Vorige week stemde de Eerste Kamer in met het Associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne. Maar was die associatie van Oekraïne met de EU niet de opstap naar de crisis die uiteindelijk uitliep op een staatsgreep en een nog altijd voortdurende burgeroorlog in het oosten van Oekraïne? Bovendien is een associatie vaak een opstap naar volwaardig EU-lidmaatschap gebleken. De huidige politieke leiding in Oekraïne ziet het in ieder geval ook graag zo.
De Europese integratie is ons steeds als een vredesproject verkocht, maar intussen neemt de gestage uitbreiding van de EU eerder offensieve vormen aan. Het mag dan ook niet verwonderen dat het tot burgeroorlog in het Don-bekken geleid heeft.
Maar valt de associatie van Oekraïne met de Europese Unie – en uiteindelijk dat volwaardige EU-lidmaatschap – nog wel tegen te houden? De zaak is toch allang beklonken? Dat zou je inderdaad denken. De lidstaten moeten er weliswaar nog mee instemmen, maar dat lijkt een formaliteit. Hoewel veel woordvoerders van diverse partijen in de Eerste Kamer veel problemen zien in Oekraïne, werd de associatie niet werkelijk ter discussie gesteld. Het gaat trouwens ook om eenzelfde associatie van Moldavië en Georgië met de Europese Unie. Stuk voor stuk landen met onopgeloste conflicten. Georgië ligt zelfs niet op het Europese continent, zodat je je af kunt vragen wat de EU daar eigenlijk te zoeken heeft.
Het Burgercomité-EU ziet echter nog een kans om het associatieverdrag tegen te houden.