Het Europees Parlement moet zo snel mogelijk akkoord gaan met het doorgeven van passagiersgegevens aan politie en inlichtingendiensten, zei EU-president Donald Tusk vrijdag. Daarmee lijkt dit de eerste slag te worden tussen aanhangers van privacy en die van veiligheid na de aanslagen in Parijs.
Komende zondag zal de geplande database aan de orde komen tijdens een bijeenkomst van Europese ministers die zich bezighouden met terreurbestrijding. Die komen op uitnodiging van de Franse minister van Binnenlandse Zaken bij elkaar in Parijs. Namens Nederland zal minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie present zijn.
Ook de directeur van de Britse geheime dienst MI5 heeft de Parijse aanslagen aangegrepen om te pleiten voor meer macht voor de inlichtingendiensten. ‘Privacy moet niet zo absoluut en heilig zijn dat terroristen gewoon hun gang kunnen gaan’, zei hij in een toespraak donderdagavond.
Volgens hem is de balans door de onthullingen van Edward Snowden doorgeslagen. ‘Als wij ons werk goed, moeten doen, moeten we hun communicatie kunnen penetreren zoals we altijd hebben gedaan. Daartoe hebben we de juiste instrumenten, wettelijke bevoegdheden en medewerking van bedrijven met data nodig. Dit beeld is nu gefragmenteerd.’
Volgens Tusk kunnen de passenger name records (PNR) van mensen die van en naar EU-landen vliegen helpen bij ‘het detecteren van gevaarlijke personen’. Het idee is dat met een uniform systeem eerder mogelijke jihadisten zouden kunnen worden gespot.
De PNR-gegevens zijn al jaren een steen des aanstoots in Brussel. De Commissie en de lidstaten die proberen de database op te zetten, stuiten daarbij op de progressieve en liberale partijen in het parlement, die grote privacy-bezwaren hebben tegen een ongebreidelde doorzoekfunctie.
D66-Europearlementariër Sophie in ’t Veld, lid van de commissie burgerrechten, reageert furieus op de oproep van Tusk en andere (conservatieve) politici. ‘De suggestie dat dat PNR-systeem de terreur in Parijs had kunnen voorkomen, is weerzinwekkend en onverantwoord. Het is bewuste misleiding om de geesten rijp te maken voor een verstrekkende wet. We mogen onder druk van de gebeurtenissen de zorgvuldigheid niet uit het oog verliezen.’
In ’t Veld wijst op de bewaarplicht van telecomgegevens, een Europese maatregel die werd ingevoerd na de aanslagen in Madrid (2004) en Londen (2005). In april werd deze richtlijn door het Europese Hof van Justitie naar de prullenmand verwezen.