Het groeiende EU-verlanglijstje voor gegevensverzameling

De Britse premier David Cameron zegt dat zijn geheime diensten toegang moeten krijgen tot alle digitale communicatie van de Britten. Bondskanselier Angela Merkel wil Angela Merkel en de Bewaarplicht. telefoon- en internetaanbieders verplichten gebruikersdata voor lange tijd te bewaren. En Donald Tusk, voorzitter van de Europese Raad, pleit Donald Tusk over de reizigersdatabase. voor een snelle invoering van een centrale database met de gegevens van alle luchtvaartreizigers die het Europees luchtruim betreden of verlaten.

In de nasleep van de aanslag en het gijzelingsdrama in Parijs spreken Europese regeringsleiders ferme taal. De boodschap: Het Kwaad dat toesloeg in Parijs zal bestreden worden met nieuwe, betere en geavanceerdere maatregelen. Zwaardere wapens voor agenten, inzet van militairen, maar vooral: meer bevoegdheden voor terrorismebestrijders om informatie te verzamelen, op te slaan en uit te wisselen.

Niet heel verrassend: ook (oud-)hoofden van inlichtingen- en veiligheidsdiensten laten snel van zich horen. Pieter Cobelens, de ex-baas van onze Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), pleit Bijvoorbeeld van de Belastingdienst en bewakingscameraregistraties. er vrijwel direct na Parijs voor om meer databases aan elkaar te koppelen. Jonathan Evans, voormalig directeur van de Britse veiligheidsdienst MI5, hekelt meteen de ‘verouderde’ wetgeving van Groot-Brittannië om communicatie te monitoren. En Michael Hayden, de oud-directeur van de National Security Agency (NSA), houdt Dat doet Michael Hayden hier (rond 4.24 minuut). de dag na de aanslagen nog maar eens een pleidooi voor de controversiële verzameling van telefoonmetadata.

In die roep om meer bevoegdheden zit een zekere logica. De bevolking eist daadkracht van haar leiders, media benadrukken de kans op een volgende aanslag en politieke tegenstanders verwijten regeringsleiders slappe knieën. Hou Rob Wijnberg noemt dat de ‘veiligheidsparadox.’ onder die omstandigheden de rug maar eens recht. (De Nederlandse regering is wat dat betreft (voorlopig) een uitzondering, waarover aan het slot van dit artikel meer.)

Maar te midden van die electorale, maatschappelijke en politieke storm gaat de belangrijkste vraag nog weleens verloren: werkt het? Zullen de voorgestelde maatregelen voor méér dataverzameling en méér databasekoppelingen ook echt terroristische aanslagen voorkomen?

Er is geen expert te vinden die twijfelt over nut en noodzaak van surveillance voor terrorismebestrijding. Maar er is een cruciaal onderscheid tussen het gericht monitoren, volgen en aftappen van terrorismeverdachten – laten we zeggen het klassieke inlichtingenwerk – en het ongericht verzamelen en opslaan van grote bergen communicatie van miljoenen burgers – laten we zeggen de sleepnetmethode. Van de eerste vorm van surveillance weten we dat die cruciaal is om terrorisme te bestrijden, maar geldt dat ook voor die andere vorm?

Laten we beginnen met de feiten over de aanslagen. Die spreken in ieder geval niet in het voordeel van de politici en spionnenbazen die pleiten voor méér data.

Lees dit artikel van Maurits Martijn verder op De Correspondent

Tusk bepleit haast met database vliegtuigpassagiers naar EU

Het Europees Parlement moet zo snel mogelijk akkoord gaan met het doorgeven van passagiersgegevens aan politie en inlichtingendiensten, zei EU-president Donald Tusk vrijdag. Daarmee lijkt dit de eerste slag te worden tussen aanhangers van privacy en die van veiligheid na de aanslagen in Parijs.

Komende zondag zal de geplande database aan de orde komen tijdens een bijeenkomst van Europese ministers die zich bezighouden met terreurbestrijding. Die komen op uitnodiging van de Franse minister van Binnenlandse Zaken bij elkaar in Parijs. Namens Nederland zal minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie present zijn.

Ook de directeur van de Britse geheime dienst MI5 heeft de Parijse aanslagen aangegrepen om te pleiten voor meer macht voor de inlichtingendiensten. ‘Privacy moet niet zo absoluut en heilig zijn dat terroristen gewoon hun gang kunnen gaan’, zei hij in een toespraak donderdagavond.

Volgens hem is de balans door de onthullingen van Edward Snowden doorgeslagen. ‘Als wij ons werk goed, moeten doen, moeten we hun communicatie kunnen penetreren zoals we altijd hebben gedaan. Daartoe hebben we de juiste instrumenten, wettelijke bevoegdheden en medewerking van bedrijven met data nodig. Dit beeld is nu gefragmenteerd.’

Volgens Tusk kunnen de passenger name records (PNR) van mensen die van en naar EU-landen vliegen helpen bij ‘het detecteren van gevaarlijke personen’. Het idee is dat met een uniform systeem eerder mogelijke jihadisten zouden kunnen worden gespot.

De PNR-gegevens zijn al jaren een steen des aanstoots in Brussel. De Commissie en de lidstaten die proberen de database op te zetten, stuiten daarbij op de progressieve en liberale partijen in het parlement, die grote privacy-bezwaren hebben tegen een ongebreidelde doorzoekfunctie.

D66-Europearlementariër Sophie in ’t Veld, lid van de commissie burgerrechten, reageert furieus op de oproep van Tusk en andere (conservatieve) politici. ‘De suggestie dat dat PNR-systeem de terreur in Parijs had kunnen voorkomen, is weerzinwekkend en onverantwoord. Het is bewuste misleiding om de geesten rijp te maken voor een verstrekkende wet. We mogen onder druk van de gebeurtenissen de zorgvuldigheid niet uit het oog verliezen.’

In ’t Veld wijst op de bewaarplicht van telecomgegevens, een Europese maatregel die werd ingevoerd na de aanslagen in Madrid (2004) en Londen (2005). In april werd deze richtlijn door het Europese Hof van Justitie naar de prullenmand verwezen.

Lees het hele artikel van Michael Persson op de Volkskrant