Nederland speelt een belangrijke rol in de internationale advocatenlobbyclub European Federation for Investment Law and Arbitration (EFILA) die ervoor pleit de omstreden arbitrageclausule ISDS in oorspronkelijke vorm te behouden als onderdeel van handelsverdrag TTIP. In de tienkoppige executive board zitten drie Nederlanders.
Het meest opvallende Nederlandse lid van het bestuur is Nikos Lavranos, voormalig beleidsfunctionaris bij directoraat-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa). Lavranos werkte vier jaar bij het ministerie waar hij adviseerde over handelsverdragen en ook de onderhandelingen leidde van verschillende internationale verdragen. Lavranos staat bekend als een openlijk pleitbezorger van het controversiële Investor State Settlement Dispute-clausule (ISDS) dat onderdeel moet gaan uitmaken van het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) tussen de EU en de Verenigde Staten. ‘Wij menen dat de meeste, zo niet alle kritiek zwaar wordt overdreven en gebaseerd is op verkeerde waarnemingen’, zei Lavranos vorig jaar bij de oprichtingen van EFILA.
Lobbyclub EFILA werd vorig jaar door zes internationaal opererende advocatenkantoren opgericht uit frustratie over de toon van het debat in Europa over internationale arbitrage dat volgens de Nederlander Nikos Lavranos wordt overspoeld door ‘leugens’ en ‘halve waarheden’. Arbitrage-expert Gerard Meijer van de Rotterdamse tak van advocatenkantoor Nauta Dutilh wordt genoemd als de ‘geestelijk vader’ van de lobbyclub en maakt eveneens deel uit van het bestuur. Ook de Nederlandse advocate Daniella Strik van het kantoor Linklaters behoort tot de executive board van EFILA. Strik stond in 2005 Eureko BV bij (het huidige Achmea) bij een omvangrijke ISDS-zaak tegen Poolse staat om de Poolse verzekeraar PZU.
EFILA stelt ‘een debat te willen voeren over investeringsarbitrage’. Dat debat heeft volgens kenners echter een duidelijk vooropgezet doel, daar de leden van EFILA ‘enkel voor het behouden van ISDS in haar huidige vorm zijn’. Dit schrijven Transnational Institute (TNI), de Europese watchdog Corporate Europe Observatory (CEO) en milieu-NGO Friends of the Earth Europe die Lavranos overigens ‘een typisch geval van het draaideur-fenomeen’ noemen, na zijn move vanachter zijn ambtenarenbureau richting lobbyclub met specifieke belangen. In bovengenoemd bericht oordeelt TNI: ‘EFILA seems to be an exemplary case of a special interest group, trying to protect and expand a system highly beneficial to its members at the expense of the general public.’
De sterke Nederlandse vertegenwoordiging in de lobbyclub sluit aan bij de positie van Nederland als ‘claimparadijs’ inzake ISDS. Het Nederlandse belasting- en juridische klimaat is uitermate geschikt voor ISDS-rechtszaken.
Minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel stelde onlangs voor om dan maar een neutrale rechtbank voor investeringsarbitrage op te richten, waardoor procedures transparanter zouden worden dan nu het geval is. Hiermee is alle kritiek op ISDS niet verstomd en blijft de Nederlandse steun voor ISDS nog altijd fier overeind staan.