Iedere eurokritische stemmer fascist noemen helpt niet

De EU heeft geleid tot een gevoel van onveiligheid en in de steek gelaten zijn. Welke lessen leert de uitslag van de Europese verkiezingen?, vraagt Martin Sommer zich af.

Even naar Frankrijk voor de frisse lucht. Hoewel frisse lucht dit keer betrekkelijk is. Een kwart van dit land stemde een week geleden op het Front National. Bleu Marine noemt de lijst van Marine Le Pen zichzelf schattig, maar fris is het beslist niet. Mijn Franse departement had nota bene de hoogste score van het hele land, in mijn dorp viel het gelukkig mee. Negen stemmen voor het Front National, terwijl het UMP van voorheen Sarkozy de grootste bleef met dertien. De koeien kijken alsof er niks is gebeurd. Net als sommige snuggere commentatoren in Nederland. De socialisten en christen-democraten blijven immers in het europarlement ruim in de meerderheid, dus waar hebben we het over. Recht zo die gaat met Europa.

Eén avond Franse teevee en je wist anders. De jonge premier Valls, normaliter van dadendrang vervuld, stond het huilen nader dan het lachen. L’heure est grave, zei hij. We beleven een loodzware tijd. Een dag later verscheen president Hollande om mes chers compatriots toe te spreken. Ontredderd, er is geen ander woord. Bij de top in Brussel dinsdag stelde hij vast dat Frankrijk een probleem heeft, en dat derhalve Europa een probleem heeft. Daarmee raakte hij de kern: gaan we na deze verkiezingen door alsof alle Europese neuzen bloeden of worden er lessen geleerd?

Dat ziet er een week later niet goed uit. Het kalf is verdronken maar men maakt nog geen aanstalten om iets aan de put te doen. Voormalig eurogroepvoorzitter Juncker eiste alvast het voorzitterschap van de Europese Commissie op. ‘Ik heb de verkiezingen gewonnen’, sprak deze dreumes uit Luxemburg namens heel christendemocratisch Europa. Zijn kiezerslegitimiteit is nul, maar hier geldt de Franse uitdrukking: niets vergeten, niets geleerd.

Lees deze column van Martin Sommer verder op de Volkskrant