Het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne is een mijlpaal in de Nederlandse, maar ook in de Europese geschiedenis. Eindelijk mogen burgers in Nederland zich eens uitspreken over de toetreding van een nieuw EU-lid. O nee, dit klopt niet!
Vrijwel iedere Nederlandse politicus zegt herhaaldelijk dat dit slechts een simpel associatieverdrag is dat uitsluitend te maken heeft met de wederzijdse handel tussen de EU en Oekraïne. Het is zeker geen pre-toetredingsverdrag! En er zijn ook nog wat andere nobele punten, zoals de corruptie in dat land helpen bestrijden, de rechten van minderheden beschermen en het vestigen van een democratischer bestuur.
Het klinkt prachtig, hoewel de vraag is of de huidige regering van oligarchen hier wel zoveel oren naar heeft. Recentelijk moest een Oekraïense bestrijder van corruptie wegens tegenwerking binnen de regering zijn werk staken. Nee, de interesse van de Oekraïense regering ligt meer bij vrijhandel en om via corruptie (nog) meer geld te verdienen aan nieuwe investeerders. Zoals het Amerikaanse bedrijf Monsanto, dat grote gedeelten van het landbouwareaal van Oekraïne (ooit de graanschuur van Rusland) wil gaan gebruiken voor het verbouwen van genetisch gemanipuleerde gewassen. De werkelijke motieven van de EU zelf liggen ook anders.
Zo staat in het verdrag dat het doel is ‘om de voorwaarden te scheppen voor versterkte economische en handelsrelaties in het licht van de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU’. Reeds in 2003 hebben de EU-leiders al een EU-lidmaatschap beloofd aan Oekraïne. In februari 2014 en bij ondertekening van het associatieverdrag in juni 2014 gaf
EU-president Herman van Rompuy steeds aan, dat het uiteindelijke doel was dat Oekraïne een deel zou worden van de EU. En president Porosjenko van Oekraïne gaf aan dat hij in 2020 klaar denkt te zijn voor toetreding.
Blijft de vraag waarom de politiek dit wil en wat de gevolgen zijn? Het eerste punt is van geopolitieke aard: EU en VS streven er naar om na de val van het IJzeren Gordijn zo veel mogelijk landen binnen de westerse invloedssfeer te hebben. Dit is reeds met vele voormalige communistische landen gelukt, mede door de zwakke positie van Rusland onder Gorbatsjov en Jeltsin. Een krachtig leider als Poetin verzet zich echter tegen verder opdringen van de NAVO. Dat heeft reeds geleid tot een herleving van de Koude Oorlog én een burgeroorlog met vele doden in de Oekraïne zelf. Net als Syrië is Oekraïne het slachtoffer van dit geopolitieke spel van EU, VS én Rusland, met als gevolg de huidige politieke destabilisatie in vele landen. Uiteindelijk zullen wij echter met Rusland weer on speaking terms moeten komen in het belang van de vrede. Het associatieverdrag werkt hier contraproductief.
De economische situatie in Oekraïne is rampzalig. Het IMF heeft reeds een lening van 14,7 miljard euro aan Oekraïne verstrekt. De expansiedrang van de EU-bureaucraten is misschien goed voor de grote internationale concerns, doch niet voor de EU-burger en gaat
veel geld kosten. Een neutraal Oekraïne lijkt in vele opzichten voor EU, VS, Rusland, maar vooral voor Oekraïne zelf uiteindelijk de beste optie, maar dan moet het associatieverdrag van tafel en de situatie in dat land moet zo snel mogelijk gestabiliseerd worden.
Niemand is gebaat bij nog meer doden, economische malaise en een verhoogde oorlogsdreiging! Ons advies bij het referendum van 6 april? Stem nee!
Nick Abrahamsen is fysicus, Jacques Arntz is monetair econoom
Dit artikel verscheen in De Limburger op 31 maart 2016