Hoe hard de kritiek in de Tweede Kamer soms ook is, premier Rutte laat dit meestal gelaten van zich afglijden. Maar maandag zag ik ineens een heel andere Mark Rutte: tijdens een bijeenkomst met politici uit EU-landen was daar plots een premier in paniek: “I am totally against referenda. And I am totally, totally, totally against referenda on multilateral agreements, because it makes no sense, as we have seen with the Dutch referendum.” De premier keerde zich tegen het recht van Nederland om een referendum te houden over een Europees onderwerp en toonde onverholen zijn afkeer van de opvattingen van de Nederlanders – die hij zelfs ‘desastreus’ noemde. Het is opmerkelijk, een politieke leider die zo klaagt over de bevolking.
Politiek is vaak niet zo moeilijk, maar wordt veelal moeilijk gemaakt. Vooral wanneer de bevolking het ene wil, maar de bestuurders iets heel anders. Niets is voor een premier zo gemakkelijk als een referendum, omdat er altijd een ‘ja’ of een ‘nee’ uit komt. Voor het referendum over Oekraïne is dat niet anders. Alle EU-landen sloten een verdrag en moeten dat goedkeuren. Wij deden dat niet en daarmee is het verdrag van tafel. De premier is nu bang dat andere landen gewoon door zullen gaan, maar dat kan niet (want het verdrag is van tafel). Rutte wil daarom met al die landen nieuwe onderhandelingen gaan voeren, maar dat hoeft helemaal niet (want het verdrag is van tafel). Hij vindt ook dat die gesprekken nog lang niet kunnen beginnen, vanwege het referendum in Groot-Brittannië, maar dat is helemaal onzin.
Lees deze column van Ronald van Raak verder op The Post Online