Lopend door het Europees Parlement, kom je overal posters tegen voor sessies voor uiteenlopende politieke doelen. Er zijn ‘roundtables’, ‘policy conferences’ en ‘public fora’. Voor de buitenstaander is de afzender vaak onduidelijk: Europarlementariërs, lobbyisten of beide? Deze sessies komen nauwelijks in het nieuws en soms ten onrechte, zo blijkt uit een sessie die onlangs werd gehouden.
24 september vond de bijeenkomst ‘The unstoppable far-right? Populism and the aftermath of the European elections’ plaats. The German Marshall Fund – een Amerikaanse lobbyclub – presenteerde samen met het European Liberal Forum – gelieerd aan ALDE, de Europese liberalen van D66 en VVD – een rapport over hoe partijen om moeten gaan met de populariteit van populistisch rechts, namelijk: de PVV, de Britse UKIP, de Zweden Democraten en Alternative für Deutschland.
In het rapport wordt een brak onderzoek gepresenteerd. Een analyse van krantenartikelen in vier landen zegt volgens de auteurs iets over hoe er op populistisch rechts gereageerd moet worden. Maar iedere leek kan zien dat hier methodologisch niets van klopt: op basis van een analyse van kranten kan men niets zeggen hoe de steun aan bepaalde partijen tot stand komt. Dat laatste is namelijk een verondersteld effect van de berichtgeving, maar dat effect wordt niet gemeten.
‘In welk parlement zou het toegestaan worden om intern sessies te organiseren waarin openlijk wordt gediscussieerd over het tegengaan van specifieke partijen die in datzelfde parlement vertegenwoordigd zijn?’
Lees dit artikel van Chris Aalberts verder op The Post Online