Onhoudbaar

Commentator Martin Wolf van de Financial Times stelt in zijn pas uitgekomen boek en in interviews dat de euro onhoudbaar is. Zijn uitlatingen baren nogal opzien. Volstrekt onterecht. Alleen een handjevol Europese politici die de waarheid niet onder ogen wil zien, beweert anders.

In deze krant zei de Vlaamse econoom Paul de Grauwe zaterdag hetzelfde. Deze muntunie kán helemaal niet. Tijdens de crisisjaren is het nodige versleuteld aan wat we eufemistisch de weeffouten van de euro noemen. Maar dat bouwwerk is nog niet eens half af.

Het is geen hogere wiskunde, dus ik vermoed dat de Europese beleidsmakers, inclusief onze premier Mark Rutte en Eurogroep-voorzitter Jeroen Dijsselbloem, het zelf ook donders goed weten: een muntunie is alleen te schragen door min of meer gelijkwaardige economieën. Ontbreekt die convergentie (zoals ook in de VS het geval is), dan los je dat op met financiële transfers tussen staten.

In de eurozone zijn:
a) de economieën niet naar elkaar toe gegroeid. Er zijn nog altijd zeer grote verschillen in concurrentiekracht en aanpassing aan de vergrijzing.
b) amper mechanismen om de verschillen financieel op te lossen. We redden eurolanden als ze bijna omvallen, maar structurele transfers van sterk naar zwak zijn er niet.

En we willen ze ook niet. We willen niet dat de Europese Commissie eurolanden dwingt hun economieën te hervormen. En we willen niet dat sterke landen opdraaien voor de sores van zwakke landen. Dat laatste doen we alleen als de hele muntunie in elkaar dreigt te klappen, verder zoeken de Fransen, de Grieken, de Spanjaarden en de Italianen het zelf maar uit.

De beperkte dwingende afspraken die er wél zijn, gaan alleen over begrotingstekorten. De befaamde 3%-norm is zo lomp als wat. Maar we kunnen niet anders dan eraan vasthouden, want het is het dunne lijmlaagje dat de politieke constructie van de euro bijeenhoudt.

Lees deze column van Martin Visser verder op De Telegraaf