De Europese elites spelen met vuur

De leiders van de drie grootste EU-landen (zonder Groot-Brittannië) kwamen eergisteren bijeen op een symbolisch Italiaans eiland. Daar is een van de grondleggers van de EU, de Italiaanse stalinistische communist Spinelli, jarenlang door het fascistische regiem van Mussolini gevangen gehouden. Terwijl fascisten en nazi’s hun best deden Europa te verenigen onder de vlag met het hakenkruis, had Spinelli Europa willen verenigen onder een ander vaandel, dat van Marx en Lenin.

Elk van de drie leiders sprak de pers in de eigen taal toe bij gebrek aan een gemeenschappelijke Europese hoofdtaal. Ze deden dat op een Italiaans vliegdekschip, waarvan het dek voor deze gelegenheid was omgebouwd voor de pers en de drie leiders.

Na een zomer vol uitbundig sportnationalisme vond met name de Franse leider het nodig om in de eigen nationale taal te waarschuwen voor nationalisme.

Er is altijd gedoe met leiders en denkers die van Europa een eenheid willen maken. Niemand haalt het in zijn hoofd van Azië een federale eenheid te maken. Maar Europa is continu het droomobject van Europese politici en intellectuelen. Er bestaat geen organische tendens bij de Europese volken om die eenheid tot stand te brengen – maar wel bij de politieke en economische elites. Zij hebben dus besluitvormingsprocessen ontworpen waarin de nationale parlementen van de Europese staten in toenemende mate buiten werking worden gesteld. Dat is een doelbewuste strategie op basis van de gedachte dat het volk toch te dom is om te begrijpen wat er gebeurt. Je krijgt dan als opmerkelijk verschijnsel dat iemand als Jean-Claude Juncker, afkomstig uit een land dat ingericht is als internationaal centrum van belastingvermijding, zich de ongekozen president van een heel continent mag noemen.

Eergisteren zei Juncker bij een bijeenkomst in Oostenrijk: „Grenzen zijn de ergste uitvinding ooit gedaan door een politicus.” Wedden dat zijn riante kantoor in Brussel door gewapende mannen wordt begrenst? Wedden dat hij prijsstelt op het handhaven van de grenzen van zijn leven, woning, bezittingen?

Europa is in handen gevallen van een hysterische sekte waarmee niet op zakelijke basis kan worden gediscussieerd. We hebben het keer op keer gezien: wie kritiek heeft op de Brusselse politieke mechanismen, wordt veroordeeld als een soort Holocaustontkenner. Als de wensen van de EU worden gefrustreerd, bijvoorbeeld door een referendum, brullen mensen als Frans Timmermans dat het einde nabij is en dat er massale oorlogen en hongersnoden zullen uitbreken. Het is obsceen dat het zover is gekomen.

In Rio werden nationale volksliederen gezongen – ook wij hebben onze sporters aangemoedigd vanwege het simpele feit dat ze Nederlanders zijn. Natuurlijk bewonderen we Usain Bolt, maar hij heeft één gebrek: hij is geen Nederlander. Toernooien zoals de Olympische Spelen brengen gevoelens teweeg die bestaan bij de gratie van vaderlandsliefde. De Fransen zijn trots op hun Franse sporters, die, als zij hun medailles hebben ontvangen, uit volle borst de Marseillaise zingen. De tekst van dat lied is heel wat explicieter dan ons Wilhelmus. De Fransen zingen: ’Te wapen, burgers! Vormt uw bataljons! Laten we marcheren, marcheren, zodat het onreine bloed onze voren doordrenkt.” Wie het niet meer weet: een voor is een greppel.

Voor Fransen is de Marseillaise – die niets anders is dan een felle oproep ten strijde te trekken – heilig. Ook voor president Hollande. Maar hij kan ook op een Italiaans vliegdekschip hypocriet waarschuwen voor nationalisme.

De opdeling van Europa in functionerende nationale staten is de enige manier om de eeuwenoude etnische tegenstellingen te beheersen. Wie daarover een nieuwe supranationale staat legt, ontkent de werkelijkheid. Met als gevolg dat de burgers die zich niet herkennen in supranationale instituties, zich terugtrekken op wat hun vertrouwd is. Hoe groter de EU, hoe sterker supranationalisering het lot van burgers bepaalt, des te sterker wordt de behoefte om in de nabije omgeving houvast en zelfrespect te vinden.

De leden van de nieuwe elites hebben ook een eigen identiteit opgebouwd. Zij hebben dat gedaan in hun zwaarbeveiligde huizen en gebouwen, in hun kogelvrije auto’s en privéjets, waarin zij zichzelf en elkaar ervan overtuigen dat zij als leiders hun volken op sleeptouw moeten nemen, omdat de volken zelf geen kennis hebben, geen moed, geen open blik op de wereld, geen kracht om hun eng nationalisme op te geven.

Terwijl ze zichzelf onaanraakbaar maken – de grootste elitaire hypocriet is vermoedelijk Facebookoprichter Mark Zuckerberg, die oproept alle grenzen te slechten terwijl hij de huizen die hij heeft gekocht onzichtbaar maakt achter hoge muren – stellen de elites de volken van Europa bloot aan ontwikkelingen die het geduld en uithoudingsvermogen van de betrokken volken onder druk zetten. De elites hebben een eigen wereld gecreëerd met hun eigen rituelen en (naar een ideologie neigende) opvattingen, maar ze spelen met vuur. De tekst van de Marseillaise drukt de kracht uit van een authentieke volksaard. Wie denkt dat die onderdrukt kan worden door de oekazes van Brusselse bureaucraten, heeft niets van de geschiedenis begrepen en houdt een lont bij een berg explosieven.

Deze column is van Leon de Winter en komt uit de Telegraaf van 23 augustus 2016

De naïviteit van Europa’s open grenzen

Pleidooien voor open grenzen berusten op drogredeneringen. En angst voor de desintegratie van Europa is een goede raadgever.

Een parlementaire delegatie bezocht in 1973 China. Tijdens de ontvangst door premier Zhou Enlai, legde D66-leider Hans van Mierlo uit wat zijn ‘Die-Sikstie-Siks’ was, en hoe belangrijk mensenrechten waren, en de mogelijkheid om ‘uit te reizen’. “Grenzen openen?”, reageerde Zhou, “hoeveel wilt u er meenemen? Driehonderd miljoen? Vierhonderd miljoen?” De oud-PvdA-minister die me dit verhaal vertelde, moest er weer smakelijk om lachen, ook om de stilte die toen volgde bij de leider van Die-Sikstie-Siks.

Leiders als Stalin, Mao en Pol Pot hadden twee visies. De ene ging over hoe ze aan de macht konden komen en blijven. De andere over hoe hun land eruit moest zien. Op de weg ernaartoe keken ze niet op één, twee of tien miljoen mensen die als obstakels uit de weg geruimd dienden te worden. Het huidige Midden-Oosten en Afrika kent nog veel van dit soort leiders, niet alleen in Syrië en Eritrea. Ook de Turkse leider Erdogan schuift met vluchtelingen zoals een croupier in een casino met zijn harkje de fiches van hier naar daar duwt.

Wanneer is een land vol? Toen Pim Fortuyn begin 2002 zei dat Nederland vol was, werd hij uit Leefbaar Nederland gezet. Hij zei daarna dat Nederland ‘eh, een beetje druk’ werd. Columnist Jan Blokker relativeerde toen het begrip ‘vol’. Als je de hele wereldbevolking, toen 6 miljard mensen, allemaal schouder-aan-schouder zette, kin tegen nek, dan pasten ze volgens zijn berekening allemaal in de Noordoostpolder. Dat heb ik onthouden, omdat ik in die polder ben geboren en wat getallen omtrent die polder ken – oppervlakte, grootte boerderijen, afstanden langs al die rechte populierenwegen – en ook iets weet van de toekomstvisie die aan dit tekentafelproject ten grondslag lag.

De halve eeuw van wilde kolonisatie, zoals de Haarlemmermeerpolder die had gekend in de 19de eeuw, wilde men overslaan. Zorgvuldige selectie van de bewoners – boeren, arbeiders, middenstanders, onderwijzers en zo meer – zou in één keer een goed draaiende samenleving bewerkstelligen. De NOP moest ‘BVN’ worden, het Beste Van Nederland: een geografische en religieuze afspiegeling van Nederland, maar wel met de geschiktste katholieken uit Twente, gereformeerden uit Zeeland, of de Friezen die, zoals dat toen heette, ‘niks’ waren.

Toen die tekentafelkolonisatie na 1945 op gang kwam, stond bij de zuidelijke toegang, de Ramspolbrug, een groot bord in de berm met de oeroude tegeltjeswijsheid: ‘Wie hier niet tevreden binnenhuppelt, wordt er een, twee, drie weer uitgeknuppeld!’ Dat bord werd na een tijdje weggehaald, want dat knuppelen, dat klonk na de Bezetting toch wat naar.

Heeft dit staaltje van social engineering een ideale samenleving opgeleverd? Niet echt. Na ‘De Ramp’ in 1953 moesten veel Zeeuwse boeren – vluchtelingen – worden ondergebracht, wat de afspiegeling al verstoorde. En later deed ‘de geschiedenis’ zijn werk: automatisering maakte veel arbeiders overbodig, jongeren die goed konden leren trokken weg, er kwamen mensen uit de achterstandswijken in het Westen, wegens de lage huren.

Tussen 1945 en zeg 1970 was die samenleving tamelijk harmonieus: je groette elkaar, al waren op verjaardagen de buren minder welkom dan de gelijkgezinden uit de eigen streek van herkomst. En na het pensioen trok menig kolonist terug naar de geboortegrond.

Conclusie: een gedeelde toekomstvisie is de belangrijkste factor om een samenleving braaf, burgerlijk, vreedzaam en optimistisch te houden. En het is in een periode van groei gemakkelijker dan tijdens krimp om elkaar de ruimte te gunnen. Fysieke ruimte was in de NOP ruimschoots aanwezig: voor elke inwoner omgerekend 0,4 vierkante kilometer. Nu Nederland ruim 17 miljoen inwoners telt, is dat 250 keer zoveel: 500 op elke vierkante kilometer.

Lees dit essay van Henri Beunders verder op Trouw

Pleidooi voor een EU-referendum

Hij is er niet gerust op, bekent publicist Paul Scheffer in zijn Amsterdamse werkkamer met uitzicht op de Amstel. Ter gelegenheid van de Maand van de Filosofie met als thema ’Over de grens’ schreef Scheffer het essay ‘De vrijheid van de grens’. Het is een pleidooi om grenzen weer op hun waarde te schatten, omdat zonder grenzen geen vrijheid én geen veiligheid mogelijk is. Maar de huidige generatie politici is te veel bezig met crisisbeheersing, zonder coherente visie op de toekomst van de Europese Unie.

Ondertussen wint de roep om terugkeer naar de nationale grenzen en ontmanteling van de EU terrein. Niet alleen bij het lager opgeleide deel van de bevolking, ook in de middenklasse en bij de intellectuele bovenlaag. ‘Ik kom in mijn eigen omgeving veel mensen tegen die vroeger vertrouwen in Europa hadden, maar dat zijn kwijtgeraakt. Die instemming was lang niet altijd beredeneerd en vaak vanuit de onderbuik. Nu is daarvoor bij velen een basaal gevoel in de plaats gekomen dat deze Europese Unie ons meer kost dan oplevert en dat de EU onze veiligheid niet kan garanderen. Ik begrijp daarom de roep om terugkeer naar de nationale staten, die achter het Oekraïne-referendum zit. Zelf vind ik dat absoluut geen wenkend perspectief, maar als we weerwerk willen bieden, moeten we met een goed verhaal komen, waarin we de gemeenschappelijke grenzen in Europa serieus nemen. Want als we zo doorgaan, redden we het niet.’

U hebt in Parijs en Warschau als correspondent gewerkt. Wat leerde u daar over grenzen?
‘Het was voor mij een ontdekking te zien hoe leeg het kosmopolitisme van veel Nederlanders is. Velen noemen zich wereldburger of Europeaan, maar vinden dat Europa een soort Nederland is of moet zijn: ons land als het verlichte gidsland. Deze zelfbenoemde kosmopolieten doen net alsof er geen grenzen bestaan. Dat is een naïeve houding die getuigt van hoogmoed. Want als je in Warschau of Parijs bent, merk je dat de mensen daar heel anders over Europa denken en ook hun eigen ideeën op de EU projecteren.

Ik heb gemerkt dat het lastig is je echt in de cultuur, de tradities en de trauma’s van andere landen te verdiepen en die te begrijpen. Als dat al met Duitsland en Frankrijk zo moeilijk is, dan zeker met Griekenland of Bulgarije. Aan mensen die vol zijn van Europa en de Europese cultuur, vraag ik altijd: dan ben je zeker geïnteresseerd in België? Dat snappen ze niet, maar als één land op Europa lijkt, is het België met zijn verschillen en problemen tussen Walen en Vlamingen.’

Mensen moeten beseffen dat er grenzen en verschillen bestaan, en deze serieus nemen?
‘Ja, maar dat gebeurt vaak niet. Voor mijn artikel ‘Het multiculturele drama’ in 2000 en het boek Het land van aankomst in 2007 heb ik me verdiept in het debat over migratie. Ook toen kwam ik dezelfde leegheid tegen van hoogopgeleide Amsterdammers die zich wereldburger noemen. Ze kennen de weg in Manhattan, maar zijn hier nog nooit de ringweg overgestoken om te zien hoe het er in wijken met veel migranten aan toe gaat. Ze zijn goed in het verzamelen van airmiles, maar hebben nog nooit de metro naar de Bijlmer genomen. En ondertussen zeggen ze blij te zijn dat we nu de Turkse cultuur in Nederland hebben. Maar ze vergeten dat de Turkse migranten die naar Nederland kwamen, vaak onvoldoende konden lezen of schrijven. Het waren mensen die je toch moeilijk kunt zien als de dragers van de Turkse cultuur.’

Toch draagt uw essay de positieve titel ‘De vrijheid van de grens’. Waarom?
‘Wie de EU en internationale problemen wil begrijpen, moet ook snappen dat het hebben van grenzen in de praktijk veiligheid betekent. Zoals elke gemeenschap bestaat de EU uit een ‘binnen’ en een ‘buiten’ en zijn de grenzen daartussen van essentieel belang. Zeker omdat we als Europese samenlevingen open en liberaal zijn, maar omringd worden door allerlei staten in verval zoals Libië, Oekraïne, Syrië en Georgië. We kunnen het ons niet veroorloven de Europese buitengrenzen zo te verwaarlozen als we de afgelopen decennia hebben gedaan. Uit de droom dat onze liberale manier van leven toch wel de wereld zou veroveren, zijn we inmiddels ruw wakker geworden.’

Hoe kijkt u aan tegen het plaatsen van muren op de grens, zoals de Hongaarse premier Viktor Orbán dat heeft laten doen?
‘De epidemie aan hekken en muren bij de binnengrenzen van Europa is een uitvloeisel van het feit dat we onze buitengrenzen niet goed onderhouden hebben. Muren zijn er om mensen koste wat het kost tegen te houden, grenzen zijn er om het grensverkeer te reguleren. Velen zeggen dat we een grenzeloze gastvrijheid richting vluchtelingen moeten hebben. Europa zou op een bevolking van 500 miljoen mensen best één miljoen vluchtelingen kunnen opvangen, omdat Turkije in zijn eentje ook 2,7 miljoen vluchtelingen herbergt. Maar achter deze redenering zitten twee fouten. Allereerst zijn het in de praktijk slechts acht EU-landen die vluchtelingen opvangen en komen die asielzoekers vooral in de grote steden terecht. In de tweede plaats bieden we in de EU een hogere levensstandaard aan mensen die als nieuwe burgers worden toegelaten dan in Turkije. We moeten onderscheid maken tussen mensenrechten die in de hele wereld gelden en burgerrechten die in de EU vrij hoog liggen. Dat zorgt voor een enorm moreel dilemma. Want als wij iedereen als burger zouden toelaten die in humanitair opzicht tekort komt, kunnen we de burgerrechten aan de huidige inwoners niet meer garanderen, wat tot grote onvrede leidt. Het is niet voor niets dat klassieke immigratielanden als Canada en de VS een beperktere verzorgingsstaat hebben.

Lees dit interview met Paul Scheffer in het Nederlands Dagblad verder via Blendle

Ooit bewaakten de Russen onze grenzen. Gratis.

Nu er dit jaar een miljoen en volgend jaar anderhalf miljoen asielzoekers (de cijfers zijn van de Europese Commissie) de Middellandse Zee overkomen, wordt er om het hardst geroepen dat de grenzen van Europa dicht moeten. Dat is nogal bijzonder, want de specialiteit van de Europese Unie (EU) was nou juist grenzen afschaffen.

Het afschaffen van grenzen zit dusdanig in het DNA van de Europese Unie dat als het afgelopen is met de open grenzen, ook de euro geen bestaansrecht meer heeft. Aldus voorzitter Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie.

En als de euro valt – of zelfs Griekenland maar uit de euro valt – heb je de poppen aan het dansen, tot oorlog aan toe. Dat zei de Duitse bondskanselier Angela Merkel, toen Griekenland vijf jaar geleden de eerste keer op de been werd geholpen.

Het is kennelijk een nogal kwetsbaar kaartenhuis, die Europese constructie.

Lees verder op Elsvier

Een kalasjnikov voor 412 euro

De recente aanslagen in Parijs en Kopenhagen werden gepleegd met oorlogswapens. Kalasjnikovs uit de oorlogen op de Balkan duiken nu op in West-Europa. Het wegvallen van de controles aan de grenzen tussen 26 Europese landen in het kader van de Schengenovereenkomst maakt het transport van illegale wapens een fluitje van een cent.

Maandenlange regens zetten vorig jaar zomer Bosnië onder water. Straten en landjes stonden blank. Kelders liepen onder. Het water duwde achtergebleven mijnen uit de grond omhoog. Het spoelde machinegeweren uit de huizen.

„Niemand hier was daar verbaasd over”, zegt Ivan Zverzhanovski. Hij is coördinator van SEESAC, een aan de VN gelieerde organisatie die het aantal vuurwapens in de Balkanlanden probeert terug te dringen. „De wapencultuur is hier zo wijdverbreid, de oorlogen zo recent – er is en blijft hier een verbijsterende hoeveelheid wapens.”

Alleen al in Bosnië zwerven volgens SEESAC nog zo’n 1,1 miljoen vuurwapens rond. Kabinetschef Brian Donald van Europol noemt twee miljoen voor de hele Balkan „een conservatieve schatting”.

De oorlogswapens uit de Balkan komen nu boven water in West-Europa. In Amsterdam bijvoorbeeld, waar ze gebruikt worden bij criminele afrekeningen. In vier maanden tijd nam de Amsterdamse politie 33 kalasjnikovs in beslag. Het topje van de ijsberg, zegt Monique Bruinsma, die meewerkte aan een politierapport over illegale wapenhandel uit 2012. „De aanname is dat ongeveer een op de tien illegale vuurwapens door de politie wordt gevonden.” In 2014 nam de politie in heel Nederland ook nog 77 antitankwapens en drie raketwerpers in beslag, zegt een woordvoerder van de Nationale Politie.

Lees verder op het NRC

Wat kost dat, open grenzen?

De militarisering van Europa’s buitengrens kost de belastingbetaler miljarden per jaar. Het Migrants’ Files Project laat zien hoe defensiebedrijven profiteren van het Europese grensbeleid.

Betonnen muren, hekken van prikkeldraad, marineschepen, radarsystemen, nachtkijkers, robots die surveilleren aan de grens of onder water patrouilleren, kunstmatige neuzen die verstopte migranten ruiken, drones die migranten in vrachtwagens detecteren, gecoördineerde datasystemen, vingerafdrukscanners: de buitengrens van Europa is in de afgelopen jaren opgetuigd tot een militaire zone om de toenemende stroom migranten tegen te houden.

Dit zorgt voor een enorme industrie, zowel aan de kant van Europa als die van de migrant. Een onderzoeksgroep van vijftien Europese journalisten, statistici en software-ontwikkelaars van het Migrants’ Files Project – een groep die in 2013 werd opgericht om betrouwbare gegevens te verzamelen over het aantal migranten dat sterft in de Middellandse Zee op weg naar Europa – zocht zich een weg door de talloze data van overheden, bedrijven en onderzoekscentra om het geld te volgen in deze nieuwe sub-economie van migratie en grensbewaking. De Groene Amsterdammer kreeg als enige Nederlandse mediapartner toegang tot hun onderzoeksfiles en bevindingen, die deze week in diverse Europese media tegelijkertijd worden gepubliceerd. Het onderzoek van de Migrants’ Files geeft voor het eerst inzicht in de gevolgen van het beleid van de Europese Unie rondom onze buitengrenzen – door overheden zelf worden de kosten niet bijgehouden. De buitengrenzen vormen ondertussen een lucratieve economische sector, waar naast de mensensmokkelaars met name de defensie- en technologie-industrie veel baat bij heeft. En waar de Europese belastingbetaler aan meebetaalt.

230 miljoen euro: research- en ontwikkelingsprogramma’s
Volgens de unhcr, het VN-agentschap voor vluchtelingen, zijn op dit moment wereldwijd zestig miljoen mensen op de vlucht, het hoogste aantal sinds de Tweede Wereldoorlog. In 2014 zocht een fractie hiervan, zeshonderdduizend, asiel in Europa. Maar om hier te komen moeten migranten nogal wat barrières nemen: fysiek, financieel en elektronisch. Als midden jaren negentig het Schengenakkoord in werking treedt, waarin vrij verkeer van personen tussen Europese landen is geregeld, wordt de bewaking van de buitengrens van belang. Toch krijgt de opbouw pas echt serieus vorm in aanloop naar de uitbreiding van de EU in 2004. Zo richt de Europese Commissie in 2003 een researchwerkgroep op, Group of Personalities, die moet nadenken over de grensbeveiliging. Het is de eerste keer dat de Europese buitengrens een begrotingspost van de EU wordt.

Opvallend is dat in de Group of Personalities vooral vertegenwoordigers zitten van de belangrijkste Europese wapenbedrijven – Airbus, Thales, Finmeccanica en bae – samen met technologiebedrijven als Saab, Indra, Siemens en Diehl. Organisaties als de unhcr of de Internationale Organisatie voor Migratie worden er niet bij gevraagd. Sindsdien zijn er talloze R&D-projecten uitgevoerd, gefinancierd door de EU of de European Space Agency, die erop gericht zijn te voorkomen dat migranten Europa binnenkomen. De Migrants’ Files analyseerde 39 projecten die tussen 2002 en 2013 zijn uitgevoerd voor in totaal 225 miljoen euro. Wat blijkt? De bedrijven in de Group of Personalities voeren zelf de meeste projecten uit. Zo participeerde de Airbus-groep via veertien dochterondernemingen in tien door de EU gesubsidieerde projecten, Finmeccanica in zestien projecten via dertien dochterondernemingen en Thales in achttien via dertien dochterondernemingen.

Een aantal projecten richt zich op de ontwikkeling van satellietoplossingen om vluchtelingenboten te identificeren – met namen als Mariss, Limes, Dolphin – en andere op verbeteringen van surveillance aan de grens – Staborsec, Effises, Fastpass, abc4eu. Ingress heeft tot doel het scannen van vingerafdrukken te verbeteren, en vier projecten – Doggies, Sniffer, Sniffles en Snoopy – ontwikkelen kunstmatige neuzen om vluchtelingen op grensovergangen beter te kunnen ontdekken. Twee gaan over de ontwikkeling van robots die op zee kunnen patrouilleren. Of op land zoals Talos, een kleine voertuig-robot met camera’s, satellietsystemen en radar die zelfstandig op rupsbanden door de bossen en velden rijdt op zoek naar migranten. Nederlandse bedrijven en instellingen zijn betrokken bij achttien van de 39 projecten, zo werkt TNO mee aan het satellietonderzoek Dolphin, de Rijksuniversiteit Groningen aan de vingerafdrukkenscan Ingress en dsm aan het kunstneuzenproject Sniffles.

Opvallend is de omslag van de defensie-industrie: richtte ze zich voorheen vooral op de Sovjet-Unie als belangrijkste vijand, tegenwoordig zijn de migranten het doelwit. ‘We zien sinds het einde van de Koude Oorlog een verschuiving in opdrachten voor apparatuur die geschikt is voor grote marineschepen naar bijvoorbeeld radars voor kleine schepen die ingezet kunnen worden tegen mensensmokkel’, zegt woordvoeder Frank van de Wiel van Thales Nederland, gespecialiseerd in radartechniek. ‘Onze klanten zijn de afzonderlijke EU-landen.’

995 miljoen euro: Europese grensbewakingscoördinatie
De researchprojecten zijn nog maar een fractie van de publieke kosten voor -grensbewaking. Frontex, het Europese agentschap voor grensbewaking, heeft sinds de oprichting in 2004 zo’n 670 miljoen euro gekost. Voor de implementatie van Eurosur, het programma dat sinds 2011 in heel Europa informatie over grensbewaking moet gaan delen en updates in real time moet geven, moeten coördinatiecentra worden gebouwd. Die alleen al kosten zo’n tweehonderd miljoen euro. Dan is er nog Eurodac, een Europese vingerafdrukdatabase: kosten acht miljoen. EU-lidstaten kunnen via dit systeem asielzoekers identificeren en zien of ze al eerder in een ander EU-land asiel hebben aangevraagd. Maar, zo benadrukken de Migrants’ Files, ten minste tien mensen per jaar worden door het systeem niet goed geïdentificeerd en daardoor ten onrechte uitgezet naar een ander land.

Een uitzetting uit Europa kost gemiddeld per persoon 2600 euro
Nederland betaalt een ‘significante bijdrage’ aan Frontex-operaties, staat in de Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-december 2014 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Nederland draagt bij met marineschepen, kustwachtvliegtuigen, landvoertuigen, een snelle patrouilleboot en marechausseepersoneel. ‘Dornier-kustwachttoestellen maken dan bijvoorbeeld patrouillevluchten tussen Zuid-Italië en Noord-Afrika’, meldt het Ministerie van Defensie op zijn website. ‘Of rond de Griekse eilanden.’ Tientallen marechaussees bewaken de Schengen-buitengrenzen en belangrijke posten zoals de zuidelijke buitengrens in Italië, Malta en Spanje en de oostelijke buitengrens in Roemenië, Bulgarije en Griekenland. ‘Defensie levert ook kennis en expertise aan Frontex via het opleidingscentrum van de Koninklijke Marechaussee en de Nederlandse Defensie Academie.’ In 2015 zullen, aldus het ministerie van Veiligheid en Justitie, tientallen Nederlandse grenswachters en experts EU– lidstaten ondersteunen ‘in hun strijd tegen illegale migratie’. Deze kosten zijn niet berekend in de 995 miljoen euro.

77 miljoen euro: grensmuren
De muren die Spanje, Griekenland en Bulgarije hebben gebouwd kosten 77 miljoen euro en tien miljoen per jaar aan onderhoud.

226 miljoen euro: materiaal voor Europese grensbewakers
Spanje en Griekenland hebben meer dan zeventig miljoen euro uitgegeven aan onder meer boten, drones, terreinwagens en nachtkijkers. Italië heeft Libië sinds 2011 ten minste zeventien miljoen euro betaald voor boten, trainingen en nachtkijkers. Ook zijn op Italiaanse kosten detentiecentra in Libië gebouwd om migranten daar te houden. In totaal hebben Europese landen voor 46 miljoen euro detentiecentra in herkomstlanden gebouwd en 75 miljoen euro uitgegeven aan technische assistentie voor buurlanden om migratie tegen te gaan.

11,3 miljard euro: gedwongen uitzettingen
Sinds 2000 zijn miljoenen mensen uitgezet vanwege ‘onrechtmatig verblijf ’ door de 28 lidstaten plus Noorwegen, Zwitserland en IJsland, en dit kostte tenminste 11,3 miljard euro, berekenden de Migrants’ Files. Geen enkel EU-land, behalve België, houdt de kosten van uitzettingen – vervoer, detentie et cetera – goed bij. Na het combineren van diverse data, van Eurostat tot en met overheidsgegevens per land, heeft de groep berekend dat een uitzetting uit Europa gemiddeld per persoon zo’n 2600 euro kost. De cijfers die ze voor Nederland vonden, laten een iets hoger bedrag zien. Van 2000 tot en met 2014 zou Nederland 690 miljoen euro hebben betaald voor het uitzetten van in totaal 216.704 mannen en vrouwen: gemiddeld 3184 euro per persoon.

Ook aan de andere kant van de grens is een enorme economie ontstaan om migranten juist over de EU-grens heen te krijgen. Volgens de Migrants’ Files hebben migranten sinds 2000 in totaal 16 miljard euro betaald aan mensensmokkelaars om Europa te bereiken. In diezelfde periode maakten 1,2 miljoen ongedocumenteerde vluchtelingen en migranten de reis naar Europa via zee of land. Nog een paar miljoen meer kwamen hier via de lucht met valse paspoorten of op toeristenvisa.

De prijzen verschillen: migranten uit subSahara-Afrika betalen ongeveer zevenhonderd euro per persoon voor een plaats in het laadruim van schepen – volgens getuigen worden die tijdens de overtocht vaak dichtgetimmerd waardoor mensen als ratten in de val zitten als er iets gebeurt met het schip – terwijl rijkere klanten uit Syrië en Irak tweeduizend euro betalen en daarvoor op dezelfde boot op het bovendek mogen. Over het aantal mensen dat per vliegtuig – de duurste route – Europa binnenkomt, is nog minder bekend. Een Iraakse vluchteling vloog voor zestienduizend euro van Mosul naar Parijs, via Cayennne, Belem, São Paolo en Istanbul. Op vliegvelden wordt personeel omgekocht om mensen voorbij immigratiediensten te smokkelen.

Niemand in Europa verwacht dat de vluchtelingenstroom binnenkort zal afnemen. ‘Op dit moment zijn er drie zwakke plekken in de buitengrens van Europa’, zegt Fabrice Leggeri, sinds januari 2015 directeur van Frontex in het hoofdkantoor in Warschau, aan twee leden van de Migrants’ Files. In Griekenland neemt het probleem volgens Leggeri toe: er komt een groeiende stroom Syrische vluchtelingen aan, maar ook migranten uit het Midden-Oosten, die via Turkije naar Griekenland en Bulgarije reizen. Sinds januari 2015 heeft Frontex zo’n 55.000 ‘onwetmatige grensovergangen’ van Turkije naar Griekenland en Bulgarije geregistreerd, zo’n vijftigduizend van Libië naar Italië en ongeveer vijftigduizend van de westelijke Balkan naar Hongarije. ‘Dit zijn de drie plaatsen waar buitengrenzen met een extreme hoge druk te maken hebben’, vervolgt Leggeri. Volgens Leggeri zal in 2016 de reden voor deze grote migratiestromen hetzelfde blijven gezien de situatie in Syrië, Irak en Libië. Dan is er nog, aldus de Frontex-directeur, de Hoorn van Afrika met extreme armoede, gebrek aan rule of law, aan democratie en mensenrechten.

Het budget voor Frontex-operaties in de Middellandse Zee is onlangs verhoogd: dit jaar met 26 miljoen en in 2016 met 45 miljoen euro voor de operaties Triton en Poseidon. Dit is volgens Leggeri niet genoeg: ‘Nu is het belangrijk dat we patrouilleboten, helikopters en vliegtuigen van EU-lidstaten krijgen. Extra grenswachters komen ook van de lidstaten. Frontex coördineert de werkzaamheden van al deze middelen, experts en grenswachters. Daarom hebben we meer budget nodig. We hebben het aantal boten verdrievoudigd, we hebben het gebied waarin we patrouilleren verdubbeld en we hebben in Italië negen debriefers en teams om te screenen in het veld.’ Volgens Leggeri allemaal maatregelen om het aantal doden op zee te reduceren.

En zo houdt de economie van de grensbewaking zichzelf in stand: er is meer geld nodig voor de bewaking om het aantal mensen dat sterft door de bewaking te verminderen.

Bron: De Groene Amsterdammer (op papier)
Voor meer informatie: themigrantsfiles.com

Ook in Brussel dringt het besef door: open grens is achterhaald

Het vrije verkeer van goederen en personen is heilig binnen de Europese Unie (EU). Maar ook in Brussel dringt nu het besef door dat in de strijd tegen terrorisme de volledig open grens niet langer haalbaar is.

Het is een van de splijtzwammen in de Europese Unie (EU): het vrij verkeer van goederen en personen en de vrije vestiging van Unieburgers in elk Unieland. Iedereen die kritiek levert op de open grenzen, krijgt de machtige Duitse bondskanselier Angela Merkel (CDU) tegen zich, gesteund door Zuid- en Oost-Europese landen. Maar de aanslagen in Frankrijk drie weken geleden en de confrontatie met terroristen een week later in België, hebben de 28 EU-lidstaten weer eens doen beseffen dat open grenzen ook nadelen hebben.

De 28 ministers van Buitenlandse Zaken kwamen vorige week bijeen in Brussel en concludeerden dat de controles aan de grens tussen Unielanden moeten worden verscherpt. ‘Met de aanslagen in Parijs en de terugkeer van Syrië- en Irakgangers zie je dat de discussie over open grenzen uit veiligheidsoptiek terug is,’ zegt Adriaan Schout (53), hoofd Europese Studies Programma van denktank Clingendael in Den Haag.

‘De vraag is wat de bedoeling is van open grenzen. Dat is al langer een discussie. Open grenzen lijken ingehaald door de praktijk; niet alleen op veiligheidsgebied, ook door sociale dumping.’

Lees dit artikel van Jelte Wiersma verder op Elsevier