Amerikaanse wet is regelrechte aanval op staatssoevereiniteit

Een nieuwe wet in de Verenigde Staten stelt slachtoffers van terroristische aanslagen op Amerikaans grondgebied of nabestaanden in staat een zaak te beginnen tegen staten die verantwoordelijkheid dragen voor die aanslag. Op 17 mei nam de Amerikaanse senaat unaniem de Justice Against Sponsors of Terrorism Act (JASTA) aan.

Het is een initatief van de Democratische senator Charles Schumer uit New York en de Republikein John Cornyn uit Texas. Ze hopen zo nabestaanden van de aanslagen op 11 september 2001 te helpen.

Met de nieuwe wet wordt het volgende scenario denkbaar: een groep Amerikaanse nabestaanden van de aanslag op het zorgcentrum in San Bernardino (14 doden) begint een rechtszaak tegen de Nederlandse staat omdat geheime dienst AIVD misschien inlichtingen had over de daders en die niet heeft gedeeld met Amerikaanse diensten

De nabestaanden vinden dat Nederland daarmee een fout heeft gemaakt en dat zonder die fout het drama misschien niet was gebeurd. Zij stellen de staat Nederland aansprakelijk voor zowel de materiële als de immateriële schade en eisen miljoenen, misschien wel miljarden. Het is tenslotte Amerika. Nederland moet zich voor een Amerikaanse federale rechtbank verantwoorden. En uitleggen welke inlichtingen de AIVD op welk moment had en waarom die niet zijn gedeeld met de Amerikanen.

Al jaren proberen die compensatie te krijgen voor hun verlies. Hun belangrijkste doelwit is Saoedi-Arabië. Direct na 9/11 werd gespeculeerd over de betrokkenheid van dit land: het merendeel van de vliegtuigkapers kwam ervandaan. Ook 28 pagina’s in een rapport van het Amerikaanse congres zouden die betrokkenheid aantonen. Die pagina’s zijn nooit openbaar gemaakt en hebben nu een mythische status.

Het aanklagen van staten bij een civiele rechter voor daden in eigen land, kan nu niet. Daarom kwamen de twee senatoren met JASTA. ‘In plaats van een ad-hocwet te maken voor Saoedi-Arabië, kiezen zij voor een algemene wet’, zegt Geert van Calster, hoogleraar internationaal recht aan de universiteit Leuven. ‘En dat is precies het probleem. Die wet trekt de Amerikaanse rechtsorde over de wereld en ondermijnt daarmee de immuniteit van landen.’

Lees verder op de Volkskrant

VS betaalt persreis Nederlandse journalisten naar Oekraïne

Nederlandse journalisten zijn op uitnodiging en op kosten van de Amerikaanse ambassade naar Oekraïne. Ze blijven de hele week en zouden onder anderen de Oekraïense president Porosjenko ontmoeten. De Amerikanen boden daarbij aan om de vliegreis en de verblijfskosten te betalen.

De persreis komt op een opvallend moment: twee maanden voordat Nederland in een raadgevend referendum stemt over het associatieverdrag met Oekraïne. Eerder meldde de Britse krant The Sunday Telegraph dat de Amerikaanse overheid juist de bemoeienis van Rusland met het referendum onderzoekt.

Volgens de Amerikaanse ambassade in Nederland heeft de persreis niet met het referendum in april te maken maar is het een dienst voor journalisten “om ze te laten zien hoe Oekraine ervoor staat, bijna twee jaar na de Maidan-opstand”. In februari 2014 vluchtte oud-president Viktor Janoekovitsj na een maandenlange volksopstand naar Rusland.

Voor Wouter de Winther van de parlementaire redactie van De Telegraaf was het referendum juist de enige reden om iemand mee te sturen. “Wij willen zien hoe de Amerikanen het proces rond het referendum willen beïnvloeden en zijn benieuwd waarom ze hier zoveel waarde aan hechten”, zegt De Winther. “De beste manier om dat te onderzoeken is om mee te gaan.”

Ook voor het AD en het Reformatorisch Dagblad was het referendum een reden om mee te gaan met de reis. “We hebben wel even getwijfeld of we wel met de Amerikanen in zee moesten gaan”, zegt Frank Poorthuis van de hoofdredactie van het AD. “Maar we vonden het in dit geval wel nuttig. We komen dan toch met mensen in gesprek die we anders niet te spreken krijgen.” Ook het Nederlands Dagblad en weekblad Elsevier gingen in op de uitnodiging van de Amerikaanse ambassade. Overigens weten de redacties niet of de kosten inderdaad door de Amerikanen betaald worden, of willen ze dat niet zeggen.

De Volkskrant heeft de trip met de Amerikanen geweigerd, zegt buitenlandredacteur Bert Lanting van de Volkskrant. “Wij willen iedere schijn van beïnvloeding vermijden.” Ook de NOS kreeg een uitnodiging, maar bedankte eveneens.

De groep journalisten bezoekt deze week ook de stad Lviv in het westen en spreekt met politici, wetenschappers en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Een reis naar het onrustige oosten van Oekraïne staat niet op de agenda.

In het Mediaforum maken Frenk van der Linden en Sjors Fröhlich gehakt van deelname van journalisten aan deze persreis.

Frenk van der Linden: ‘Amerikanen hebben niet alleen een mening in deze kwestie, maar ook grote belangen. Ze zullen nooit een reis organiseren die tegen die belangen in gaat. Ze zullen het zo plannen dat het lijkt alsof het evenwichtig is, maar dat is het natuurlijk niet.

Van der Linden is van mening dat een journalist nooit mee moet gaan op een betaalde persreis, tenzij er geen enkele andere mogelijkheid is om verslag te doen van een onderwerp. Sjors Fröhlich: ‘Het komt ook bij BNR voor dat we meegaan met een minister, of bijvoorbeeld met defensie. Anders kunnen we dat nooit betalen. Maar we hebben daarbij altijd de voorwaarde dat we volledige vrijheid hebben in de inhoud.

Fröhlich en Van der Linden vinden beiden dat een medium deelname aan zo’n persreis moet melden. Fröhlich: ‘Ik was dan ook stomverbaasd toen ik in de Telegraaf las: ‘er is een persreis georganiseerd, die doet de wenkbrauwen fronsen’, maar dan niet meldt dat ze er zelf bij zijn.

Beluister hoe Fröhlich en Van der Linden gehakt maken hiervan in het Mediaforum

Heimwee naar Bretton Woods

Vandaag is het zeventig jaar geleden dat de economen Keynes en White in het Amerikaanse Bretton Woods hun plannen voor een vaste wisselkoers presenteerden. Sinds die in 1971 werd opgeblazen, volgen crises elkaar op.

De kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog werd het Bretton Woods-tijdperk genoemd. De groei was hoog, de inflatie laag, er was volop werk, de banken waren sterk en bubbels onbekend. En er was een geordend systeem van devaluaties en revaluaties. Het was ondanks de Koude Oorlog en grootschalige dekolonisatie een periode van ongekende financiële stabiliteit. De wederopbouwgeneratie kon de wasteil inruilen voor een douche, de waxinelichtjes van Verkade voor een schemerlamp en het ganzenbord voor een televisie.

Het was de tijd van het systeem van Bretton Woods, waarbij de gulden, net als andere munten, tegen een vaste koers (3,65 gulden) was gekoppeld aan de dollar en die weer tegen een vaste prijs kon worden geruild tegen goud (35 dollar voor 1 ounce). Dat gaf vastigheid. Een land dat meer importeerde dan exporteerde, moest uiteindelijk de koers van zijn munt devalueren. En het moest een hogere rente betalen om het tekort op de handelsbalans te financieren. Hierdoor verarmde het, maar werd het weer concurrerend.

Het probleem was alleen dat de sleutelvaluta van het systeem, de Amerikaanse dollar, in de jaren zestig verzwakte door de uitgaven voor de Vietnamoorlog en president Johnsons sociale hervormingsprogramma’s (The Great Society). De tekorten op de handelsbalans stegen toen de Japanse auto’s en elektronica de markt veroverden. Nadat de Franse president De Gaulle in 1971 een schip naar de VS stuurde met dollars die hij wilde inruilen voor in Fort Knox opgeslagen goud, besloot toenmalig president Nixon een einde te maken aan het systeem van Bretton Woods. De dollar ging zweven.

Sindsdien volgen de crises elkaar op: van de stagflatie en oliecrises in de jaren zeventig en tachtig, de Zuid-Amerikaanse schuldencrisis, de Rusland-crisis en de Azië-crisis tot en met de kredietcrisis van nu. Onevenwichtheden, zoals de Amerikaanse tekorten en Chinese overschotten, worden niet meer hersteld. Dit leidt tot een kapitaalvlucht in de wereld en een instabiel financieel stelsel.

Op 21 mei riep Paul Volcker, de voormalige baas van de Federal Reserve in de VS, onder de kop ‘Een nieuw Bretton Woods???’ op tot een mondiaal raamwerk voor de regulering van wisselkoersen en kapitaalstromen. ‘Het is een feit dat internationale financiële crises zich vaker manifesteren en elke keer rampzaliger uitpakken. Je kunt een lange lijst van oorzaken opstellen: excessieve schulden, bonussen, speculatie, falend toezicht en simpele hebzucht. Maar al deze zaken zijn alleen maar mogelijk doordat er geen functionerend internationaal monetair stelsel meer is.’

Met andere woorden: het vrije kapitaalverkeer leidt niet tot efficiënte markten, maar lokt onhoudbare onevenwichtheden in de economie uit waardoor telkens andere landen of regio’s in een crisis worden gestort. Het bekendste voorbeeld zijn de Amerikaanse handelstekorten. De VS importeren al decennialang meer goederen en diensten dan dat ze die exporteren. Maar het heeft geen gevolgen voor de koers van de dollar en de koopkracht van de Amerikanen.

Reden is dat de landen die dollars binnenkrijgen, ze niet tegen de eigen munt omwisselen, maar als reservevaluta aanhouden en beleggen. Bijna alle landen – China en Japan voorop – hebben enorme dollarreserves. Ze zouden zichzelf in de voet schieten als ze die dollars op de markt gooiden, waardoor de koers zou instorten. Volcker: ‘Verschillen in financieel en economisch beleid, veranderingen in concurrentiekracht en inflatie zouden veel ordelijker kunnen worden verholpen via een systeem van devaluaties en revaluaties. Het zou niet nodig zijn financieel beleid aan te passen aan invloeden van buiten, zodat nationaal economische soevereiniteit is gegarandeerd. De noodzaak voor interventies en het aanhouden van grote hoeveelheden deviezenreserves zou verdwijnen.’

Hoogleraar financiële markten Arnoud Boot zegt dat Volcker een punt heeft. ‘Het gaat niet om de details van Bretton Woods. De hoofdreden voor dat akkoord geldt nog steeds: er is een architectuur nodig om kapitaalstromen te reguleren en grip te houden op het financiële stelsel. Het flitskapitaal maakt het financiële systeem buitengewoon instabiel.’

Lees dit artikel door Peter de Waard verder op de Volkskrant

Handelsverdrag EU-VS: dubbele aanslag op rechtsstaat

In de laatste dagen van de Europese verkiezingscampagne worden vooral schijngevechten gevoerd over de post van Commissievoorzitter en wie daarin een bepalende stem moet hebben: het Europees Parlement, de nationale parlementen of uiteindelijk toch alweer de regeringsleiders? Ondertussen is het angstvallig stil over een veel fundamenteler probleem: het allesomvattend handelsakkoord dat tussen de EU en de VS wordt onderhandeld en een dubbele aanslag op de democratische rechtsstaat ten voordele van Amerikaanse investeerders impliceert. Nu het onderhandelingsproces stilaan de finale fase nadert, is het hoog tijd voor een grondige bijsturing.

Met het Europees Verdrag van Lissabon, zeg maar de Europese ‘grondwet’, verkreeg de Europese Commissie vanaf 2009 de bevoegdheid om een gemeenschappelijk handelsbeleid te voeren. Met andere woorden: niet de lidstaten, maar de Europese Commissie kan met andere partners handelsakkoorden sluiten om zo de economische groei te bevorderen en jobs te creëren. Sinds juni 2013 onderhandelt de Commissie namens alle lidstaten met de Verenigde Staten over een allesomvattend handelsakkoord dat de handelsstromen tussen beide blokken moet intensifiëren en de economie aanzwengelen. In essentie wil het zowel tarifaire als non-tarifaire belemmeringen zoveel mogelijk schrappen en de zogenaamde ‘handelsverstoringen’ minimaliseren: één grote gemeenschappelijke transatlantische markt met zo min mogelijk regels voor bedrijven moet een positief effect hebben op de economische groei en jobcreatie. Dit zogenaamde ‘Trans-Atlantic Trade and Investmment Partnership’ zou, volgens de Commissie, de Europese economie met 120 miljard euro doen groeien en 400.000 jobs creëren, wat elk gezin 545 euro rijker zou maken.

Een akkoord dat alle Europese gezinnen plotsklaps enkele honderden euro’s rijker maakt, daar kan toch niemand iets op tegen hebben? Achter de strak geregisseerde ‘hoera-communicatie’ van de Europese Commissie schuilt echter een veel minder rooskleurige realiteit. Los van het feit dat de beoogde economische effecten bewust sterk overschat worden, impliceert het handelsakkoord een dubbele aanslag op de democratische rechtsstaat. Enerzijds tijdens het eigenlijke onderhandelingsproces, anderzijds na het sluiten ervan.

Lees deze column door Pieter-Jan Van Bosstraeten verder op Doorbraak

Amerika is geen democratie meer

Een bescheiden groep van rijken en rijke organisaties maken de dienst uit in de Verenigde Staten. Dat meldt Welingelichte Kringen.

In een lijvige studie van onderzoekers van de Universiteit van Princeton ging van een groot aantal wetsontwerpen en besluiten na hoe ze waren genomen, wie er druk op hadden uitgeoefend en in wiens belang ze waren. Conclusie: de rijken maken de dienst uit. De onderzoekers namen 1800 wetten eb besluiten onder de loep, genomen in de afgelopen 15 jaar. In een groot aantal daarvan was rechtstreeks de hand te herkennen van lobbygroepen uit de rangen van de rijkste Amerikanen. De besluiten kwamen tot stand zonder dat de mening van de meerderheid van de Amerikaanse bevolking er enig invloed op heeft.

Het Hooggerechtshof heeft onlangs besloten dat belangengroepen vrijwel onbeperkt mogen bijdragen aan campagnes van politici. Dat zal de democratie verder uithollen.

Lees het bericht op Talking Points Memo