Nederland doet graag aan onpolitieke politiek. De prijs heet populisme.

Leuk hoor, die Prinsjesdag met rijtoer en een zwaaiende Máxima. Maar hoe kan het dat jullie een half jaar na de verkiezingen nog altijd geen regering hebben, zonder dat er een volksopstand uitbreekt? Twee diplomaten, afkomstig uit serieuze buurlanden, verbaasden zich over de Nederlandse politieke folklore.

Voor het antwoord wees ik op de daverende primeur van collega Frank Hendrickx van maandag. De Kamer had de vaststelling van wat fatsoenlijke ouderenzorg is, overgelaten aan een kwaliteitsinstituut. En vooral de bekostiging, die nu blijkt te kunnen oplopen tot 2 miljard zonder dat de politiek nog wat te zeggen heeft. De reactie van Kamerleden was schaamrood omdat ze was ontgaan wat ze uit handen hadden gegeven. In de krant werd gewezen op de te snelle doorstroming zodat het politici aan kennis van zaken ontbreekt.

Ik denk dat het erger is. Dat het Nederlandse parlement zichzelf buiten haken zet, is net zo’n traditie als Prinsjesdag. Ik zou graag de dissertatie lezen waarin staat waar de Nederlandse politiek zich de afgelopen kwart eeuw heeft terug getrokken.

De SP gaat onafwendbaar dezelfde kant op als de Partij van de Arbeid

Marcel van Dam is niet speciaal een vriend maar hij kan het altijd wel scherp zeggen. Hoe komt het dat de SP nauwelijks profiteert van de peilloze diepte waarin de PvdA is verdwenen, was de vraag in zijn column van donderdag. Het is inderdaad een raadsel. Voorheen lag de links-rechts verdeling in de Kamer min of meer vast, met communicerende vaten tussen de partijen onderling. Nu halen de linkse partijen bij elkaar geen veertig zetels meer.

Waarom kan de SP de dominante positie van de PvdA niet overnemen?

Lees deze analyse/column van Martin Sommer verder op de Volkskrant

Iedere eurokritische stemmer fascist noemen helpt niet

De EU heeft geleid tot een gevoel van onveiligheid en in de steek gelaten zijn. Welke lessen leert de uitslag van de Europese verkiezingen?, vraagt Martin Sommer zich af.

Even naar Frankrijk voor de frisse lucht. Hoewel frisse lucht dit keer betrekkelijk is. Een kwart van dit land stemde een week geleden op het Front National. Bleu Marine noemt de lijst van Marine Le Pen zichzelf schattig, maar fris is het beslist niet. Mijn Franse departement had nota bene de hoogste score van het hele land, in mijn dorp viel het gelukkig mee. Negen stemmen voor het Front National, terwijl het UMP van voorheen Sarkozy de grootste bleef met dertien. De koeien kijken alsof er niks is gebeurd. Net als sommige snuggere commentatoren in Nederland. De socialisten en christen-democraten blijven immers in het europarlement ruim in de meerderheid, dus waar hebben we het over. Recht zo die gaat met Europa.

Eén avond Franse teevee en je wist anders. De jonge premier Valls, normaliter van dadendrang vervuld, stond het huilen nader dan het lachen. L’heure est grave, zei hij. We beleven een loodzware tijd. Een dag later verscheen president Hollande om mes chers compatriots toe te spreken. Ontredderd, er is geen ander woord. Bij de top in Brussel dinsdag stelde hij vast dat Frankrijk een probleem heeft, en dat derhalve Europa een probleem heeft. Daarmee raakte hij de kern: gaan we na deze verkiezingen door alsof alle Europese neuzen bloeden of worden er lessen geleerd?

Dat ziet er een week later niet goed uit. Het kalf is verdronken maar men maakt nog geen aanstalten om iets aan de put te doen. Voormalig eurogroepvoorzitter Juncker eiste alvast het voorzitterschap van de Europese Commissie op. ‘Ik heb de verkiezingen gewonnen’, sprak deze dreumes uit Luxemburg namens heel christendemocratisch Europa. Zijn kiezerslegitimiteit is nul, maar hier geldt de Franse uitdrukking: niets vergeten, niets geleerd.

Lees deze column van Martin Sommer verder op de Volkskrant

Martin Sommer: ‘Ik stem op de Christenunie/SGP’

De Europese Verkiezingen staan voor de deur en op wie moeten we dit jaar stemmen. ‘We stemmen natuurlijk niet op een partij die uit de EU wil; geen gevaarlijke experimenten. Het moet een partij zijn die gevoel heeft voor de historische identiteit van Nederland, en die tegen gesluip is richting politieke unie.’

Waar gaan deze verkiezingen over? Je hoort wel dat de vraag naar meer of minder Europa idioot is; je kiest toch ook niet voor meer of minder gemeente. Toch laat iedereen hierdoor zijn stem bepalen. Van helemaal uit de EU, tot alles over de heg bij Brussel. En het is ook een politieke kwestie – wie is hier de baas? De strijd gaat niet voor niets tussen D66 en PVV – de meer- tegen de minderwillers.

We kunnen het wel over partijprogramma’s willen hebben maar dat lukt niet omdat het Europees Parlement een fantoomparlement blijft. Laten we een onderwerp nemen, die maximaal 5 procent werkloosheid van de PvdA. Je denkt aan een normaal voornemen uit het verkiezingsprogramma. Daar gaan ze voor strijden, dan komt het in een regeerakkoord en vervolgens controleert het parlement of er wat van komt. Niets van dat al. Het begint al met de vaststelling dat ‘Europa’ niet over werkgelegenheid gaat. Dat doen de lidstaten en verder heeft het parlement überhaupt geen recht van initiatief.

Ze kunnen in Straatsburg resoluties aannemen tot ze een ons wegen. Ze mogen Oekraïne het EU-lidmaatschap aanbieden. Maar ook daar gaan ze niet over dus het blijft declamatie-politiek. Een echt parlement als hoogste instantie bepaalt zelf waar het over gaat. Je kunt niet zeggen dat het Europees Parlement geen macht heeft, want het trekt en duwt, schaaft en dreigt. Maar er is geen machtsvorming. Want hoe zit het intussen met die 5 procent? Paul Tang van de PvdA komt zo direct in de sociaal-democratische fractie. Met als machtige medestander de Duitse SPD. Maar die heeft geen maximum werkloosheidspercentage in haar programma.

Lees deze column van Martin Sommer verder op de Volkskrant