Hij is er niet gerust op, bekent publicist Paul Scheffer in zijn Amsterdamse werkkamer met uitzicht op de Amstel. Ter gelegenheid van de Maand van de Filosofie met als thema ’Over de grens’ schreef Scheffer het essay ‘De vrijheid van de grens’. Het is een pleidooi om grenzen weer op hun waarde te schatten, omdat zonder grenzen geen vrijheid én geen veiligheid mogelijk is. Maar de huidige generatie politici is te veel bezig met crisisbeheersing, zonder coherente visie op de toekomst van de Europese Unie.
Ondertussen wint de roep om terugkeer naar de nationale grenzen en ontmanteling van de EU terrein. Niet alleen bij het lager opgeleide deel van de bevolking, ook in de middenklasse en bij de intellectuele bovenlaag. ‘Ik kom in mijn eigen omgeving veel mensen tegen die vroeger vertrouwen in Europa hadden, maar dat zijn kwijtgeraakt. Die instemming was lang niet altijd beredeneerd en vaak vanuit de onderbuik. Nu is daarvoor bij velen een basaal gevoel in de plaats gekomen dat deze Europese Unie ons meer kost dan oplevert en dat de EU onze veiligheid niet kan garanderen. Ik begrijp daarom de roep om terugkeer naar de nationale staten, die achter het Oekraïne-referendum zit. Zelf vind ik dat absoluut geen wenkend perspectief, maar als we weerwerk willen bieden, moeten we met een goed verhaal komen, waarin we de gemeenschappelijke grenzen in Europa serieus nemen. Want als we zo doorgaan, redden we het niet.’
U hebt in Parijs en Warschau als correspondent gewerkt. Wat leerde u daar over grenzen?
‘Het was voor mij een ontdekking te zien hoe leeg het kosmopolitisme van veel Nederlanders is. Velen noemen zich wereldburger of Europeaan, maar vinden dat Europa een soort Nederland is of moet zijn: ons land als het verlichte gidsland. Deze zelfbenoemde kosmopolieten doen net alsof er geen grenzen bestaan. Dat is een naïeve houding die getuigt van hoogmoed. Want als je in Warschau of Parijs bent, merk je dat de mensen daar heel anders over Europa denken en ook hun eigen ideeën op de EU projecteren.
Ik heb gemerkt dat het lastig is je echt in de cultuur, de tradities en de trauma’s van andere landen te verdiepen en die te begrijpen. Als dat al met Duitsland en Frankrijk zo moeilijk is, dan zeker met Griekenland of Bulgarije. Aan mensen die vol zijn van Europa en de Europese cultuur, vraag ik altijd: dan ben je zeker geïnteresseerd in België? Dat snappen ze niet, maar als één land op Europa lijkt, is het België met zijn verschillen en problemen tussen Walen en Vlamingen.’
Mensen moeten beseffen dat er grenzen en verschillen bestaan, en deze serieus nemen?
‘Ja, maar dat gebeurt vaak niet. Voor mijn artikel ‘Het multiculturele drama’ in 2000 en het boek Het land van aankomst in 2007 heb ik me verdiept in het debat over migratie. Ook toen kwam ik dezelfde leegheid tegen van hoogopgeleide Amsterdammers die zich wereldburger noemen. Ze kennen de weg in Manhattan, maar zijn hier nog nooit de ringweg overgestoken om te zien hoe het er in wijken met veel migranten aan toe gaat. Ze zijn goed in het verzamelen van airmiles, maar hebben nog nooit de metro naar de Bijlmer genomen. En ondertussen zeggen ze blij te zijn dat we nu de Turkse cultuur in Nederland hebben. Maar ze vergeten dat de Turkse migranten die naar Nederland kwamen, vaak onvoldoende konden lezen of schrijven. Het waren mensen die je toch moeilijk kunt zien als de dragers van de Turkse cultuur.’
Toch draagt uw essay de positieve titel ‘De vrijheid van de grens’. Waarom?
‘Wie de EU en internationale problemen wil begrijpen, moet ook snappen dat het hebben van grenzen in de praktijk veiligheid betekent. Zoals elke gemeenschap bestaat de EU uit een ‘binnen’ en een ‘buiten’ en zijn de grenzen daartussen van essentieel belang. Zeker omdat we als Europese samenlevingen open en liberaal zijn, maar omringd worden door allerlei staten in verval zoals Libië, Oekraïne, Syrië en Georgië. We kunnen het ons niet veroorloven de Europese buitengrenzen zo te verwaarlozen als we de afgelopen decennia hebben gedaan. Uit de droom dat onze liberale manier van leven toch wel de wereld zou veroveren, zijn we inmiddels ruw wakker geworden.’
Hoe kijkt u aan tegen het plaatsen van muren op de grens, zoals de Hongaarse premier Viktor Orbán dat heeft laten doen?
‘De epidemie aan hekken en muren bij de binnengrenzen van Europa is een uitvloeisel van het feit dat we onze buitengrenzen niet goed onderhouden hebben. Muren zijn er om mensen koste wat het kost tegen te houden, grenzen zijn er om het grensverkeer te reguleren. Velen zeggen dat we een grenzeloze gastvrijheid richting vluchtelingen moeten hebben. Europa zou op een bevolking van 500 miljoen mensen best één miljoen vluchtelingen kunnen opvangen, omdat Turkije in zijn eentje ook 2,7 miljoen vluchtelingen herbergt. Maar achter deze redenering zitten twee fouten. Allereerst zijn het in de praktijk slechts acht EU-landen die vluchtelingen opvangen en komen die asielzoekers vooral in de grote steden terecht. In de tweede plaats bieden we in de EU een hogere levensstandaard aan mensen die als nieuwe burgers worden toegelaten dan in Turkije. We moeten onderscheid maken tussen mensenrechten die in de hele wereld gelden en burgerrechten die in de EU vrij hoog liggen. Dat zorgt voor een enorm moreel dilemma. Want als wij iedereen als burger zouden toelaten die in humanitair opzicht tekort komt, kunnen we de burgerrechten aan de huidige inwoners niet meer garanderen, wat tot grote onvrede leidt. Het is niet voor niets dat klassieke immigratielanden als Canada en de VS een beperktere verzorgingsstaat hebben.
Lees dit interview met Paul Scheffer in het Nederlands Dagblad verder via Blendle