Gelijkheid, levenskwaliteit, de rechtsstaat: er is veel om trots op te zijn in Europa. Behoud de diversiteit, federaliseer niet verder en bied zo een alternatief voor het populisme.
In februari was ik met enkele anderen uitgenodigd om in Brussel te lunchen met de president van de Europese Unie, de Vlaming Herman van Rompuy. Zelden ben ik na een gesprek zo gedesillusioneerd naar huis gegaan: de gastheer was uiterst beminnelijk, daar niet van, maar bleek ook de belichaming van het autisme dat in de Brusselse wandelgangen wel vaker wordt aangetroffen. Veel meer dan een telkens opnieuw herhaald ‘we moeten eerst de euro redden, daarna zien we wel verder’ kregen we niet te horen. Met als toevoeging: ‘We staan met onze rug tegen de muur.’
Nu ik erover nadenk is ‘autisme’ geen goede omschrijving. Waarschijnlijk is ook Van Rompuy gevangen in een situatie die hem boven het hoofd is gegroeid. Hij zal zijn mantra over de euro als een vorm van eerlijkheid hebben gezien: ‘Wat kan ik op dit moment verder nog zeggen?’ En inderdaad, we zijn een fuik ingezwommen en een weg terug is niet echt in zicht. Ten halve gekeerd is beter dan ten hele gedwaald, ook dat gaat hier niet meer op, want een ontmanteling van de eurozone heeft misschien nog wel meer onbedoelde gevolgen dan de invoering van de gemeenschappelijke munt heeft gehad. Niemand weet het zeker.
Elke suggestie van mijn kant om verder te kijken werd door Van Rompuy vriendelijk weggewimpeld: intellectueel wel interessant, maar helemaal niet aan de orde. Dat is ook het refrein dat we uit Den Haag horen: vergezichten zijn niet van belang. De beleidsmakers weten wel dat in het overeind houden van de gemeenschappelijke munt allerlei verreikende keuzen besloten liggen, maar uit angst voor een publieke afwijzing weigeren ze die keuzen te expliciteren. Zo komt achter de rug van alle betrokkenen een ondoorzichtige economische en politieke unie tot stand.
Lees dit nog altijd zeer actuele artikel uit november 2013 door Paul Scheffer verder op het NRC