Hilarisch: 31 overtuigende argumenten voor de EU

1    Een verenigd Europa zorgt voor vrede en welvaart.

2    De Europese Unie levert ons groei en banen.

3    We hebben de Europese Unie hard nodig voor onze veiligheid.

4    Samenwerken in Europa is de enige manier om een sterk front te vormen tegen grootmachten Amerika en China.

5    Zonder de Europese Unie zou president Poetin over ons heen walsen.

6    Europa is de enige weg, we zien toch dat het werkt?

7    Een tegenstem bij het referendum leidt onvermijdelijk tot een continentale crisis.

8    Zolang de Europese politici en ambtenaren vergaderen, voeren ze in ieder geval geen oorlog.

9    Bij een nee-stem zetten we onszelf in Europa buitenspel.

10    Een exit uit de EU zal grote economische repercussies hebben.

11    De interne markt heeft ons zoveel opgeleverd, maar liefst een maandsalaris.

12    Als u straks tegen stemt, zwemmen er straks de krokodillen in de Theems.

13    Bij een nee gaat het licht uit.

14    De kans op een kometenregen op ons land neemt aanzienlijk toe als de EU verlaten (foto).

15    Een stem tegen de EU, is trekken aan de vinger aan de lange arm van Erdogan.

16    De euro heeft ons zoveel opgeleverd, maar liefst een weeksalaris.

Lees deze column van Martin Visser verder op DFT

Pleidooi voor een EU-referendum

Hij is er niet gerust op, bekent publicist Paul Scheffer in zijn Amsterdamse werkkamer met uitzicht op de Amstel. Ter gelegenheid van de Maand van de Filosofie met als thema ’Over de grens’ schreef Scheffer het essay ‘De vrijheid van de grens’. Het is een pleidooi om grenzen weer op hun waarde te schatten, omdat zonder grenzen geen vrijheid én geen veiligheid mogelijk is. Maar de huidige generatie politici is te veel bezig met crisisbeheersing, zonder coherente visie op de toekomst van de Europese Unie.

Ondertussen wint de roep om terugkeer naar de nationale grenzen en ontmanteling van de EU terrein. Niet alleen bij het lager opgeleide deel van de bevolking, ook in de middenklasse en bij de intellectuele bovenlaag. ‘Ik kom in mijn eigen omgeving veel mensen tegen die vroeger vertrouwen in Europa hadden, maar dat zijn kwijtgeraakt. Die instemming was lang niet altijd beredeneerd en vaak vanuit de onderbuik. Nu is daarvoor bij velen een basaal gevoel in de plaats gekomen dat deze Europese Unie ons meer kost dan oplevert en dat de EU onze veiligheid niet kan garanderen. Ik begrijp daarom de roep om terugkeer naar de nationale staten, die achter het Oekraïne-referendum zit. Zelf vind ik dat absoluut geen wenkend perspectief, maar als we weerwerk willen bieden, moeten we met een goed verhaal komen, waarin we de gemeenschappelijke grenzen in Europa serieus nemen. Want als we zo doorgaan, redden we het niet.’

U hebt in Parijs en Warschau als correspondent gewerkt. Wat leerde u daar over grenzen?
‘Het was voor mij een ontdekking te zien hoe leeg het kosmopolitisme van veel Nederlanders is. Velen noemen zich wereldburger of Europeaan, maar vinden dat Europa een soort Nederland is of moet zijn: ons land als het verlichte gidsland. Deze zelfbenoemde kosmopolieten doen net alsof er geen grenzen bestaan. Dat is een naïeve houding die getuigt van hoogmoed. Want als je in Warschau of Parijs bent, merk je dat de mensen daar heel anders over Europa denken en ook hun eigen ideeën op de EU projecteren.

Ik heb gemerkt dat het lastig is je echt in de cultuur, de tradities en de trauma’s van andere landen te verdiepen en die te begrijpen. Als dat al met Duitsland en Frankrijk zo moeilijk is, dan zeker met Griekenland of Bulgarije. Aan mensen die vol zijn van Europa en de Europese cultuur, vraag ik altijd: dan ben je zeker geïnteresseerd in België? Dat snappen ze niet, maar als één land op Europa lijkt, is het België met zijn verschillen en problemen tussen Walen en Vlamingen.’

Mensen moeten beseffen dat er grenzen en verschillen bestaan, en deze serieus nemen?
‘Ja, maar dat gebeurt vaak niet. Voor mijn artikel ‘Het multiculturele drama’ in 2000 en het boek Het land van aankomst in 2007 heb ik me verdiept in het debat over migratie. Ook toen kwam ik dezelfde leegheid tegen van hoogopgeleide Amsterdammers die zich wereldburger noemen. Ze kennen de weg in Manhattan, maar zijn hier nog nooit de ringweg overgestoken om te zien hoe het er in wijken met veel migranten aan toe gaat. Ze zijn goed in het verzamelen van airmiles, maar hebben nog nooit de metro naar de Bijlmer genomen. En ondertussen zeggen ze blij te zijn dat we nu de Turkse cultuur in Nederland hebben. Maar ze vergeten dat de Turkse migranten die naar Nederland kwamen, vaak onvoldoende konden lezen of schrijven. Het waren mensen die je toch moeilijk kunt zien als de dragers van de Turkse cultuur.’

Toch draagt uw essay de positieve titel ‘De vrijheid van de grens’. Waarom?
‘Wie de EU en internationale problemen wil begrijpen, moet ook snappen dat het hebben van grenzen in de praktijk veiligheid betekent. Zoals elke gemeenschap bestaat de EU uit een ‘binnen’ en een ‘buiten’ en zijn de grenzen daartussen van essentieel belang. Zeker omdat we als Europese samenlevingen open en liberaal zijn, maar omringd worden door allerlei staten in verval zoals Libië, Oekraïne, Syrië en Georgië. We kunnen het ons niet veroorloven de Europese buitengrenzen zo te verwaarlozen als we de afgelopen decennia hebben gedaan. Uit de droom dat onze liberale manier van leven toch wel de wereld zou veroveren, zijn we inmiddels ruw wakker geworden.’

Hoe kijkt u aan tegen het plaatsen van muren op de grens, zoals de Hongaarse premier Viktor Orbán dat heeft laten doen?
‘De epidemie aan hekken en muren bij de binnengrenzen van Europa is een uitvloeisel van het feit dat we onze buitengrenzen niet goed onderhouden hebben. Muren zijn er om mensen koste wat het kost tegen te houden, grenzen zijn er om het grensverkeer te reguleren. Velen zeggen dat we een grenzeloze gastvrijheid richting vluchtelingen moeten hebben. Europa zou op een bevolking van 500 miljoen mensen best één miljoen vluchtelingen kunnen opvangen, omdat Turkije in zijn eentje ook 2,7 miljoen vluchtelingen herbergt. Maar achter deze redenering zitten twee fouten. Allereerst zijn het in de praktijk slechts acht EU-landen die vluchtelingen opvangen en komen die asielzoekers vooral in de grote steden terecht. In de tweede plaats bieden we in de EU een hogere levensstandaard aan mensen die als nieuwe burgers worden toegelaten dan in Turkije. We moeten onderscheid maken tussen mensenrechten die in de hele wereld gelden en burgerrechten die in de EU vrij hoog liggen. Dat zorgt voor een enorm moreel dilemma. Want als wij iedereen als burger zouden toelaten die in humanitair opzicht tekort komt, kunnen we de burgerrechten aan de huidige inwoners niet meer garanderen, wat tot grote onvrede leidt. Het is niet voor niets dat klassieke immigratielanden als Canada en de VS een beperktere verzorgingsstaat hebben.

Lees dit interview met Paul Scheffer in het Nederlands Dagblad verder via Blendle

Does anybody still believe that the EU is a benign institution?

Ever since Margaret Thatcher U-turned in the dying days of her premiership, there has been a kind of agreement between Left and Right on what the European Union is. Most Conservatives followed the late-vintage Thatcher. They stopped regarding the EU as a free market that British business must be a part of, and started to see it as an unaccountable socialist menace that could impose left-wing labour and environmental policies on a right-wing government.

As many critics have said, the Tory version of British nationalism that followed had many hypocrisies. It did not want foreigners infringing national sovereignty when they were bureaucrats in Brussels but did not seem to mind them when they were generals at Nato or economists at the WTO.

Tory nationalism, however, did succeed in provoking a reaction. Leftists decided to approve of the EU for the same reasons conservatives denounced it. Generally, we are against nationalism, because it incites groundless prejudice. We are in favour of minimum protections for workers and trying to limit global warming. If our government does not enforce them, we do not care overmuch if a super-national institution takes on the job. Better a solution of dubious democratic legitimacy than no solution at all.

Lees verder op The Spectator

Wrong then, wrong now

Some politicians and big businessmen say that the EU is vital to our prosperity.
Sound familiar?
Let’s remind ourselves what they said about the euro.

Wees blij dat Duitsland zo op de regels hamert

Zonder regels dreigt de EU te verworden tot een slonzige studentenflat, waar niemand de boel opruimt.

Met enige regelmaat wordt in de Europese politiek geklaagd over de fixatie van Duitsland op de regels die moeten worden nageleefd. Zijn pragmatische oplossingen vaak niet beter dan dit regelfetisjisme?

Waarom bijvoorbeeld blijven hameren op de Maastricht-criteria, als de voorgeschreven bezuinigingen schadelijk zijn voor economische groei?

Inderdaad is het zo dat in Duitsland veel meer op het belang van regels wordt gewezen dan in menig ander Europees land. Zelfs economen discussiëren graag over de financiële crisis met de verdragstekst in de hand. Is dit een Duitse anomalie die in de volksaard zit, of speelt hier toch iets anders?

Uiteraard speelt de geschiedenis een belangrijke rol. Het recht mag nooit meer zoals onder Hitler door de macht worden misbruikt. Het gaat om de macht van het recht in plaats van het recht van de macht. In combinatie met de bijzondere positie van het constitutionele hof neemt het recht daarom in de Duitse politieke cultuur een centrale plaats in.

In het publieke debat is daardoor meer oog voor de juridische aspecten van maatschappelijke vraagstukken. En zo denkt men ook over Europa. In Duitse ogen is de EU een rechtsgemeenschap! De relatie van de lidstaten tot de EU is vastgelegd in regels. Zonder die regels is er niets. Regels die je, al naargelang het uitkomt, soms wel en soms niet naleeft, zijn geen regels. Het niet naleven van de afspraken is daarom tegelijkertijd een ondermijning van de Europese constructie als zodanig. Op nationaal-statelijk niveau vinden wij trouwens ook niet dat de burger vrij is om zich naar believen aan de wet te houden of niet.

Nu is er in Europa een traditie ingesleten dat de commissie of regeringsleiders graag met prachtige doelstellingen en mooie communiqués willen pronken. Een politiek van woorden die vaak een gebrek aan daden maskeert. Er worden afspraken gemaakt die vervolgens bijna niemand serieus neemt.

De Lissabon-agenda om Europa tot de meest competitieve economie ter wereld te maken is daarvan een goed voorbeeld. Het netto-effect van deze politiek van loze woorden is dat er een cultuur is ontstaan waarbij nationale politici in Brussel van alles afspreken en beloven om thuis plotseling aan geheugenverlies te leiden of te denken: ‘Het zal mijn ambtsperiode wel duren.’ In die zin moeten degenen die klagen dat Griekenland zich nooit aan de afspraken houdt ook de hand in eigen boezem steken. Heeft de EU inclusief alle lidstaten niet zelf bijgedragen aan een cultuur waarin afspraken niet echt serieus hoeven te worden genomen?

Lees dit artikel van Ton Nijhuis verder op de Volkskrant