Het transatlantische handelsverdrag TTIP vormt mogelijk een bedreiging voor de Nederlandse gezondheidszorg. Onbedoeld kan het de deur naar de Nederlandse markt openzetten voor Amerikaanse zorgverzekeraars en zorgaanbieders.
Dat vreest Tweede Kamerlid Hanke Bruins Slot (CDA). Het verdrag, waarover momenteel wordt onderhandeld, moet de handel tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie vergemakkelijken. Op allerlei economische terreinen wordt gekeken naar harmonisatie van regels en toezicht. Een aantal publieke diensten, zoals defensie, watervoorziening én de publieke gezondheidszorg, zijn in principe uitgezonderd van de onderhandelingen. Op die gebieden blijft ieder land zelf verantwoordelijk voor de regels.
‘Maar wij hebben als enige Europese land geen volledig publiek gefinancierde gezondheidszorg’, zegt Bruins Slot. De Nederlandse zorgverzekeraars worden als private partijen beschouwd, ook in Europa. Ze zijn dan ook onderworpen aan de Europese solvabiliteitsregels voor verzekeraars. Bovendien ligt er een wetsvoorstel klaar dat ziekenhuizen het recht geeft winst uit te keren.
Bruins Slot vreest dat dat gegeven bij de Europese onderhandelaars onvoldoende op het netvlies staat. ‘Het zou zomaar kunnen dat daardoor onbedoeld ons stelsel helemaal niet uitgezonderd zal zijn voor de regels van TTIP.’
In dat geval zouden bijvoorbeeld Amerikaanse zorgverzekeraars en zorgaanbieders zich op de Nederlandse markt kunnen begeven, zonder dat Nederland daar nog met wetgeving invloed op kan uitoefenen. ‘Gezien de niet al te beste reputatie van Amerikaanse verzekeraars lijkt me dat zeer onwenselijk’, aldus het Kamerlid.