Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert en haar Duitse collega Ursula von der Leyen hebben tijdens een ontmoeting in Den Haag benadrukt dat het verbeteren van de gezamenlijk Europese defensie-inspanningen hoge prioriteit verdient.
“Een Europees leger is het doel, maar waarschijnlijk zal dat nog heel lang duren”, aldus Ursula von der Leyen. “Dat zullen mijn kinderen mogelijk ooit meemaken”, zei de bewindsvrouw tegen Bild am Sonntag. “Het gaat er nu om dat we stap voor stap de Europese Defensie-samenwerking op de rails zetten. Ook de Verenigde Staten willen dat Europa een sterke kracht wordt binnen de NAVO. Omdat te bereiken moet een aantal landen in Europa op het gebied van Defensie beter samenwerken en hun krachten bundelen. En dat doen Nederland en Duitsland al.”
Volgens Jeanine Hennis-Plasschaert: “In de NATO ontbreekt het nu aan balans. De Amerikanen nemen het meeste werk voor hun rekening. Daarom moeten Europese landen samenwerken. En daarbij is tempo gewenst. De inzetbaarheid van de legers van de Europese landen moet worden verbeterd.”
“In crisissituaties moeten we snel kunnen ingrijpen. Kijk, bijvoorbeeld naar de uitbraak van Ebola en de dreiging van IS. Daar had Europa sneller moeten ingrijpen”, aldus Von der Leyen. “De afgelopen tientallen jaren hebben Europese landen erg veel bezuinigd op Defensie. Het materiaal en de systemen waren niet up-to-date. Tot slot moeten we ook meer samenwerken en op elkaar vertrouwen. Om dat te bewerkstelligen zullen in de komende maanden eenheden van het Duitse leger onder Nederlands commando worden geplaatst”, aldus de minister.