De EU parlementsverkiezingen kennen maar 3 smaken: meer EU, minder (andere) EU en geen EU. Iedere partij draagt zo haar redenen aan om voor een van deze drie smaken te gaan. Sommige partijen stellen onomwonden dat ze uit de EU en uit de eurozone (EMU) willen treden. Deze standpunten worden door velen als extreem omschreven, maar is dat wel zo?
Allereerst, is de smaak “minder EU” onzinnig. Net zo goed als een vrouw niet een beetje zwanger kan zijn, zijn er in feite maar twee lange termijn keuzes: in of uit. Neem bijvoorbeeld de SP, die willen een andere EU, maar wel de euro behouden. De euro is onhoudbaar, maar als iemand al in de euro gelooft, dan moet deze persoon ook de EU superstaat willen. Immers, zonder deze EU superstaat is de euro al helemaal gedoemd te mislukken. Het standpunt van de SP is dus vlees noch vis.
Erger nog zijn de verschillen tussen wat wordt gezegd door de partijen en wat ze in EU verband uitvoeren. Door het debiele fractiesysteem van de EU zitten zowat alle partijen bij een Europese fractie. Zo zit de VVD en D66 bij de liberale fractie genaamd ALDE, waar Guy Verhofstadt de scepter zwaait. Doordat in deze fractie een hoge mate van stemdiscipline heerst (iedereen moet hetzelfde stemmen) is het effect dus dat VVD=D66=ALDE=Guy Verhofstadt. Het is niet alleen een voorbeeld hoe nationale verschillen (zoals tussen D66 en VVD) verdwijnen op EU niveau, maar ook hoe hypocriet de VVD is. Zij claimen een eurokritische partij te zijn, maar steunen Guy Verhofstadt, de grootste aanhanger van de EU superstaat.
Met deze twee aanmerkingen kan de kiezer het kaf van het koren scheiden. Er zijn maar 2 smaken, in of uit, en sommige partijen liegen over de smaak die zij aanhangen (kijk naar de EU fractie waartoe zij behoren en of ze stemorders hanteren). Voor veel kiezers is dit een keuze tussen iets bekends (in de EU blijven) en iets extreems (uit de EU/EMU). Maar is deze laatste keuze wel zo extreem?
Lees deze column van Alexander Sassen van Elsloo verder op RTLZ