Waarom Portugal het nieuwe Griekenland wordt

Alle aandacht gaat momenteel uit naar Griekenland. Maar hoe staat het met dat andere Zuid-Europese land dat ook voor faillissement behoed moest worden? Is Portugal werkelijk het succesverhaal dat het op de financiële markten lijkt te zijn? Hendrik Oude Nijhuis heeft zo zijn twijfels.

Portugal lijkt er in eerste instantie duidelijk beter voor te staan dan in 2011. Toen moest het land onder zware druk van de financiële markten noodhulp accepteren van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds. Anders zou het land failliet gaan.

Inmiddels heeft Portugal noodhulp niet langer nodig. Voor nieuwe leningen kan het land weer op de financiële markten terecht en de Portugese 10-jaars rente bedraagt momenteel slechts 3 procent.

De Portugese economie groeit weer, al is het nog niet veel. In 2014 bedroeg de groei 0,9 procent en voor dit jaar wordt een groei van 1,6 procent verwacht. De werkloosheid is bovendien gedaald. Eind 2014 bedroeg het werkloosheidspercentage 13,5 procent waar deze twee jaar daarvoor nog 17,5 procent was.

Met bovenstaande is het positieve nieuws over Portugal wel verteld.

Lees deze column van Hendrik Oude Nijhuis verder op Z24 >>>

IMF: austerity measures would still leave Greece with unsustainable debt

Secret documents show creditors’ baseline estimate puts debt at 118% of GDP in 2030, even if it signs up to all tax and spending reforms demanded by troika.

Greece would face an unsustainable level of debt by 2030 even if it signs up to the full package of tax and spending reforms demanded of it, according to unpublished documents compiled by its three main creditors.

The documents, drawn up by the so-called troika of lenders, support Greece’s argument that it needs substantial debt relief for a lasting economic recovery. They show that, even after 15 years of sustained strong growth, the country would face a level of debt that the International Monetary Fund deems unsustainable.

The documents show that the IMF’s baseline estimate – the most likely outcome – is that Greece’s debt would still be 118% of GDP in 2030, even if it signs up to the package of tax and spending reforms demanded. That is well above the 110% the IMF regards as sustainable given Greece’s debt profile, a level set in 2012. The country’s debt level is currently 175% and likely to go higher because of its recent slide back into recession.

The documents admit that under the baseline scenario “significant concessions” are necessary to improve Greece’s chances of ridding itself permanently of its debt financing woes.

Even under the best case scenario, which includes growth of 4% a year for the next five years, Greece’s debt levels will drop to only 124%, by 2022. The best case also anticipates €15bn (£10bn) in proceeds from privatisations, five times the estimate in the most likely scenario.
Live Greece debt crisis: Athens fails to repay IMF as bailout runs out – as it happened
Greece has become the first advanced economy to fall in arrears to the IMF as its second bailout expires
Read more

But under all the scenarios, which all assume a third bailout programme, looked at by the troika – the European commission, the European Central Bank and the IMF – Greece has no chance of meeting the target of reducing its debt to “well below 110% of GDP by 2022” set by the Eurogroup of finance ministers in November 2012.

In the creditors own words: “It is clear that the policy slippages and uncertainties of the last months have made the achievement of the 2012 targets impossible under any scenario”.

Lees verder op The Guardian >>>

A continent sinking under debt

In the world of brinkmanship, endgames and last minute concessions that have come to define Greece’s relationship with Europe, we can see the blueprint of an abusive relationship.

In his book Governing by Debt, Maurizio Lazzarato argues that the creditor-debtor centred politics of contemporary capitalism is substantially different from the capital-labour centred politics of post-war capitalism. In fact, to understand what is at stake in contemporary Europe we need to approach debt in its totality – government, corporate, financial and household debt. We have to recognise that the debt relationship is not merely an economic relationship of money owed and collected, but a deeply political relationship of power exercised by one person or institution over another.

Consider the following graph. It shows the total debt by sector in selected EU countries at the end of 2014.

Referendum EU Associatieverdrag Oekraïne

When debt is seen in its totality a different picture emerges from the one usually portrayed by the media. The total debts of the Netherlands and Ireland are nearly seven times their GDP, Denmark’s is 5.5 times and the UK’s more than four times. How sustainable in the long run are the levels of non-government debt in these countries? Is the exceptionally low exposure of the Greek financial sector to debt an indicator that its liabilities have been disguised as Greek government debt? And how sustainable is household debt?

Years of austerity have resulted in European families sinking under debt while experiencing increasing job insecurity, reductions in pensions and the gradual privatisation of welfare services and education.

These different types of debt are not independent from one other. They are mutually constitutive. Behind them are numerous creditor-debtor relations between actors with often diametrically opposed interests and unequal power: states, corporations, banks, financial institutions, small businesses, voters.

This “system” of European debt interacts with a global financial architecture, dominated by the demands of the financial sector. Far from being prudent, this sector is itself exposed to colossal amounts of debt-related risk, endangering all other sectors.

Lees verder op The Conversation >>>

Wordt onze economie schuldenvrij?

‘Het is maar goed dat de mensen ons bancaire en monetaire systeem niet begrijpen. Deden ze dat wel, dan geloof ik dat er nog voor morgen­ochtend een revolutie zou zijn.’

De quote is, naar men zegt, van Henry Ford. Gelukkig (voor de heersende orde althans) behoorden geld­schepping en bankieren lang tot de saaist denkbare onderwerpen. Tot voor een paar jaar moest ik refereren aan obscure publicaties als ik in mijn onderwijs en onderzoek wilde bespreken hoe banken geld creëren. Geldschepping werd (en wordt) door academische economen vrijwel volledig genegeerd – helaas. Dat gold tot voor kort ook voor het publieke debat.

Vandaag is dat wel anders. Links en rechts zijn praatclubs, ngo’s en actiecomités ontstaan die verandering van het geldstelsel beogen. Aan daadkracht en optimisme geen gebrek. De organisatie Positive Money, in achttien landen actief, vraagt zich op haar website af: ‘Will 3 Simple Changes Fix The Economy?’ Het antwoord is bevestigend. In eigen land is er de Stichting Ons Geld, die met theatergezelschap De Verleiders en econoom Ad Broere een burger­initiatief startte.

De pijn zit ’m voor de burgers in Nederland en elders in het feit dat geldschepping in handen van private, winstgerichte banken ligt. Die scheppen te veel geld door leningen uit te geven, met schuldgroei en financiële crises als gevolg. De kosten worden met publiek geld gedragen. Doel van de voorgestelde hervorming is de geldschepping in publieke handen te leggen, en los te koppelen van schuldgroei. Het voorstel is een gerecyclede versie van het Chicago Plan, een idee van Chicago-economen uit 1933. De overheid geeft dan schuldvrij geld uit; banken spelen een ondergeschikte rol als geldverdelers, niet meer als geldscheppers.

De voorziene gevolgen zijn niet mis: stabielere prijzen, lagere schulden, geen bank runs, minder kans op zeepbellen en crisis, nooit meer een bankenredding. Op 21 april werd het voorstel met 113.878 handtekeningen aan de Tweede Kamer aangeboden. Die is nu gehouden er een debat over te voeren: een unicum in de acht jaar sinds een burgerinitiatief mogelijk werd, want geen van de zes voorgaande voorstellen kwam over de drempel van veertigduizend hand­tekeningen. Er is dus iets aan de hand.

Fascinerend is dat in de discussie die de burgers entameren private geldschepping als een vuil trucje gezien wordt. Tekenend is de titel van een boek dat mede-initiator Broere schreef: Geld komt uit het niets: De financiële goocheltrucs ontmaskerd. Het lijkt ook te gek voor woorden: geld voor niets! Toch is niets logischer, als geld inderdaad een vorm van schuld is. Een schuld is immers uitdrukking van een financiële relatie tussen schuldeiser en schuldenaar. En waar komen relaties vandaan? Inderdaad, ‘uit het niets’, zo je wilt. Ze verdwijnen ook weer in het niets, als het misgaat – net als geld dus. Relaties zijn geen dingen, maar ideeën, overeenkomsten. Geld ook. Het is niet erg zinvol er verontwaardigd over te zijn dat relaties zomaar, uit het niets, tussen twee private partijen mogen ontstaan en verdwijnen.

Maar is geld eigenlijk schuld, en kan dat niet anders? David Graebers Debt: The First 5,000 Years stelt het kernachtig in de blurb: ‘Before there was money, there was debt.’

Lees dit artikel van Dirk Bezemer verder op De Groene

Tegengestelde werelden

Het gevecht om de macht tussen de Europese instituties en Griekenland over ‘het programma’ gaat voort. Een strijd die nadrukkelijk via de media wordt gevoerd.

Wie de berichtgeving volgt over de Griekse tragedie kan slechts meewarig het hoofd schudden. De ene partij zegt dit, de andere zegt dat. Het is voor het naar waarheid strevende journaille schier onmogelijk te achterhalen wat de werkelijkheid is. Tegengestelde berichtgeving op sociale media, lekken naar de pers en anonieme mailtjes doen de rest.

Wat te denken van een mail van de Griekse ‘onderminister van Financiën’, die FTM bereikte, met daarin de aanbeveling: ‘Please pass on this mail to all who might help influence public opinion in the days to come’. Dat riekt op zijn minst naar een poging tot politieke beïnvloeding van het publieke discours. De belangen zijn over-en-weer dan ook groot. De Grieken willen begrip voor hun standpunt, Ecofin – de ministers van Financiën van de eurozone- willen dat ook. De gunst van de publieke opinie wordt nadrukkelijk door beide partijen gezocht, elk op hun eigen wijze.

Griekenland is failliet. Misschien niet officieel, maar wel officieus. Het landje is ‘gered’ met Europees belastinggeld van honderden miljarden euro’s. Alsof het niets is. Maar met een staatsschuld van meer dan 175 procent van het bbp, een nationale economie die een kwart is gekrompen sinds het uitbreken van de crisis, met een werkloosheid van één derde van de beroepsbevolking en met een jeugdwerkloosheid die elk voorstellingsvermogen te buiten gaat, is het absurd om te denken dat Griekenland in een Europese muntunie thuishoort.

Griekenland heeft zich de muntunie in gelogen, met hulp van Goldman Sachs en slapende eurocraten. Het land heeft de cijfers gemanipuleerd en de Griekse elite heeft het land niet alleen belasting onthouden, maar intussen ook haar kwartjes allang over de grens geparkeerd. Of u – Europese belastingbetaler – even wilt betalen. De omgekeerde wereld natuurlijk. Maar de ‘gewone Griek’ is de dupe. Die heeft part noch deel gehad aan de déconfiture van zijn land. De gewone Griek betaalt het gelag van de leugens en fraude van haar voormalige regeringen, de belastingontduiking van haar elite en het ‘austerity’ beleid van de trojka. In dat klimaat won de partij van Alexis Tsipras, Syriza, de laatste verkiezingen. De partij heeft thans de oorlog verklaard aan de Europese Unie.

Lees dit artikel van Jean Wanningen verder op Follow The Money

Voor politici geldt: eerst komen de banken, dan de moraal

In de door vermeende leugens en fact-checking gekenmerkte campagne, is de grootste onwaarheid een zaak die verzwegen wordt. De 150 miljard euro aan Nederlands belastinggeld dat via Europese noodfondsen en ECB-operaties gespendeerd wordt, zal de euro, de Nederlandse economie en de zuidelijke landen niet redden.

De steun redt enkel die partij die de euro-crisis veroorzaakt heeft: de banken. Dat is behalve onrechtvaardig, ook economisch onzinnig. Nederlandse politici zwijgen over de massale steun aan private banken die nu tot draconische overheidsbezuinigingen leidt. Voor politici geldt: eerst komen de banken, dan de moraal.

De leningen aan de zuidelijke landen zijn volledig vrijwillig verstrekt door private financiële instellingen. De onverantwoorde leningen van Griekenland zijn daarmee de onverantwoorde uitleningen van banken. Nu de zuidelijke landen niet kunnen terugbetalen, worden de verliezen niet genomen door de banken die de lening verstrekt hebben, die daar via rente-spreads fors aan verdiend hebben en die bij het inschatten van de kredietwaardigheid spectaculair gefaald hebben.

Integendeel, twee derde van de Griekse schuld is via verschillende kanalen (ECB/EU/EFSF) gecollectiviseerd. De schulden zijn daarmee niet afbetaald, maar zijn verplaatst. Ook Portugal en Ierland gebruiken het EFSF-geld vooral om banken af te lossen. Zo kunnen banken hun rotte obligaties dumpen bij de belastingbetaler. Inmiddels wordt er ook rechtstreeks geld gegeven aan banken, zie de miljarden voor Bancia. Met de zegen van het Nederlandse kabinet.

Bleef het daar maar bij. Banken worden niet enkel via noodfondsen geholpen. Daar waar de ECB niet wenst uit te lenen aan overheden, zelfs niet tegen 7%, leent het des te meer uit aan private instellingen. Dit jaar leende het 1000 miljard uit tegen een belachelijke rente van 1%. Banken lenen dit weer uit aan Spanje en Italië tegen 7%. En de ECB koopt deze obligaties weer op de tweedehandsmarkt op.

Kortom, banken lenen van een (niet democratisch gelegitimeerd) overheidsinstantie, lenen dat weer uit aan overheden, die dat geld lenen onder garantie van weer andere landen. Kan het gekker? Dat kan, want hier worden weliswaar voorwaarden gesteld, maar dan weer niet aan banken, enkel aan overheden die op instigatie van de ECB hard moeten bezuinigen. Dit terwijl Spanje en Ierland hun schuld zagen groeien juist door het redden van banken, waar ze mede onder druk van de ECB toe overgingen.

De ECB stelt geen extra voorwaarden aan de banken waaraan uitgeleend wordt. Integendeel, de onderpands-eisen zijn versoepeld. Sterker nog, bij het opkopen van de gammele obligaties van banken heeft de ECB geen voorkeursstatus ten opzichte van private partijen. Dit betekent dat de ECB bij wanbetaling net zo geraakt wordt als de private partijen. En wanbetaling is bepaald waarschijnlijk, wat weer de reden is dat banken de obligaties die door de ECB opgekocht worden, aan de straatstenen niet kwijt kunnen. Alles wat de belastingbetaler nog enigszins beschermde, wordt daarmee terzijde geschoven. De ongekozen ECB en het ESM spelen Sinterklaas. Sinterklaas bestaat evenwel niet en dus staat de Nederlandse belastingbetaler via de ECB/ESM voor 150 miljard in het rood.”

Lees dit artikel van David Hollanders verder op Trouw

Premier Tsipras stuurt meteen minister naar Brussel om “eind te maken aan vernedering”

Alexis Tsipras, die vandaag werd ingezworen als nieuwe premier van Griekenland, laat er geen gras over groeien. Tsipras is van plan om een van de komende dagen zijn nieuwe minister van Financiën naar Brussel te sturen om te onderhandelen over de besparingen.

“Het einde van de vernederingen is nabij”, zo stelde kersvers premier Alexis Tsipras. Verwacht wordt dat de komende dagen de nieuwe financiënminister naar Brussel afreist om te onderhandelen over een herziening van het loodzware besparingsprogramma dat Griekenland door de Europese Unie kreeg opgelegd. Dat schrijft The Guardian.

Tsipras en zijn Syriza-partij hebben beloofd om de strikte besparingsprogramma’s van de internationale schuldeisers te vervangen door een beleid dat de bevolking uit de armoede moet trekken. Liefst een derde van de Grieken leeft momenteel in armoede.

De Europese ministers van Financiën reageren voorzichtig op de nieuwe Griekse koers. Maar Griekenland is mogelijk niet het enige land dat zich via het stemhokje van de strikte besparingen wil verlossen. Later dit jaar worden er in Spanje verkiezingen gehouden, en ook daar staat de Spaanse tegenhanger van Syriza, Podemos, bovenaan in de peilingen.

Lees verder op De Morgen

Oud spook keert terug: Griekse beurs crasht

Of de eurozone niet genoeg zorgen heeft met het te grote begrotingstekort in Frankrijk en de dreigende recessie in Duitsland, is ook de Griekse beurs nog eens gecrasht en is de rente daar omhoog geschoten. Hierdoor dreigt bovenop de nieuwe problemen ook een oud probleem terug te keren.

Dinsdag daalde de beurs van Athene met bijna 10 procent. Grote verliezers waren met name de Griekse banken, waarvan de koersen kelderden: Piraeus 14 procent, Alpha 14 procent en Eurobank zelfs 20 procent.

Reden voor de nieuwe zorgen rond Griekenland zijn het voornemen van de huidige regering om volgend jaar weer financieel op eigen benen te staan. Markten hebben daar geen vertrouwen in, hoewel Griekenland dit jaar al wel zelf een lening op de kapitaalmarkt plaatste. In april kon 3 miljard euro worden opgehaald tegen een redelijke bescheiden rente van 4,5 procent. Maar inmiddels is de rente al weer opgelopen tot 7,5 procent.

De Griekse regering van premier Samaras wil zelf weer het heft in handen nemen en staat op dit moment onder curatele van het IMF, ECB en de EU: de zogenoemde trojka. Maar de EU en het IMF twijfelen of dat wel mogelijk is. De Griekse schuld is nog altijd 177 procent van het bbp.

Lees deze column door Peter de Waar verder op de Volkskrant