Het fenomeen stond al in alle boeken over de Europese Unie, maar is sinds De aanval op de natiestaat van Thierry Baudet breder bekend geraakt: er komt steeds meer Europees beleid. Als er eenmaal een maatregel op Europees niveau is genomen, komen er op dat terrein vaak heel veel andere Europese maatregelen en regels bij. De ene stap in de richting van Europees beleid leidt tot weer meer Europees beleid. En zo heb je voor je het weet binnen een paar jaar een heel nieuw Europees beleidsterrein. Gezondheidszorg blijkt een prachtige illustratie van dit proces.
Deze week promoveert Anniek de Ruijter bij de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift A silent revolution: the expansion of EU power in the field of human health. De titel vat het argument treffend samen: hoe ongemerkt met kleine, langzame stappen de gezondheidszorg van een puur nationaal beleidsterrein langzaam Europeser werd. De Ruijter laat in haar werk mooi zien hoe dit proces exact in zijn werk gaat.
De Ruijter toont aan dat er een grote discrepantie kan bestaan tussen de Europese theorie en de Europese praktijk. In theorie is gezondheidszorg nationaal beleid en heeft de EU nauwelijks bevoegdheden. Dit is de taal van de Europese verdragen die juridisch leidend zijn voor het functioneren van de EU. Ten minste, dat is de theorie. De Ruijter laat zien dat de praktijk er heel anders uitziet: de EU probeert via allerlei andere wegen alsnog tot beleid te komen, al is de juridische status daarvan vaak onduidelijk.
Lees dit artikel van Chris Aalberts verder op The Post Online