Een nieuwe conceptwet geeft de politie verregaande bevoegdheden om in computers te kunnen inbreken. Privacywaakhonden en ict-experts vinden die wet veel te ver gaan. “De aanslagen in Parijs worden gebruikt om een politiestaat in te voeren.”
Vlak voor het weekend begon, gooide de ministerraad er afgelopen vrijdagmiddag nog snel een belangrijk persbericht uit. Ministers Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) en Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) dienen vier wetsvoorstellen uit het actieprogramma Integrale aanpak Jihadisme in bij de Tweede Kamer. De maatregelen om het Jihadisme te bestrijden, zijn van groot belang, onderstreept de regering.
Onderdeel van die maatregelen is een uitbreiding van de bevoegdheden om onderzoek te doen in computers van criminelen en terroristen. De naam van het wetsvoorstel staat niet vermeld in het persbericht, maar desgevraagd bevestigt het ministerie van Veiligheid en Justitie dat het gaat om de wet Computercriminaliteit III, die al sinds 2013 in de maak is.
De omstreden wet kan met steun van VVD en PvdA rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer. Maar die partijen zullen andere partijen nodig hebben om de wet door de Eerste Kamer te loodsen.
De conceptwet geeft de politie ongekend veel bevoegdheden. Ze mag stiekem inbreken in computers, data kopiëren, toevoegen en wissen. De politie mag meekijken met webcams, afluisteren via de microfoon van een computer en live meekijken wat iemand typt. Privacyorganisatie Bits of Freedom spreekt van de meest verregaande wet ter wereld op dit gebied.
De conceptwet heeft dan ook tientallen bezorgde reacties opgeleverd van hoogleraren, ict’ers en privacywatchers. Rejo Zenger van Bits of Freedom vindt het niet chic dat de wet nu in het kader van terrorismebestrijding aan de Kamer wordt gepresenteerd. “Het is absoluut ongepast dat de minister van Veiligheid en Justitie de aanslagen in Parijs gebruikt voor het doordrukken van zijn wetsvoorstel. De minister wil al lang de bevoegdheden van de politie uitbreiden. Dat verdient een grondig debat in het parlement, zonder dat dit heel erg wordt gestuurd door de gebeurtenissen in Parijs.”