder de 3% te brengen, ook al is het daartoe als EU-land formeel net zo verplicht.
Woensdag zag de Commissie ook af van een hardere aanpak van Frankrijk wegens overtreding van de Europese grenswaarden voor zijn concurrentievermogen en zijn te hoge private en publieke schulden. Parijs kreeg alleen zes dringende aanbevelingen om daar verandering in te brengen door zijn overheidsfinanciën op orde te brengen, het pensioenstelsel weer betaalbaar te maken, de arbeidskosten duurzaam te verlagen en lonen te koppelen aan de productiviteitsontwikkeling, de regelgeving voor bedrijven te verlichten, beschermde beroepen en de rest van de arbeidsmarkt te liberaliseren en het belastingstelsel te vereenvoudigen.