Op 27 mei schreef econoom Sylvester Eijffinger een column in Het Financieele Dagblad, waarin hij waarschuwde dat we geen wonderen van de ECB moeten verwachten bij het oplossen van de eurocrisis.
Ik ben dat met hem eens, sterker, de ECB moet ook helemaal geen wonderen willen verrichten, maar zich simpelweg bezighouden met haar kerntaken: zorgen voor prijsstabiliteit en inflatiebeteugeling per eurozoneland. Nu is er sprake van deflatie in zuid als gevolg van de enorme vraaguitval daar en van oververhitting van de Duitse economie, met het risico van bovenmatige inflatie. Over Europese monetaire eenwording gesproken… Intussen kampt de tweede economie van de eurozone, Frankrijk, met een veel te dure euro. Dit gaat hem dus niet worden. Maar Eijffinger schreef, ik citeer:
“Het orakel Draghi heeft weer gesproken. De ECB-president zegt zich comfortabel te voelen bij een eventueel ingrijpen in juni (FD 13 mei). Eerder deze week zei hij op een forum in Portugal dat de kans bestaat dat de eurozone in een ‘klassieke deflatoire cyclus’ wegglijdt, waarbij huishoudens en bedrijven bestedingen uitstellen en de economie haar vermogen tot herstel kwijtraakt. Voorwaarde voor ingrijpen door de ECB is wel dat de economie nog verder afzwakt. Wat kan dat ingrijpen inhouden? Een renteverlaging, opkoopprogramma’s, versoepeling van onderpandeisen; Draghi is er klaar voor, aldus het FD.”
Lees dit artikel van Jean Wanningen verder op de Dagelijkse Standaard