Er zijn van die zondagen waarop ik me afvraag: beseffen de kabinetsleden van de PvdA eigenlijk wel dat dit het laatste kabinet van de 21ste eeuw is waarin de PvdA zo’n enorme hoeveelheid bewindslieden levert? Zoveel zullen ze er nooit meer krijgen. Je hoeft geen Nostradamus te zijn om te voorspellen dat politieke partijen een paar forse stappen terug zullen moeten doen. Helemaal de PvdA. Je kunt er vergif op innemen dat Nederland de komende tientallen jaren zal worden geregeerd door vijfpartijen-kabinetten, zevenpartijen-kabinetten, nationale regeringen, partijloze regeringen, en wat al niet.
De tijd van heel grote partijen lijkt ten einde, zeker die van de ooit oppermachtige christen-democratische en sociaal-democratische volkspartijen, steunberen van ons samenlevingsmodel in de vorige eeuw. Het politieke landschap verandert razendsnel: van een bevroren ijsmassa in een door eb en vloed geteisterde moerasdelta.
De PvdA is bezig het allerlaatste record ‘heel veel PvdA-ers in een kabinet’ te vestigen. Maar je hebt niet echt het idee dat al die PvdA-ministers en staatssecretarissen dit door hebben. Laat staan dat ze ernaar handelen. Je zou denken dat de houding er een zou zijn van ‘de dood of de gladiolen’. Of: ‘We gaan nog één keer schitteren. We laten Nederland nog één keer een poepie ruiken en laten zien hoe bepalend het sociaal-democratische gedachtengoed is geweest voor het land dat Nederland geworden is.’ Zie ik het niet, of is het er niet?
Ik kan me enorm vergissen, maar op een enkele uitzondering na, tref je dit urgentiegevoel van ‘nu of nooit’ toch nauwelijks aan. Dat zullen ze vast allemaal opsparen voor de volgende verkiezingscampagne, maar dan hebben ze niet begrepen dat creatief en gedurfd regeren de enige ware politieke campagne is.